De Gelderlander / zaterdag 19 februari 2005

STADSCRITICASTER
'Ze moeten denken dat 't zelf verzinnen'

Spraakwaterval Rob Essers schrijft elke dag een brief aan de gemeente. Die doet namelijk bijna altijd wel wat fout, weet hij zeker. Ambtenaren en politici kunnen zijn bloed wel drinken, maar hij is wel een echte trotskaartbezitter.

Door LEO KLAASSEN

  foto Bert Beelen
Rob Essers strijdt voor grote en kleine Nijmeegse zaken. De Oude Mollenhutseweg heet door onder meer zijn toedoen tegenwoordig Burgemeester Daleslaan.
foto Bert Beelen
De ambtenaar 'uiterlijk vertoon'-kan zijn borst alvast natmaken. Wanneer raadslid Wouter van Eck, als invaller voor de burgemeester, een raadsvergadering voorzit, draagt hij geen ambtsketen. En volgens een antiek Koninklijk Besluit moet dat dus wel, zo heeft Rob Essers uitgevogeld. En dus kun je er vergif op innemen dat hij binnenkort een brief naar het gemeentehuis stuurt. De Nijmegenaar kan zich nu al verheugen op het beeld van de GroenLinkser met de mooie keten over zijn vrijetijdskloffie. "Het is natuurlijk een punt dat nergens op slaat", geeft Essers toe. "Maar ik zie het dan als een vingeroefening voor weer andere zaken waar ik tegenin ga."

Rob Essers (52) is onbezoldigd 'stadscriticaster' van professie. Aan de term beroepsquerulant, die veel mensen op hem plakken, heeft hij een hekel. Die titel klinkt te zuur, terwijl hij zelf juist met een opvallende opgewektheid ten strijde trekt tegen alle, vaak niet eens slecht bedoelde, onzuiverheden in het lokale bestuur.
"Het gaat me erom dat regels en afspraken duidelijk zijn. Op dat punt gaat de gemeente geregeld in de fout. Dan onderhandelt ze bijvoorbeeld met NEC over de parkeerplaatsen op het NEC-terrein. Maar dat terrein is van de gemeente zélf, al is de slagboom ervoor weer wel van de club."

Zeker één brief per dag gaat er richting stadhuis en raad. Een hoger parkeertarief als je met muntjes betaalt? Essers steekt er een stokje voor. Loopt een stoep in de buurt dood bij een hek en een zandvlakte? Gewoon lang zeuren en het wordt doorgetrokken.
"Dat was één van de eerste zaken die ik aankaartte", glundert Essers, "Dat ging toen best snel. Maar een half jaar nadat het klaar was, kreeg ik van burgemeester en Wethouders een brief dat ik wijn zin zou krijgen. Tsja, daar snap ik dan weer niks van."

Langs elkaar heen werkende afdelingen, ambtenaren en politici: Essers kan er niet tegen. Hij besteedt er een dagtaak aan ze het bloed onder nagels vandaan te halen. Het levert hem op het stadhuis vijanden, maar ook fans op. Men toe zet een ambtenaar hem op het spoor van een fout van een collega. Een gemeentesecretaris vertelde Essers, die de gemeente al sinds wat akkefietjes midden jaren tachtig bestookt, ooit dat hij de gemeente ongeveer 50.000 gulden per jaar kost. Elke brief moet immers worden beantwoord.
"Ik hoop dat dat bedrag inmiddels op 50.000 euro is uitgekomen", lacht de baanloze Essers. "Ik zeg ook al heel lang dat ze me het beste gewoon kunnen inhuren. Ik ben beschikbaar."

     'Ik zeg al heel lang dat ze me het
     beste gewoon kunnen inhuren'

Soms voelt Essers een piekje, Zoals die keer dat er een extra raadsvergadering werd uitgeschreven, omdat dat strikt formeel moest. "De raad wilde er onderuit, maar Guusje zei: 'Laten we het maar goed doen, want de heer Essers is ook aanwezig'."
Heel af en toe geeft Essers, hoewel hij uiteraard gelijk heeft, de strijd op Dat de gemeente in 1997 kabelexploitant UPC voor 16 miljoen gulden de gebruiksvergunning voor het kabelnet verkocht, zit hem nog steeds dwars.
"Ten eerste is die vergunning niet eens overdraagbaar, maar goed. Erger is dat UPC de aanschafprijs nu ongeveer jaarlijks terugverdient, alleen door de prijsverhogingen die zijn doorgevoerd."

Gelderlander-lezers kennen de stadscriticaster vooral van de vele ingezonden brieven die hij stuurt. Lees ze aandachtig, want de schrijver zit er naar eigen zeggen nooit naast.
"Daar ben ik van mezelf veel te onzeker voor. Als ik de gemeente een vraag stel, heb ik zelf het antwoord allang uitgezocht De net iets andere reactie van de gemeente roept bij mij dan weer nieuwe vragen op."

Wat minder mensen weten, is dat Essers direct of indirect achter een paar dozijn Nijmeegse straatnamen zit. De straten in zijn eigen buurt zijn op zijn voorstel genoemd naar voorvechters van homo- en vrouwenrechten. En de straatnaamgeving in de Waalsprong liep vertraging op toen hij ontdekte dat het streepje in 'Groot-Brittanniëstraat' ontbrak.
Soms krijgt hij iets voor elkaar, zonder te weten dat hij het was. "Belt iemand me op om me te bedanken dat hij nu in de Wachterslaan woont, en niet in de Bospomplaan. Had ik een hele tijd daarvoor geprotesteerd dat over de straatnaamgeving op het Limosterrein niet openbaar was vergaderd, waardoor de bewoners alsnog hun stem hadden kunnen laten horen."

"Tegenwoordig gebeurt er bij de gemeente te veel in het digitale achterkamertje, de e-mail, Ik formuleer dan netjes dat iets in het openbaar moet worden behandeld. Maar laten we eerlijk zijn: ik bedoel natuurlijk dat ik er ook nog wal over wil zeggen."

Een standbeeld zal Essers in Nijmegen niet krijgen. Vaak is immers niet duidelijk dat een goed idee van hém afkomstig is. "Ik zeg dingen ook vaak zo, dat politici nog kunnen denken dat ze zelf iets verzonnen hebben."
Toch is Essers kortgeleden op bescheiden wijze beloond. Via een kennis viel hem zowaar een trotskaart ten deel. Dat is, echt waar, een gemeentelijk eerbetoon.

 
Edited by RE