Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties
Aan
De burgemeester van
de gemeente Nijmegen,
de heer mr. E.M. d'Hondt
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
Eén BD11/ME CW99/U52553 21 januari 1999
Inlichtingen bij Doorkiesnummer
Mevrouw mr. drs. J.S. Clarisse (070)3027229
Onderwerp Departementsonderdeel
Aansluiting bij de Nationale
ombudsman
Directie Constitutionele Zaken en
Wetgeving
 



Geachte heer D'Hondt,

Bijgevoegd vindt u een afschrift van het ministerieel besluit van
heden, waarbij de bestuursorganen van uw gemeente per 1 februari 1999
onder de competentie van de Nationale ombudsman worden gebracht. Dit
besluit zal een dezer dagen in de Staatscourant bekend worden gemaak

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,





w.g. A. Peper
 
Postadres
Postbus 20011
2500 EA  Den Haag
Telefoon (070) 302 63 02
Telefax (070) 363 91 53
Bezoekadres
Schedeldoekshaven 200
2511 EZ  Den Haag
Verzoeke bij beantwoording
datum, kenmerk en
onderwerp te vermelden
 
 

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties
Datum
Den Haag, 21 januari 1999
Nummer
CW99/U52553
Departementsonderdeel
Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving
 
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,



Gelezen het verzoekschrift van het college van burgemeester en
wethouders van de gemeente Nijmegen;

Gelet op de artikelen lb en lc van de Wet Nationale ombudsman en de
artikelen 2 en 3 van het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman;

Besluit:



Artikel 1

De Wet Nationale ombudsman is van toepassing op de bestuursorganen van
de gemeente Nijmegen.

Artikel 2

De gemeente Nijmegen is een vergoeding verschuldigd, genoemd in
artikel 2, tweede lid, van het Vergoedingenbesluit Wet Nationale
ombudsman.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 1999.



Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.


DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,





w.g. A. Peper
 
 
Toelichting

Op grond van artikel lb van de Wet Nationale ombudsman worden bij
ministerieel besluit de bestuursorganen van provincies, gemeenten,
waterschappen en gemeenschappelijke regelingen aangewezen, waarop de
wet Nationale ombudsman van toepassing is. Een dergelijke aanwijzing
geschiedt door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties op verzoek van het bestuur van de desbetreffende
provincie, gemeente, gemeenschappelijke regeling of het desbetreffende
waterschap. Het verzoek om aanwijzing wordt voor 1 juli van het jaar
voorafgaand aan het jaar waarin de aanwijzing in moet gaan bij de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingediend. De
aanwijzing van de daarvoor in aanmerking komende bestuursorganen
geschiedt telkens met ingang van 1 januari van het desbetreffende
jaar. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan in
afwijking hiervan de aanwijzing van bestuursorganen op een ander
tijdstip doen ingaan, indien omstandigheden van dringende aard daartoe
nopen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen
heeft bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
een verzoek ingediend om aansluiting van de bestuursorganen van de
gemeente Nijmegen bij de Nationale ombudsman. Daarbij is aandacht
gevraagd voor de bijzondere omstandigheden waarin de gemeente is komen
te verkeren door het plotselinge en definitieve wegvallen van de
Nijmeegse ombudsman wegens - naar het zich laat aanzien langdurige
ziekte. Deze situatie is volgens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties reden om de bestuursorganen van de gemeente
Nijmegen, onder verwijzing naar artikel 1b, vierde lid, van de Wet
Nationale ombudsman, vervroegd - namelijk per 1 februari 1999 - aan te
wijzen als bestuursorganen waarop de Wet Nationale ombudsman van
toepassing is.

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,





w.g. A. Peper
 
 

Edited by RE