KABELPERIKELEN
Rai Uno of toch maar Arte eruit?
Ieder jaar is het weer raak. Dan wordt het kijkerspubliek opgeschrikt met nieuwe tv-zenders die op de kabel moeten of er juist afgegooid worden. Verantwoordelijk voor dit gedoe: de programmaraad. Maar uit hoofde waarvan gebeurt dat? Waarom bestaan die raden überhaupt? En, wat doen ze eigenlijk?
 
DE ONMACHT DER PROGRAMMARADEN
 
Twee maanden geleden, om precies te zijn op 5 augustus, werd de televisiekijkende Parool-lezer met een paar interessante berichten geconfronteerd. Als hij al niet werd geïntrigeerd door het voorpaginabericht waarin de komst van een nieuwe, joodse, zender werd aangekondigd, dan toch wel door de mededeling die de volle laatste pagma van de krant sierde onder de kop: 'Belangrijk nieuws voor televisiekijkers'.
In dat bericht maakte kabelexploitant UPC melding van de gevreesde jaarlijkse wijzigingen in het zenderpakket die per 1 september voor Amsterdam en omgeving werden doorgevoerd. Ditmaal moesten de zenders Nieuwsnet 9, The Box, Mystèr/Kleurnet en Arte het veld ruimen. Daarvoor in de plaats kwamen - om ons tot de hoofdstad te beperken - BBC World, Euronews, Rai Uno en TVE.
Zoals ieder jaar betekende deze brute ingreep ook nu: woede bij de ene kijker, blijdschap bij de andere. Verantwoordelijk voor deze irritante schommelingen in het zenderaanbod is de, ook in deze gids, hevig bekritiseerde Amsterdamse Programma Raad (APR), die overigens haar advies niet in zijn geheel zag gehonoreerd: Eurosport en The Discovery Channel vonden geen genade in de ogen van UPC. In haar verklaring liet UPC weten weliswaar dolgraag aan dit verzoek te voldoen, maar helaas zag men zich in haar nobele streven gedwarsboomd doordat beide zenders geld vragen voor doorgifte van hun programma's.

Dit jaarlijks terugkerende hoofdstedelijke gehannes-over-de-rug-van-de-kijker-heen tussen kabelexploitant UPC en de APR staat natuurlijk met op zichzelf. Sinds de verplichte invoering in 1997 van de programmaraden (die zolang er schaarste op de kabel heerst enig tegenwicht tegen de kabelmaatschappijen zouden moeten bieden) hebben zich her en der in het land vele groteske taferelen afgespeeld.
Fraai voorbeeld is het onophoudelijke gerommel in Gelderland-Zuid. Daar zetelt een van de grootste programmaraden van Nederland, waar - extra complicerende factor - tientallen gemeenten deel van uitmaken. De Gelderlander kon er de laatste jaren bij wijze van spreken iedere dag wel over berichten en deed dat ook met graagte. Niet minder dan paniek in de regio ontstond er bijvoorbeeld toen de programmaraad het had bestaan het razendpopulaire RTL Plus uit het basispakket weg te adviseren. Tienduizend (!) handtekeningen en dreigen met de rechter konden evenwel niet voorkomen dat de Duitse pulpzender inderdaad verdween ten gunste van het toen juist geïntroduceerde Net 5. Ook verschenen er berichten over getergde programmaraad-leden die slechts anoniem uit de school durfden te klappen over hoe ze door Telekabel (later opgeslokt door UPC onder druk werden gezet. Een lid van de programmaraad: 'Uit alles bleek dat Net 5 door onze strot zou worden geduwd' (...) 'Ik voelde me zwaar gemanipuleerd, ja zelfs overdonderd.' Een ander lid van de programmaraad klaagde steen en been over het feit dat 'mensen in het dorp ons voor alles verantwoordelijk houden, terwijl we over veel zaken niets te zeggen hebben.'
En van kwade bedoelingen van de kant van de kabelexploitant getuigde natuurlijk ook dat er plotseling niet meer 's avonds, maar 's middags moest worden vergaderd. Hetgeen weer een ander lid deed verzuchten: 'Ik kan niet; ik ga echt geen halve snipperdag nemen.'

Iemand die de gang van zaken in het Zuid-Gelderse al jaren met bewonderenswaardige ijver en minutieuze precisie volgt is de, door De Gelderlander 'Nijmeegse stadscriticus' gebombardeerde drs. massacommunicatie Rob Essers. Als betrokken D66-partijlid houdt hij zich intensief bezig met de relatie burger-politiek in Nijmegen. 'En daar past dit gedoe heel mooi in. Programmaraden hadden een uitstekend middel kunnen vormen om burgers bij de politiek te betrekken, want als je aan de tv-programma's komt staat iedereen op zijn achterste benen.' Maar, zegt hij, de burgers hebben hoegenaamd geen invloed op de raad. 'Kijk, zo'n raad moet natuurlijk zo onafhankelijk mogelijk van de kabelexploitant opereren, maar als je nagaat dat het huishoudelijk reglement van de raad op UPC-papier staat gedrukt en dat de officiële naam is 'Programmaraden-UPC', dan is er iets vreemds aan de hand. Want die raden zijn ingesteld door de gemeenten. Ik vind dus dat ik mij met vragen tot de gemeente moet kunnen wenden. Maar die geeft niet thuis. De gemeente heeft trouwens de fout begaan om de opstelling van het huishoudelijk reglement aan de raad zelf over te laten. Terwijl ze dat zelf had kunnen doen en dan bijvoorbeeld had kunnen bepalen dat er in het openbaar vergaderd wordt en dat de adviezen openbaar zijn. Maar na de verkoop van de kabel hebben de gemeenten allemaal gedacht: daar zijn we mooi vanaf, daar hoeven we ons dus niet meer mee te bemoeien. Zelfs de financiering van de programmaraad gebeurt door UPC, al is het bijna niks. Ik heb - ruw geschat - uitgerekend dat al die aangeslotenen hier iets van 50 miljoen gulden betalen terwijl voor de advisering van dat pakket de exploitant welgeteld 5000 gulden uittrekt. Dat geeft ongeveer de verhoudingen aan.'
De gemeente laat het afweten, maar hoe zit het met de programmaraad zelf? 'Ik heb me diverse malen met vragen tot de raad gewend, maar krijg geen antwoord. Waarschijnlijk omdat men vindt dat ik mij daar als buitenstaander niet mee behoor te bemoeien. Het is zo'n besloten club. Contacten moeten uitsluitend via de voorzitter lopen en leden kunnen zelfs geschorst worden door het dagelijks bestuur. Dat zijn bepalingen die me tegen de borst stuiten.'
Essers moet overigens bekennen dat hij destijds gesolliciteerd heeft als programmaraadslid. 'Min of meer voor de grap. Het ging niet door want ik was niet "representatief", zoals dat heet. Maar het was ook weer niet helemaal voor de lot want binnen zo'n club heb je toch iets meer invloed dan erbuiten - al was het alleen maar omdat je over meer kennis beschikt.' Volgend jaar moeten er weer nieuwe leden voor de raad worden benoemd. Gaat hij dan weer solliciteren? 'Nou,' zegt hij lachend, 'eigenlijk vind ik dat ik daarvoor gevraagd moet worden.'

De naam Essers valt in eerste instantie niet echt lekker bij Chris Verheugd, voorzitter van de programmaraad Gelderland-Zuid. Verheugd vindt het nogal 'verbazingwekkend dat we ons eerst met deze gereputeerde criticaster hebben verstaan. 'Wie is meneer Essers? Dan had u bij wijze van spreken net zo goed bij mijn buurman kunnen aanbellen.' Maar even later: 'Nou, weet u, eigenlijk is het mij volstrekt onduidelijk waarom zo'n ijverig man géén lid is van de programmaraad. Ik zou hem wel eens willen zien, maar ik neem daar het initiatief niet toe.' En aan het eind van ons gesprek: 'Eigenlijk zou ik zo'n man als Essers er graag bij hebben. Er zijn mensen in de raad die zich pas één keer hebben laten zien. Dan denk ik: aan die Essers heb ik waarschijnlijk veel meer. Mij is toegefluisterd dat hij op het gemeentehuis geen geliefde figuur is, maar eigenlijk heb je zulk soort lieden juist nodig.'
Waarvóór precies heeft Verheugd zulke mensen nodig? Wat doen ze daar eigenlijk in die programmaraad? En waarom wil iemand überhaupt voorzitter worden van zo'n door de burger veracht en door de kabelmaatschappij nauwelijks serieus genomen orgaan. 'Tja,' zegt Verheugd thuis in het door de gemeente Wijchen opgeslokte dorp Alverna, 'grappige vraag. Nou, zeker niet omdat er enige eer aan te behalen is. Misschien komt het voort uit een zeker idealisme. Het feit dat burgers enigerlei inspraak kunnen hebben op het programma dat vanaf de kabel wordt geserveerd, spreekt mij wel aan. Maar ik moet bekennen - ik weet niet of ik het mag zeggen - soms denk ik wel eens: kan ik mijn tijd niet beter aan andere zaken wijden? Er gaan heel wat uren in zitten, en het is vrijwilligerswerk. Ja, reiskosten krijg ik vergoed, maar verder niks.'
Dat zijn orgaan om enigszins te kunnen functioneren het moet doen met een fooi van UPC, vindt Verheugd ook een rare zaak. 'Het is als het ware een kuikentje dat onder de grote kloek zit terwijl ze het liefst van elkaar af willen. De Mediawet (zie kader) bepaalt wel dat er programmaraden moesten komen, maar in de financiering ervan werd niet echt voorzien. Dat zou de taak van de gemeente zijn en dus zou je denken dat de gemeenten daarvoor door het Rijk gesubsidieerd zouden worden. Maar dat is niet het geval. En UPC vindt het natuurlijk ook raar dat zij moeten betalen.
Ze behandelen ons dan ook met een grote achteloosheid. Wat mij bijvoorbeeld mateloos irriteert is dat je zelden of nooit wordt teruggebeld. En dat als er kritiek is bij de consument hij meteen weer naar de gemeente wordt verwezen, die je dan weer zo snel mogelijk naar UPC verwijst, enzovoorts.' Verheugd voelt wel wat voor het plan van zijn Amsterdamse collega Wolzak om een soort landelijke consumentenbond van programmaraden op te zetten. 'Het lijkt me dat je tot zinnige samenwerkingsverbanden kunt komen, zodat bijvoorbeeld onze stem naar de overheid toe duidelijker wordt. Ik voel het als een gemis dat ik te weinig weet van andere programmaraden. Ik hoor wel eens geluiden dat de programmaraden hun langste tijd hebben gehad, maar ik geloof er eigenlijk niks van. Dat stemmetje van de kijker blijft nodig. Ik ben dus voor een landelijke programmaraad en zou bijvoorbeeld graag willen dat er eens een landelijke conferentie komt waar alle betrokkenen hun geluid laten horen. Van mijn part met Essers er ook nog bij.'
Intussen kijkt Verheugd met jaloerse blik naar de APR, die een 'aanzienlijk grotere financiële potentie heeft dan wij en die volgens mij ook een fulltime functionaris in dienst hebben.'

'Dat klopt,' zegt Cees Wolzak, voorzitter van de APR, die desondanks nog lang niet tevreden is met de 200.000 gulden die UPC jaarlijks fourneert. 'Dat is nog onderdeel van oude afspraken. Voor dat geld hebben we een kantoortje en een secretaris, dat gaat allemaal net. Maar geld om procedures aan te spannen en advocaten te betalen is er eigenlijk niet. En dat is soms echt nodig. Neem die kwestie van The Discovery Channel en Eurosport. Wij vinden dat die zenders best een redelijke vergoeding mogen vragen voor doorgifte van hun programma's. Maar het Commissariaat voor de Media heeft beslist dat het betalingsprincipe wel degelijk een "zwaarwegende reden" voor UPC vormde om die zenders niet in het basispakket op te nemen. Wij hebben daar op onze beurt weer bezwaar tegen aangetekend.
Kijk, de gemeente staat op afstand en ik snap best dat UPC een commerciële organisatie is die winst wil maken. Maar ze hebben in Nederland ongeveer de helft van de kabel in handen. Twee miljoen aansluitingen of meer en die zitten allemaal met al die verschillende programmaraadjes te scharrelen. Dat werkt natuurlijk niet, dus hebben wij gezegd: laten we de boel centraliseren. Als je voor het kijkerspublfek wilt opkomen en je merkt dat de wederpartij zo machtig is, terwijl je zelf weinig steun om je heen krijgt om je positie te handhaven, dan moet je zorgen dat je zelf ook sterker wordt. En dat je middelen kunt vergaren om bijvoorbeeld de kwaliteit van de adviezen op te voeren. Bij UPC heb je mensen die daar dag en nacht mee bezig zijn. Daarom zou het goed zijn om een soort research- and developmentafdeling te hebben, die hoeft helemaal niet groot te zijn, misschien één of twee mensen, die volgen wat er gaande is, en ons helpen bij het voorbereiden van de adviezen. Iemand die kan zeggen: dit is voor de komende twee jaar het medialandschap waarin jullie je advies moeten geven. Daarmee versterk je de positie van de kijker en het advies wordt kwalitatief sterker.
Een soort consumentenbond van kijkers is toch nodig om de allergrootste rotzooi een beetje te kunnen weren die in het marktgeweld ontstaat. Of je andere adviezen krijgt weet ik niet, maar je staat wel sterker. Je wordt dan een factor van betekenis. Als ik week in week uit bij Nova zou zitten - wat God verhoede - en lelijke dingen over UPC zou roepen dan moet je eens zien wat er gebeurt. Als je goed zichtbaar wordt binden ze zeker in. Je voert dan namelijk het woord namens de twee miljoen klanten, die van UPC elke maand een rekening krijgen. Zoiets bereik je niet met een lokale raad. En al mag ik het niet hardop roepen, van mij mag die rol best vervuld worden door de consumentenbond of zo.'
Het is duidelijk dat al dit soort zaken niet in een paar vergaderingen per jaar geregeld kunnen worden. Wolzak zegt tegenwoordig wel twee keer in de maand te vergaderen. Z'n voorzitterschap beschouwt hij als een soort burgerplicht. Daarom, ook al steekt hij er nu 'onverantwoord veel tijd in', zal hij zijn termijn afmaken. 'Maar medio volgend jaar moet er een nieuwe voorzitter komen. Dat zal nog niet meevallen, vrees ik'

Kees Sluys

 
PROGRAMMARADEN: WAT EN WAAROM?
Op grond van artikel 82k van de Mediawet dat 1 september 1997 in werking is getreden, zijn gemeenteraden verplicht een programmaraad in te stellen. Die adviseert bij de samenstelling van het wettelijk basispakket van tenminste 15 televisiezenders en 25 radiozenders, dat de kabelexploitant voor een redelijk bedrag moet doorgeven. Slechts in het geval van 'zwaarwegende argumenten' mag die van het advies afwijken.
Zo'n regeling is nodig tot het moment daar is dat de consument - door nieuwe technische ontwikkelingen - over 'onbeperkte keuzemogelijkheden' beschikt om zelf te bepalen wat en wanneer hij wil zien.
Helaas kan dat nog wet even duren. Maar Wolzak vestigt enige hoop op een nota waaraan op dit moment door OC & W wordt gewerkt. 'Het is een voorstel om de positie van de programmaraden te versterken. Belangrijk punt daarin wordt het versterken van de beroepsmogelijkheden om adviezen af te dwingen.'
Overigens zijn er kijkers die geen last hebben van monopolistische kabelboeren en bemoeizuchtige programmaraden: samen met hun buren vormen ze hun eigen kabelmaatschappijtjes.
Dat kan heel verschillend zijn. De bedoeling is dat de leden van de programmaraad een 'representatieve' afspiegeling van de bevolking vormen en over een zekere deskundigheid beschikken. In Gelderland-Zuid maken diverse huisvrouwen deel uit van de raad, die aldus Verheugd, 'zeer zinnige oordelen kunnen uitspreken.' Bij de dertienkoppige Amsterdamse Programmaraad lijkt daarentegen nauwelijks een 'normaal mens' rond te lopen. Het is een en al uitgever, jurist, marktonderzoeken en projectleider wat de klok slaat. Ongetwijfeld zeer deskundig, maar representatief?

DE ADVIEZEN
Hoewel bij velen ongetwijfeld de indruk bestaat dat vergaderingen van programmaraden in het grootst mogelijke geheim worden gehouden, kunnen zowel Verheugd als Wolzak zich best voorstellen dat ze in de toekomst in het openbaar gaan plaatsvinden. Bij zijn aantreden stond deze wens zelfs op het verlanglijstje van Verheugd. 'Maar de meerderheid had daar geen zin in. Dan houdt het op. De UPC-vertegenwoordiger die er soms ook bij zit, riep meteen: "Dan zullen we minder mededeelzaam zijn dan gewoonlijk".' Ook Wolzak is voor toegankelijkheid. 'Ik zou het aan de leden moeten vragen, maar ik denk wel dat u erbij zou kunnen zitten.'
Er mag door Verheugd en Wolzak dan wel kwistig worden gestrooid met de kreten 'kwaliteit van adviezen', en 'opkomen voor de belangen van de kijker', maar voor de doorsnee-kijker telt in eerste instantie natuurlijk alleen zijn allerindividueelste eigenbelang. die wil nú zijn eigen favoriete zenders op de kabel. Het is dus maar zeer de vraag of de kijkers hun misnoegen voor zich houden naarmate de 'kwaliteit van de adviezen' inderdaad 'hoger' zou worden. De Rai Uno-fan die nooit naar West 3 kijkt zal het een rotzorg zijn wanneer die zender uit zijn pakket verdwijnt.
Hoe komen die adviezen in de praktijk tot stand? De procedure blijkt niet overal gelijk. Zo wordt in Gelderland-Zuid vier maal per jaar vergaderd door de maar liefst 32 leden die de programmaraad telt. Afgezien van de verplicht op te nemen zenders (zoals Nederland 1, 2, en 3 en diverse lokale omroepen), krijgen alle leden gegevens van ruim 30 programma-aanbieders toegezonden, die in aanmerking zouden kunnen komen voor de resterende 8 plekken op de kabel. Per zender geeft ieder lid opeen stemformulier een cijfer van 1 tot 10: zenders die men absoluut niet in het pakket wil krijgen een 0, zenders die er absoluut in gewenst worden een 10. De uitslag wordt ter vergadering besproken en daar komt een rangorde uit: de eerste 8 komen in het basispakket, de volgende 5 op de reservelijst. Verheugd 'neemt aan' dat zijn leden de gegevens van de aanbieders serieus bestuderen en vraagt hen vervolgens een 'wijs oordeel' uit te spreken. 'Wat kun je meer doen?' Maar hij durft er zijn handen niet voor in het vuur te steken dat sommigen niet gewoon hun persoonlijke voorkeur uitspreken.

KWALITEIT
De APR lijkt iets grondiger te werk te gaan. Vooraf wordt onderscheid gemaakt in het gewenste aantal general interest-zenders, het aantal special interest-zenders en in de hoeveelheid thema-kanalen Op het gebied van Informatie/Nieuws; Sport; Cultureel/Educatief; Muziek. Zenders die op de kabel willen mogen zich een kwartier lang voor de raad presenteren. Het dagelijks bestuur van de raad peilt dan het algemene gevoel bij de raad en werkt dit uit aan de hand van genoemd categorieënsysteem. De eigen smaak volgen is uit den boze, er dienen argumenten op tafel te komen. Wolzak: 'Dat roep ik op zo'n avond wel tien keer. Ik heb ook wel eens zenders verdedigd waar ik zelf niet graag naar kijk, je moet je inleven.'
De ene programmaraad geeft wel toe aan druk van buitenaf, de andere weer niet. Waar Verheugd in Gelderland-Zuid niet bezweek voor de RTL Plus-handtekeningenactie, zwichtte de APR dit jaar wel voor de lobby Rai Uno terug te halen. Wolzak. 'Ja, waarom Arte eruit en Rai Uno er weer in? Dat heeft zeker te maken met de geweldige actie die op gang is gekomen, tot de ambasseur aan toe, die op grond van allerlei gegevens heeft uitgelegd hoeveel Italiaans sprekende mensen hier wel niet wonen. Een goeie Italiaanse vriendin van me, die als documentairemaakster bij Rai Uno werkt, belde me zelfs vanuit Rome op. "Wat hoor ik nou, Kees...." De raad raakte daar toch van onder de indruk. En zo kan een zender als Arte eruit vallen.' (KS)


Bron: VPRO GIDS,  7 t/m 13 oktober 2000, nummer 41; pp. 6-9