woordelijk verslag
van de
RAADSVERGADERING
van de
gemeenteraad van Nijmegen
d.d. 27 januari 1999
Aanwezig zijn de leden:
Dhr R.B.M. Anzion, dhr P.C.J. Boelens, dhr H.M.F. Bruls, dhr P.F.G.
Depla, mw A. Duit, dhr W.M. van Eck, mw R.B. Ester, dhr J.F.M.
Evers, mw I. Goedegebure, dhr A.J.F.M. Hirdes, dhr T.B.J.M. Hoedemaker,
dhr J.A.C. van Hooft, dhr J.W.H. van Hooft, mw M.E.A. van Hulsentop,
dhr M.J.I. Hulskorte, dhr G.W.M. Janssen, mw C.J.N.S. Kuhuwael,
dhr J.H.J. Lamers, dhr P.P. Leferink op Reinink, dhr P.J.J. Lucassen,
mw Y.J.M. Maass, dhr J.W.M. van der Meer, dhr R.P.A. Migo, dhr
J.M. van Rens, dhr G.J.M. van Rumund, mw H.T.M. Scholten, mw A.M.C.
Simons-Welchen, dhr P.M. Smals, dhr J. Tettero, dhr A.G.J. Thie,
dhr J.J.M. Thielen, dhr M.W.P.M. Ulijn, dhr R.C.H. Verdijk, dhr
E.R.T. Vermeulen, dhr Van Vroenhoven, mw S. de Windt, dhr J.B.A.M.
Van Xanten, mw G.C.M. Van Zijll de Jong.
Bericht van verhindering van: mw M. de Groot.
Voorzitter: dhr mr. E.M. d'Hondt
Secretaris: dhr W. Smids
[...]
12. Rechtspositie raadsleden
De voorzitter: GroenLinks heeft hierover het woord
gevraagd. Mevrouw Welschen.
Mw Welschen: Dank u wel, voorzitter. Na ampel overleg
over het voorstel 'Rechtspositie raadsleden' en over de nieuwe
verordening 'Geldelijke voorzieningen voor raadsleden' komt de
fractie van GroenLinks tot twee opmerkingen. De eerste is dat
de verschillende voorkeuren die tijdens eerdere behandeling zijn
geuit, nog steeds bestaan in de fractie ten gevolge waarvan de
fractieleden individueel zullen stemmen voor of tegen deze verorde
ning en er geen unaniem fractiestandpunt zal komen. Wat de fractie
heeft verbaasd is dat de parkeerkostenvergoeding voor raadsleden
buiten deze verordening is gehouden ondanks herhaaldelijk aandringen
onzerzijds om voor het probleem parkeerkaartenvergun ning een
oplossing te zoeken. De fractie vond en vindt nog steeds dat raadsleden
die maximaal een vergoeding ontvangen voor het raadswerk alsmede
een onkostenvergoeding, het parkeren be st zelf zouden kunnen
betalen. Als er dan, zoals nu het geval is, voor automobilisten
een parkeervergunning bovenop de geldelijke vergoedin gen verleend
wordt, zouden in het kader van gelijke behandeling ook fietsers
en OV-gebruik makers een vergoeding moeten kunnen krijgen. Het
antwoord van de burgemeester in de commissie AZ luidde: 'U betaalt
de koffie ook niet. Dat behoort tot de normale faciliteiten van
het werk hier' en dat antwoord was voor onze fractie toch niet
voldoende. Daarom dienen wij, samen met De Groenen een motie in
over de parkeervergunningen. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter: Dank u wel. De heer Van Hooft.
Dhr Van Hooft sr: Ja, eigenlijk heel kort. Wij vonden
de regeling zoals die was, wel zo eenvoudig en eenduidig en makkelijk
uit te voeren. Wij vinden het eigenlijk jammer dat daarvan afgestapt
wordt. Ik heb daarover een paar opmerkingen gemaakt in de
commissievergaderingen en er waren op dat moment in ieder geval meer
mensen van mening dat het eigenlijk zo moest blijven. Maar goed,
het schijnt niet anders te zijn hier. Het is reden voor ons om
niet akkoord te gaan met dit voorstel.
De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Zijll de
Jong.
Mw Van Zijll de Jong: Wij hebben in principe geen
bezwaar tegen dit raadsvoorstel maar er is toch een kwestie die
naar onze overtuiging niet goed geregeld is, en dat is ook al
door mevrouw Welschen gezegd, de gratis parkeerkaarten voor raadsleden
voor de openbare Nieuwstraatgarage. Tot voor kort konden raadsleden
kiezen tussen de parkeer kaart of een busabonnement. Met ingang
van de nieuwe raadsperiode is het busabonnement door de privatisering
van Novio niet meer verstrekt. De parkeerkaart die een waarde
van rond de NLG 800,- vertegenwoordigt, bleef echter in tact.
In het conceptraadsvoorstel 'Rechtspositie raadsleden', dat in
juni 1998 aan de commissie AZ is voorgelegd, stond de parkeerkaart
dan ook aangestreept onder de kop 'te betalen door de gemeente',
terwijl de kostensoort 'reiskosten woon-werkverkeer', onder de
kop 'geen vergoeding' viel. Afgezien van het feit dat hierdoor
in de kostenvergoeding aan raadsleden een rechtsongelijkheid is
ontstaan -de OV-gebruiker betaalt nu zijn reiskosten woon-werkverkeer
zelf, terwijl de autogebruiker deze deels vergoed krijgt - bleken
de parkeerkaart en ook het busabonnement strijdigheid op te werpen
met artikel 99 van de Gemeentewet. Daarin staat dat vergoedingen
aan raadsleden die datgene wat ze al bij wet krijgen, te boven
gaan - de Nijmeegse raadsleden krijgen al het maximum bedrag -
bij verordening geregeld moeten zijn en de goedkeuring van GS
behoeven. Het College dacht toen het probleem op te lossen door
de parkeerkaart uit de verordening te schrappen, maar wel in stand
te laten en de parkeerkaart gelijk te stellen met een aangeboden
kopje gemeentelijke koffie. Dat betekende dat de parkeerkaartvergoeding
aan de vereiste goedkeuring van GS onttrokken werd. Voorzitter,
een kind ziet dat hier iets niet klopt. Een vergoeding die je
bij een verordening hoort te regelen, neem je daar simpelweg niet
in op onder het argument dat de vergoeding niet geregeld hoeft
te worden. Als het College de kaart niet zoiets vindt als een
gratis kopje koffie, dan moet iedere bezoeker van het stadhuis
die koffie aangeboden krijgt, zijn auto ook gratis kunnen stallen.
Gelijke monniken, gelijke kappen. Maar er klopt nog meer niet.
Het gros van de ambtenaren moet het gebruik van de parkeergarage
zelf betalen, terwijl zij doorgaans 5 dagen per week werken. Maar
raadsleden, die die werkfrequentie lang niet halen en die al een
maximum onkostenvergoeding krijgen, krijgen de kaart wel gratis.
Voorzitter, wij behoren ons aan de Gemeentewet te houden en dus
ook aan artikel 99 van die wet. Wij dienen daarom samen met GroenLinks
een motie van die strekking in. En afgezien van deze strijdigheid
zijn wij van mening dat raadsleden genoeg verdienen om de parkeerkaart
zelf te betalen in plaats van de kosten ervan op de gemeenschap
te verhalen. Dank u wel.
De voorzitter: Dank u wel. Het lijkt mij dat een
reactie van het College beperkt kan zijn omdat al vele malen hierover
gediscussieerd is. Het gaat hier dus niet om vergoedingen of om
gratis als het gaat over parkeerkosten. Het gaat hier om kosten
van de werkgever ten opzichte van wel of niet vergoedingen voor
raadsleden. Deze vergoedingen worden beschouwd door het College
als kosten van de werkgever in faciliterende zin om raadsle den
het werk mogelijk te maken. In die zin is er ook sprake van gelijke
monniken, gelijke kappen. Het gaat om: heb je dat nu wel nodig
of heb je dat niet nodig? Dat staat ter beoordeling. Als je het
niet nodig hebt, komt het in de sfeer van vergoedingen terecht
en in de sfeer van de Gemeentewet en moet je daarover beslissingen
nemen. Als je dat niet vindt en je vindt dat het behoort tot zaken
net als de faciliteiten van deze zaal, de verwarming en de verlichting
van deze zaal en allerlei kosten die gemaakt worden om de Raad
als Raad te laten functioneren, dan hoort het dus niet in die
verordening thuis. Wij vinden dat. Als u het als Raad anders vindt
en u vindt het echt een faciliteit die als inkomsten beschouwd
moet worden voor u als raadslid en u vindt dat de raadsleden op
eenzelfde manier behandeld moeten worden als willekeurig welke
bezoeker hier aan het stadhuis - dat is een ander principe van
gelijke monniken, gelijke kappen - dan is dat aan u. Veel meer
kan ik er ook niet over zeggen, want wij hebben al zo vaak die
argumenten gewisseld. Het gaat niet om de vergelijking met het
kopje koffie alleen, het gaat om de vergelijking met alle kosten
die de gemeente maakt om de Raad als Raad te kunnen laten functioneren
en het raadslid als raadslid te kunnen laten functioneren. Degenen
die beoordeelt wat daarvoor nodig is, dat bent u zelf. Mevrouw
Welschen.
Mw Welschen: Wij vinden het punt van de gelijkwaardige
behandeling van de mensen heel belangrijk. Wij zouden toch graag
zien dat er een serieus voorstel voor kwam om voor de mensen die
zich niet per auto vervoeren een alternatief te bedenken. Tot
nu toe hebben wij dat niet gekregen, ondanks alle vragen daarna.
De voorzitter: Bedoelt u het gratis parkeren, of
het zorgen voor het parkeren van fietsen van raadsleden? Dat wordt
natuurlijk op dezelfde manier behandeld als het parkeren van auto's.
Laat daarover geen onduidelijkheid bestaan. Bussen kunnen wij
hier niet parkeren. Meneer Van Hooft.
Dhr Van Hooft sr: Wij zaten toch even met een probleempje
naar aanleiding van de motie die De Groenen indient. Kijk, zij
hebben een punt. Vroeger kon je inderdaad kiezen: een openbaarvervoerkaart
of parkeren. Nu de ene helft is weggevallen, wordt de andere eenzijdig
bevoordeeld ten koste van degene die met het openbaar vervoer
wil gaan. Dus ik zou zeggen: een van de twee of van tweeën
een. Degenen die met het openbaar vervoer willen rijden, krijgen
alsnog een mogelijkheid om dat te doen, omdat dat toch functioneel
is om naar het stadhuis te komen, denk ik. Gebeurt dat niet, dan
moeten degenen die de gratis kaart krijgen, maar inbinden en dan
zullen wij voor punt 2 stemmen van de motie van De Groenen: de
gratis parkeerkaart voor de raadsleden intrekken.
De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Zijll de
Jong.
Mw Van Zijll de Jong: Ja, meneer de voorzitter,
u had het over 'u moet het gelijk stellen met kosten van de werkgever',
maar in eerste instantie is er geen werkgever-werknemer-relatie
tussen raadsleden en datgene wat ze doen. Verder maakt artikel
99 van de Gemeentewet uitdrukkelijk een onderscheid tussen een
vergoeding - wat u zoëven noemde - en voordelen ten laste
van de gemeente anders dan in de vorm van vergoedin gen. En die
behoeven de goedkeuring van GS en die moeten in de verordening
zijn opgenomen. Reiskosten woon-werkverkeer: als dat het geval
zou zijn -want een parkeer kaart is daar gewoon een onderdeel
van - dan zou je dat gewoon in zijn totaliteit moeten nemen, maar
dan moet je daar niet een plukje uithalen en dan moet je dat deel
van die kosten wel vergoeden aan degenen die daar gebruik van
willen maken.
De voorzitter: Goed, ik denk dat het niet verstandig
is ... Mevrouw Welschen, derde termijn.
Mw Welschen: Ja, dat is een derde termijn, sorry.
Wij leggen besluitpunt 1 uit de motie zo uit dat daarmee de mogelijkheid
gecreëerd wordt om een alternatief te bedenken en dat dat
ook aan de Raad wordt voorgelegd. Dus dat ook die OV-jaarkaart
of die OV-vergoedingen daarmee mogelijk worden en de fietsvergoeding.
De voorzitter: Goed, ik denk dat het niet nodig
is om nog uitvoerig hierop in te gaan. Uiteraard, als het gaat
om het begrip 'werkgever', gaat het hier uitsluitend om de gemeen
te als instituut dat een aantal kosten voor u betaalt. Daar hoort
dit bij, daar kun je over denken wat je wilt, maar zo wordt dat
gezien. In die sfeer moet je dan vervolgens wel over gelijke monniken,
gelijke kappen in consequente zin spreken. Dat is niet de zin
zoals meneer Van Hooft die aangeeft, want hij maakt een onderscheid
tussen gebruikmaken van een stallingsmogelijkheid voor een auto
en vervoerskosten die je maakt, vervoerskos ten met openbaar vervoer.
Men komt hier op eigen kosten, met openbaar vervoer of met de
auto, hiernaar toe. Vervoerskosten worden niet betaald. Hier wordt
een mogelijkheid geboden voor stalling. Dat doen wij niet voor
bussen, dat is het enige, zo simpel ligt het. Gelijke monniken,
gelijke kappen. Het lijkt mij dat wij voldoende erover gesproken
hebben. Ik stel voor dat wij tot besluitvorming overgaan over
de motie van De Groenen.
Motie: P&P (Park and Pay) ook voor leden van de Raad.
De Raad van de gemeente Nijmegen in vergadering bijeen op 27 januari
1999,
overwegende dat de parkeerfaciliteiten voor raadsleden niet conform
artikel 99, tweede lid van de Gemeentewet geregeld zijn:
draagt het College op:
- De Raad een voorstel tot wijziging van de Verordening Geldelijke
Voorzieningen voor te leggen teneinde aan genoemd artikel 99 van
de Gemeentewet te voldoen,
of
- de 'gratis' parkeerkaart voor raadsleden in te trekken.
Toelichting:
Artikel 99 van de Gemeentewet luidt:
- Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, ontvangen
de leden van de Raad, van een commissie en van het dagelijks bestuur
van een commissie als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen
ten laste van de gemeente.
- Voordelen ten laste van de gemeente, anders dan in de vorm
van vergoedingen en tegemoetkomingen, genieten zij slechts voor
zover de Raad dit bij verordening bepaalt. De verordening behoeft
de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Raadsleden beschikken nu over een gratis parkeerkaart die, hoewel
vallende onder punt 2 van artikel 99 van de Gemeentewet, niet
bij verordening is geregeld en dus ook niet ter goedkeuring aan
GS voorgelegd kan worden.
Ondertekend door De Groenen en GroenLinks.
Mag deze als geheel in stemming komen?
Dhr Hirdes: Het is een of/of.
De voorzitter: Ik neem aan dat dan de scheiding
ligt tussen punt 1 en punt 2.
Wie is voor punt 1? De fracties van GroenLinks, De Groenen en
de SP. Dat is te weinig voor dat punt.
Wie is voor punt 2? De Groenen, GroenLinks en de SP. Dat is ook
te weinig.
Mw De Windt: Minus één van GroenLinks,
voorzitter.
De voorzitter: Maar dat wordt gecompenseerd door
één van het CDA? Nee? Oké. Even de besluitvorming
afwerken. Wat dat betreft, is dat ook verworpen. De heer Janssen.
Dhr Janssen: Ik wil een korte verklaring afleggen.
Ik ben het eens met de juridische redenering, maar emotioneel
ben ik het eens met de motie van De Groenen.
De voorzitter: Wenst iemand nog stemming over het
voorstel van het College? Niet meer?
Dhr Van Hooft sr: Wel een aantekening.
De voorzitter: De aantekeningen zijn inmiddels gemaakt.
Dan is conform besloten.
Verslag raadsvergadering gemeenteraad Nijmegen d.d.
27 januari 1999; pp. 48-51