Komkommertijd *
Redacteur Bart van Dam had daar blijkbaar last van bij zijn poging de rubriek 'WVTTK'
in de PINK van september 1997 vol te krijgen. Ook ik moest er weer aan geloven...
Jammer dat hij niet even de moeite genomen heeft om de feiten te checken! Dan was
hij er misschien achter gekomen waar de schoen wringt.
Het begon allemaal met mijn brief aan de gemeenteraad van 1 februari 1994 over het onderwerp
'De ene commissie is de andere niet...' Daarin plaatste ik een vraagteken bij de ongelijke
behandeling van verschillende adviescommissies. De Adviescommissie homo-/lesbisch beleid
kwam er in vergelijking tot andere commissies bekaaid af! Na een grondige inventarisatie leidde
dat uiteindelijk tot een Gewijzigd voorstel inzake vaststelling herziene Verordening geldelijke
voorzieningen commissieleden (Raadsvoorstel 5/1996) dat op 3 april 1996 door de
gemeenteraad goedgekeurd werd. Een van de gevolgen daarvan was, dat ook de leden van de
Adviescommissie homo-/lesbisch beleid sindsdien een presentiegeld van 176,- per persoon per
vergadering ontvangen (het kan zijn dat het bedrag met ingang van dit jaar weer iets verhoogd
is).
openbaarmaking
Deze vorstelijke honorering van vrijwilligers schept natuurlijk wel verplichtingen, die ik graag tot
uitdrukking had zien komen in adviezen. Om ervoor te zorgen dat de uitgebrachte adviezen ook
openbaar gemaakt worden, heb ik het college van B&W op 13 januari 1997 gevraagd naar de
wijze waarop uitvoering gegeven wordt aan het bepaalde in art. 9 van de Wet openbaarheid van
bestuur (Wob). Op grond van dat artikel is het college namelijk verplicht de beleidsadviezen van
niet ambtelijke adviesorganen binnen vier weken openbaar te maken.
Op 21 maart 1997 meldden B&W mij dat "bij het daarop volgende onderzoek bleek dat aan de uit
het betreffende artikel van de Wob voortvloeiende verplichting tot openbaarmaking in
onvoldoende mate uitvoering wordt gegeven". Afgesproken is dat alle - gevraagd en ongevraagd
- uitgebrachte adviezen in het gemeentelijke informatiecentrum Open Huis ter inzage zullen
worden gelegd. Bovendien zal daarvan op de gemeentelijke pagina in De Brug mededeling
worden gedaan.
aantal
Het enige wat de Adviescommissie homo-/lesbisch beleid dus nog hoeft te doen is "[..] aan
Burgemeester en Wethouders gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over
aangelegenheden die van belang zijn of kunnen zijn voor het gemeentelijk homo-/lesbisch
beleid." (art. 1.1. Regeling Adviescommissie homo-/lesbisch beleid).
Toen het eerste halfjaar van 1997 nog maar nauwelijks verstreken was, heb ik in het Open Huis
de map (nr. 5211) met alle adviezen eens onder de loupe genomen. Deze bevatte wel een aantal
adviezen van De Seniorenraad en van de Adviescommissie Allochtonen, maar geen enkel
advies van de Adviescommissie homo-/lesbisch beleid (ook na die tijd heb ik nog geen enkele
aankondiging in De Brug aangetroffen).
Op 3 juli 1997 heb ik het college van mijn teleurstellende bevindingen op de hoogte gebracht en
op herbezinning aangedrongen. Omdat ik mij nog altijd enigszins 'schuldig' voel in verband met
de extra kosten die de gelijke behandeling van adviescommissies met zich meebracht (volgens
bovengenoemd raadsvoorstel 26.300,- per jaar voor de Dienst Educatie en Welzijn), heb ik
B&W de suggestie gedaan: "Misschien is het een goed idee als de leden van deze commissies
een vergoeding per uitgebracht advies ontvangen in plaats van per vergadering, met als
maximum het bedrag dat zij thans ontvangen." Ik zie de reactie van het college met
belangstelling tegemoet.
brief
Hoewel de adviescommissie dit jaar dus blijkbaar nog geen enkel advies heeft uitgebracht, vond
zij het wel nodig om ongevraagd te adviseren over de verkiezingsprogramma's van de politieke
partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen 1998. Over de vraag aan wie de brief feitelijk gericht
is, lopen de meningen uiteen. Volgens de verslaggeefster van De Gelderlander (30 juli 1997) is
de brief gericht aan de zeven politieke fracties die de Nijmeegse gemeenteraad telt. De pr-medewerker van de adviescommissie wist mij echter te melden dat de brief gericht is aan het
college van B&W, en ter kennisname aan de secretariaten van de partijen etc. is gezonden. Een
verklaring voor de aanhef "Geachte dames en heren" en de slotzin "Wij hopen dat u deze
aspecten zal meenemen bij het opstellen van de programma's voor de nieuwe collegeperiode",
heb ik niet ontvangen.
Ik mag toch aannemen dat de Adviescommissie homo-/lesbisch beleid ervan op de hoogte is,
dat wethouder Marja Alofs al een jaar geleden opgestapt is (om daarna bestuurslid te worden
van de afdeling Nijmegen van de N.V.I.H. COC)? En het is toch hopelijk bekend dat het college
van B&W geen enkele bemoeienis heeft met het opstellen van de verkiezingsprogramma's?
Zelfs het collegeakkoord wordt gesloten door de fractievoorzitters van de collegeschragende
partijen en in de eerste raadsvergadering na de verkiezingen slechts voor kennisgeving
aangenomen. Ik kan dus niet anders dan concluderen dat de brief van de adviescommissie
misplaatst was.
invloed
Natuurlijk is er niets op tegen om bij politieke partijen aandacht te vragen voor het
homo-/lesbisch beleid. Als dat niet ten koste van normale werkzaamheden gaat, zou zelfs de
Adviescommissie homo-/lesbisch beleid zich daar van mij nog wel aan mogen wagen. Al zou het
dan natuurlijk veel verstandiger zijn om de verschillende partijen te wijzen op de manier waarop
het college van B&W de adviezen wel/niet uitvoert. Maar ja, dan moet je wel eerst adviezen
uitbrengen...
Wie invloed wil uitoefenen op de inhoud van de verkiezingsprogramma's doet er trouwens veel
beter aan om zelf lid te worden van een politieke partij. Het zijn immers de leden van de
verschillende partijen die de programma's vaststellen. Waar bemoeit de Adviescommissie
homo-/lesbisch beleid zich eigenlijk mee?
tot slot
Op de column van Nijs van Megen waaraan Bart van Dam refereert, ben ik hierboven bewust
niet ingegaan. Ik voel mij niet verantwoordlijk voor wat er in de Zondagkrant over de
adviescommissie en/of mij geschreven wordt. Bovendien is het mijns inziens niet de taak van
een columnist om genuanceerd te zijn. Ook de column van Bart van Dam is daar een goed
voorbeeld van.
Afgesloten: 7 september 1997
*) Deze bijdrage verscheen in PINK, maandblad van de N.V.I.H. COC
afdeling Nijmegen, jaargang 17 (1997), nummer 8 (oktober); pag. 10-11.
|