![]() | |||||
![]() |
![]() | ||||
Openbaar rapport | |||||
| |||||
Verzoekschrift van de heer E. te Nijmegen
het raad van de gemeente Nijmegen. | |||||
![]() | ||
![]() |
![]() |
![]() |
dat volgens de raad ertoe strekt een dubbele beoordeling van eenzelfde gedraging via een bezwaarschriftprocedure en klachtprocedure te kunnen vermijden. 6. De raad bevestigde overigens dat de beslissing op het bezwaarschrift op zich niet aan het in behandeling nemen van de klacht in de weg staat. In dit geval echter was volgens de raad met de behandeling van het bezwaarschrift en de verstrekking van de informatie het belang van verzoeker als klager afdoende gehonoreerd. Dat de raad zich niet expliciet had uitgesproken over de tijdigheid van de verstrekking van informatie was gelegen in de omstandigheid dat de commissie eerst de vraag naar de ontvankelijkheid (ontkennend) had beantwoord, waarna geen aandacht meer was besteed aan de eventuele gegrondheid van verzoekers bezwaarschrift op dit punt. Wel zou volgens de raad een excuus van de raad aan verzoeker op zijn plaats zijn geweest vanwege de te late verstrekking. Niettemin achtte de raad verzoekers klacht niet gegrond wegens juiste toepassing van de Awb. | ||
II. | Beoordeling | |
7. Het beginsel van fair play houdt voor bestuursorganen in dat zij burgers de mogelijkheid geven hun procedurele kansen te benutten. Dit houdt onder meer in dat een bestuursorgaan burgers niet door een onjuiste uitleg van wettelijke bepalingen de mogelijkheid mag ontnemen van een inhoudelijke behandeling van klachten. 8. Als een klacht wordt ingediend nadat de termijn voor bezwaar is verstreken en er niet al een bezwaarschriftprocedure loopt waarin de klacht kan worden meegenomen - zal in het kader van de klachtprocedure in veel gevallen een onderzoek moeten plaatsvinden dat gelijkenis vertoont met het onderzoek in de bezwaarschriftprocedure. Om te voorkomen dat de klachtprocedure oneigenlijk wordt gebruikt door hen die te laat zijn met het indienen van een bezwaarschrift, is in onderdeel c van artikel 9:8, eerste lid, Awb bepaald dat het bestuursorgaan in dat geval niet verplicht is een klacht te behandelen (zie Achtergrond). 9. Verzoeker heeft binnen enkele dagen na het verstrijken van de wettelijk voorgeschreven termijn van vier weken waarbinnen een bestuursorgaan uiterlijk dient te beslissen op een aanvraag in het kader van de Wob een bezwaarschrift ingediend bij de raad tegen de fictieve weigering en gelijktijdig onder meer daarover een klacht ingediend. De situatie waarop onderdeel c in het eerste lid van artikel 9:8 Awb betrekking heeft, doet zich in verzoekers geval dan ook niet voor. Verzoeker heeft immers tijdig een bezwaarschrift ingediend tegen de fictieve weigering van een beslissing op het verzoek om informatie op grond van de Wob. 10. In het feit dat de raad verzoekers bezwaarschrift niet ontvankelijk heeft verklaard, omdat hij geen procesbelang meer had nu de informatie kort na het indienen van het bezwaarschrift alsnog was verstrekt, heeft de raad geen aanleiding kunnen zien om verzoekers klacht over het niet (tijdig) verstrekken van de informatie niet in behandeling te nemen. De raad is in de bezwaarschriftprocedure immers niet inhoudelijk ingegaan op het niet tijdig verstrekken van de informatie. Verzoeker kan een zelfstandig belang | ||
![]() | ||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Het is denkbaar dat hij het genomen besluit wel als juist accepteert, maar ontevreden is over de manier waarop dit is voorbereid of is gemotiveerd, en daarover een klacht indient. Indien dit de bedoeling van de indiener is, zal het bestuursorgaan die moeten respecteren, al zal het niet te snel kunnen aannemen dat geen heroverweging van het besluit wordt gewenst. In elk geval zal de klager zich wel bewust moeten zijn van de consequentie van zijn keuze. Bij keuze voor de interne klachtprocedure zal een vervolgprocedure bij de bestuursrechter in het algemeen niet meer mogelijk zijn in verband met het verstrijken van de beroepstermijn. Ook is het mogelijk dat zowel een klacht als een bezwaar wordt ingediend. Het bestuursorgaan kan de klacht volgens eenzelfde procedure behandelen als het bezwaar, en zou dus beide in dezelfde procedure kunnen inbrengen. De regeling van de klachtbehandeling is zodanig opgezet, dat het volgen van de regels voor de bezwaarschriftprocedure tevens aan de eisen voor klachtbehandeling tegemoet kan komen, indien men daarbij tevens de artikelen 9:9 (toezending van de klacht aan degene over wie geklaagd wordt) en 9:10 (horen) in acht neemt, en het bestuursorgaan ook op de klacht beslist. Indien een klacht wordt ingediend nadat de termijn voor bezwaar is verstreken - en er niet al een bezwaarschriftprocedure loopt waarin de klacht nog meegenomen kan worden - zal in het kader van de klachtprocedure in veel gevallen een onderzoek moeten plaatsvinden dat gelijkenis vertoont met het onderzoek in de bezwaarschriftprocedure. Teneinde te voorkomen dat de klachtprocedure oneigenlijk wordt gebruikt door hen, die te laat zijn met het indienen van een bezwaarschrift, is in onderdeel c bepaald dat het bestuursorgaan niet verplicht is een klacht te behandelen indien zij een gedraging betreft waartegen bezwaar had kunnen worden gemaakt..." | |