Rob Essers | ||||||||||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||||||||||
De Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | ||||||||||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||||||||||
2 december 1998 | ||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||||||||||
Onderwerp afhandeling post | ||||||||||||||
Op 15 oktober 1998 heb ik het college van burgemeester en wethouders - met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur - verzocht om informatie over:
Na een tweetal herinneringen ontving ik uiteindelijk een antwoord van de gemeentesecretaris d.d. 30 november 1998 (kenmerk bd11/HM) waarin mij werd meegedeeld:
Bovengenoemde conceptversie is gedateerd 9 juni 1997; de steller ervan is inmiddels niet meer in dienst van de gemeente. Helaas moet ik regelmatig vaststellen dat de afhandeling van post te wensen over laat. Of dat een gevolg is van het ontbreken van een centrale berichtregistratie en een protocol voor digitale post kan ik niet beoordelen. Uw speciale aandacht hiervoor is echter alleszins op z'n plaats. Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||||||||||||
BESLUITENLIJST
op 16 december 1998 om 14.00 uur en op 17 december 1998 om 20.00 uur ten stadhuize.
| ||||||||||||||||||||
6. D Met voorstel voor kennisgeving aan te nemen. [..] 6. D9 Brief van R.C. Essers d.d. 2 december 1998 2500 betreffende postafhandeling Raadsbesluit d.d. 16 december 1999 Wordt behandeld in de Commissie Sport Financiën, Organisatie en Bedrijven. | ||||||||||||||||||||
Directie Stadsbedrijven Facilitair Bedrijf Informatiemanagement |
![]() | ||
Graafseweg 104 6512 CH Nijmegen Telefoon (024) 329 99 99 Telefax (024) 329 92 99 | |||
De heer R. Essers Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen |
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen | ||
Datum | Datum uw brief | Ons kenmerk | Doorkiesnummer |
22-04-1999 | 02-12-1998 | BG430/BG 98.27602 |
3299821 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp | Aantal bijlagen | ||
Afhandeling post | |||
Geachte heer Essers, Naar aanleiding van uw brief van 2 december jl. m.b.t. afhandeling post berichten wij u het volgende. De gemeente Nijmegen probeert op allerlei punten de bedrijfsvoering continu te verbeteren, in het belang van burgers en andere klanten. Zo is met de start van de nieuwe organisatie op 1 februari jl. ook de verdere invoering van de besluiten m.b.t. berichtenverkeer (post, fax- en e-mail) opgepakt. Voor alle duidelijkheid merken wij op dat de ambtelijke organisatie prioriteiten moet stellen in de afhandeling van post en processen; context van stukken en maatschappelijk belang spelen daarbij een rol. De verdere invoering van berichtenverkeer biedt dus niet per definitie garanties voor een door u als bevredigend ervaren afhandeling. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, w.g. mr. E.M. d'Hondt w.g. W. Smids | |||
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 329 92 99 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
22-04-1999 | BG40/BG 98.27602 |
29 april 1999 | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp afhandeling post | |||
Vandaag ontving ik bovengenoemde brief die volgens de stempel van de frankeermachine op 28 april 1999 verzonden is; op de brief zelf ontbreekt een VERZONDEN-stempel. Het feit dat ik pas nu deze reactie op mijn brief d.d. 2 december 1998 ontvang, is voor mij om verschillende redenen onbegrijpelijk. Het zal van uw nadere toelichting afhangen of ik mij genoodzaakt zie hierover een formele klacht conform de Klachtenverordening (1996) in te dienen. Hopelijk kunt u mij binnen twee weken duidelijkheid verschaffen over de volgende punten. 1. De raad heeft op 15 december 1998 (zie besluitenlijst d.d. 16 december 1999) niet besloten dat mijn brief onder de competentie van de van het College van Burgemeester en Wethouders valt en ter afdoening in handen van het college gesteld wordt. Waarom u de brief wel als zodanig denkt te kunnen afdoen, is mij niet duidelijk. 2. Pas op 1 maart 1999 is mijn brief conform het raadsbesluit d.d. 16 december 1998 behandeld in de Commissie Sport, Financiën, Organisatie en Bedrijven. De commissie heeft niet ingestemd met het concept-antwoord d.d. 9 februari 1999. "Enkele fracties vinden bovendien dat niet het ambtelijk apparaat, maar de raad de prioriteit in afhandeling van post bepaalt." Op de datum na is het concept-antwoord gelijk aan uw reactie d.d. 22 april 1999. Waarom mij dit antwoord na een paar maanden alsnog toegezonden wordt, begrijp ik niet. 3. Op 31 maart 1999 deelde de secretaris van de Commissie Sport, Financiën, Organisatie en Bedrijven mij schriftelijk mee: "Op 28 april zal een (concept-)antwoord op uw brief d.d. 2 december 1998 aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd." Verzuimd is om mij te informeren over de reden dat deze toezegging niet is nagekomen. 4. In mijn faxbericht d.d. 24 april 1999 heb ik de voorzitter van de raad o.a. gewezen op het uitblijven van het antwoord op mijn brief d.d. 2 december 1998 en de toezegging van de secretaris d.d. 31 maart 1999. Een reactie op mijn faxbericht heb ik (nog) niet ontvangen. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 329 92 99 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
BG40/BG 98.27602 |
31 mei 1999 | ||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp afhandeling post | |||
Op 29 april 1999 zond ik u faxbericht met het verzoek om mij binnen twee weken duidelijkheid verschaffen over een aantal punten. Helaas moet ik vaststellen dat ik tot nu toe nog geen enkele reactie ontvangen heb. Zelfs een ontvangstbevestiging of behandelingsbericht heeft mij niet bereikt (dat mijn faxbericht wél is aangekomen, bleek op 19 mei toen ik de heer R. Dragt in het stadhuis tegenkwam). Ik wil u nogmaals om duidelijkheid verzoeken over de in de eerste bijlage genoemde punten. Tevens ben ik zeer benieuwd naar de reden van het uitblijven van een reactie op mijn e-mail van woensdag 12 mei 1999. Ik zou het zeer op prijs stellen als u in uw reactie expliciet aandacht zou willen besteden aan de registratie van mijn e-mail en faxbericht (zie bijlagen). Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Bijlage(n): 2. [ 1 | 2 ] | |||
Rob Essers | ||||||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||||||
De Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | ||||||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||||||
98.27602 | 1 juli 1999 | |||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||||||
Onderwerp klacht over postafhandeling | ||||||||||
Op 2 december 1998 heb ik mij tot de Raad van de gemeente Nijmegen gewend met een brief over de afhandeling van post. Op 15/16 december 1998 heeft de raad besloten deze te behandelen in de commissie Sport, Financiën, Organisatie en Bedrijven. Er is niet besloten om de brief ter afdoening in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders. Bij de behandeling op 1 maart 1999 heeft de commissie geen advies uitgebracht over het concept-antwoord. In de periode daarna heb ik de voorzitter van de raad, de secretaris van de commissie en de steller van het concept-antwoord er op gewezen dat ik alsnog een antwoord van of namens de raad verwacht. Op 31 maart 1999 heeft de commissiesecretaris mij schriftelijk toegezegd dat een concept-antwoord op 28 april 1999 ter besluitvorming aan de raad zou worden voorgelegd. Desondanks ontving ik op 29 april 1999 een antwoord van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 april 1999 (kenmerk B430/BG 98.27602). De inhoud hiervan is gelijk aan het concept-antwoord waarmee de commissie op 1 maart 1999 niet ingestemd heeft. Als reactie hierop heb ik het college nog diezelfde dag verzocht om mij binnen twee weken duidelijkheid te verschaffen over deze voor mij onbegrijpelijke gang van zaken. Op 31 mei 1999 heb ik Burgemeester en Wethouders gewezen op het uitblijven van een reactie en mijn verzoek nogmaals herhaald. Als bijlage treft u hierbij een chronologisch overzicht vanaf 15 oktober 1998 aan van zaken die betrekking hebben op het onderwerp 'postafhandeling'. Een groot aantal van de 15 stukken die van mij uitgegaan zijn, is het gevolg van het niet of niet naar behoren reageren op eerdere brieven, faxen en/of e-mailberichten:
Gezien het onderwerp is dit een wel zeer magere score... Vandaar dat ik mij genoodzaakt zie gebruik te maken van het recht om op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht een klacht in te dienen over de hierop betrekking hebbende gedragingen van de verschillende bestuursorganen van de gemeente Nijmegen. Mijn voornaamste grief betreft de beantwoording van mijn brief d.d. 2 december 1998 aan het hoogste bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen. Maar ook de 12 andere brieven, faxen en e-mailberichten waarop niet of niet naar behoren is gereageerd, dienen bij de behandeling van mijn klacht betrokken te worden. Het spreekt voor zich dat Hoofdstuk 9 Klachtafhandeling van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen dient te worden. Ik hecht hierbij in het bijzonder aan de naleving van de artikelen 9:6 en 9:11. Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||||||||
Bijlage(n): 1. | ||||||||||
Rob Essers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RE/19990701/2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
De voorzitter van de Raad van de gemeente Nijmegen de heer mr. E.M. d'Hondt Fax: (024) 323 59 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
1 augustus 1999 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp geen bericht | |||
Op 1 juli 1999 heb ik bij de receptie van het stadhuis een aan de Raad van de gemeente Nijmegen gerichte brief d.d. 1 juli 1999 afgegeven (onderwerp klacht over postafhandeling). Helaas moet ik vaststellen dat uit niets blijkt dat mijn brief met inachtneming van Hoofdstuk 9 Klachtafhandeling van de Algemene wet bestuursrecht wordt afgehandeld. Hopelijk kunt u er - gelet op artikel 74, eerste lid, van de Gemeentewet - voor zorgen dat ik in ieder geval alsnog zo spoedig mogelijk een ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 9:6 Awb ontvang. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Directie Bestuur & Organisatie Bestuursondersteuning Kabinet & Veiligheid |
![]() | ||
Korte Nieuwstraat 6 6511 pp Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 2378 | |||
De heer drs. R.C. Essers Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen |
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen | ||
Datum | Datum uw brief | Ons kenmerk | Doorkiesnummer |
05-08-1999 | 01-07-1999 | C210 99.33320 |
3292918 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp | Aantal bijlagen | ||
ontvangstbevestiging | |||
Geachte heer Essers, Bij brief van 1 augustus 1999, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad, vraagt u om een ontvangstbevestiging van uw brief van 1 juli 1999 met als onderwerp 'klacht over postbehandeling'. Hierbij bericht ik u dat beide brieven in goede orde zijn ontvangen. Het concept-antwoord op uw brief van 1 juli 1999 wordt geagendeerd voor de raadsvergadering van 5 oktober 1999. Met vriendelijke groet, Namens de burgemeester van Nijmegen, Het hoofd van het bureau Kabinet en Veiligheid, w.g. mr. J. de Roos | |||
Rob Essers | |||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||||
Directie Bestuur & Organisatie T.a.v. het hoofd van het bureau Kabinet & Veiligheid, de heer mr. J. de Roos Fax: (024) 323 59 92 | |||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | ||
05-08-1999 | C210 99.33320 |
7 augustus 1999 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | ||
Onderwerp uw ontvangstbevestiging | |||||
Hartelijk dank voor de schriftelijke ontvangsbevestiging van mijn brief d.d. 1 juli 1999 aan de Raad van de gemeente Nijmegen en mijn faxbericht d.d. 1 augustus 1999 aan de voorzitter van de raad. Uw brief roept echter vragen op omtrent de wijze waarop uitvoering gegeven wordt aan Hoofdstuk 9 Klachtafhandeling van de Algemene wet bestuursrecht. De termijn waarop mijn klacht op grond van artikel 9:11, eerste lid, afgehandeld dient te zijn, verstrijkt binnenkort, tenzij afdeling 9:3 van toepassing is en/of de afhandeling op grond van het tweede lid voor ten hoogste vier weken wordt verdaagd. Uit uw brief blijkt het een noch het ander. Het concept-antwoord staat kennelijk pas op de raadsagenda in de veertiende week na het indienen van de klacht. Alleen als afdeling 9:3 van toepassing is én de afhandeling met vier weken wordt verdaagd, kan met de grootste moeite worden voldaan aan de wettelijke termijn. Hopelijk kunt u mij op korte termijn helderheid verschaffen over de verdere procedure. Wordt de beslissing van de raad conform artikel 3, vijfde lid, van de gemeentelijke Klachtenverordening voorbereid door de Commissie voor bezwaarschriften en is dit aan te merken als een klachtadviesprocedure als bedoeld in afdeling 9:3 Awb? Of klopt de volgende redenering van de heer P. Willemsen, waarnemend directeur Directie Inwoners, in zijn brief d.d. 29 juli 1999?
Dat klachten met toepassing van Hoofdstuk 9 van de wet behandeld dienen te worden, spreekt voor zich. Voor zover het evenwel om zaken gaat die wél in de Klachtenverordening maar niet in de Algemene wet bestuursrecht geregeld zijn, geldt mijns inziens nog altijd de gemeentelijke verordening. Op dit punt verschil ik van mening met de waarnemend directeur Directie Inwoners. Ik zie niet in waarom allerlei (uitvoerings-)bepalingen inzake de behandeling van klachten per 1 juli 1999 van rechtswege vervallen zouden zijn. Bovendien begrijp ik niet waarom het college in dat geval verzuimd heeft zorg te dragen voor een deugdelijke openbare voorlichting hieromtrent (zie artikel 13, eerste lid, van de Klachtenverordening). Tot slot wil ik niet nalaten om mijn verbazing uit te spreken over de afhandeling tot nu toe van mijn brief d.d. 1 juli 1999 aan het hoogste bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen. Zeker gezien het onderwerp had de ontvangst in ieder geval binnen een redelijke termijn en zonder een rappel mijnerzijds bevestigd dienen te worden. Heeft u een verklaring voor het feit dat het kennelijk niet meer de gewoonte is om de ontvangst van brieven aan de raad schriftelijk te bevestigen? Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||||
Rob Essers | |||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||||||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 323 59 92 | |||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | ||||
99.33320 / C370/HM |
29 augustus 1999 | ||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | ||||
Onderwerp klachtafhandeling | |||||||
In zijn brief d.d. 27 augustus 1999 verzocht het hoofd van het bureau Kabinet en Veiligheid, mr. J. de Roos, mij om een eventuele reactie op het concept-antwoord op mijn brief d.d. 1 juli 1999 aan uw college te richten. Vandaar dat ik hierbij uw aandacht vraag voor het volgende. Uit het concept-antwoord blijkt weliswaar welke procedure u voor ogen heeft, maar de onduidelijkheid over de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht en de Klachtenverordening wordt hiermee niet weggenomen. Awb
De gedraging waarover geklaagd wordt, betreft de afhandeling van mijn brief d.d. 2 december 1998 aan het hoogste bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen. De beantwoording door uw college is - volgens het concept-antwoord - een gedraging waarvan het gewicht kennelijk onvoldoende is... Gelukkig wordt mijn belang als klager niet in twijfel getrokken! Een motivering van de stelling inzake het gewicht van uw gedraging ontbreekt. Het concept-antwoord voldoet dus niet aan het bepaalde in artikel 3:46 en artikel 3:47, eerste en tweede lid. Vandaar dat ik u hierbij - mede gelet op artikel 3:48, tweede lid - om een volledige en begrijpelijke motivering wil verzoeken. Een verklaring voor en rechtvaardiging van het niet in acht nemen artikel 9:8, derde lid, mag evenmin ontbreken. Klachtenverordening
Vooralsnog ga ik ervan uit dat de Klachtenverordening niet van rechtswege is vervallen. Misschien is het verstandig als uw college ook binnen de ambtelijke organisatie zorg draagt voor voorlichting over het bepaalde in de verordening (vgl. artikel 13, eerste lid). Het is mij niet duidelijk waarom artikel 3, vijfde lid, niet van toepassing zou zijn op een beslissing van de raad om een klacht niet in behandeling te nemen. Ik zie uw nadere toelichting dan ook met belangstelling tegemoet. Tot slot Op de inhoud van het concept-antwoord ga ik hier verder niet in. Dat betekent geenszins dat ik daarmee kan instemmen. Als de gemeenteraad dat wel doet, zal ik mijn klacht zeker voorleggen aan de Nationale ombudsman. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||||||
Besluitenlijst
van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen
| ||||||||||||||||||||
7. A Met voorstel tot afdoening zoals daarbij telkens is aangegeven. [..] 7. A2 Brief van R.C. Essers d.d. 1 juli 1999 II 2256-2261 betreffende klacht over postafhandeling. ADVIES Voorgesteld wordt de briefschrijver te antwoorden conform bijgaande concept-brief. Raadsbesluit d.d. 5 oktober 1999 Conform besloten | ||||||||||||||||||||
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Centrale Juridische Zaken |
Vervolgvel |
1 Een behandeling van al uw post op een - ook in uw ogen - correcte wijze zou onevenredig veel aandacht van ambtenaren en bestuurders onttrekken aan andere werkzaamheden. In dit licht moet u ook de geciteerde zinsnede zien. Het voorgaande neemt niet weg dat wij blijven openstaan voor uw suggesties voor verbeteringen in het gemeentelijk handelen. Wij behouden ons echter het recht voor om uw correspondentie zodanig te behandelen dat een goede prioriteitsstelling niet wordt doorkruist en dat op zijn minst permanent voortdurende discussies worden voorkomen. Uw brief is niet als klacht als bedoeld hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht in behandeling genomen. Het gewicht van de gedraging waarover geklaagd wordt is daarvoor kennelijk onvoldoende te achten. Als u niet tevreden bent met het besluit om uw brief niet als klacht te behandelen kunt u gebruik maken van de aanvullende voorziening waarbij u uw klacht kunt voorleggen aan de Nationale ombudsman, postbus 29729, 2502 LS Den Haag. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, w.g. mr. E.M. d'Hondt w.g. W. Smids |
Edited by RE |