www.pinknijmegen.nl - nieuws
 
15 mei 1999

Een homomonument in Nijmegen?

NIJMEGEN - Na Amsterdam en Den Haag krijgt ook Utrecht een homomonument. "Een steen op het Domplein zal gaan herinneren aan de 18 mannen die rond 1730 vanwege hun seksuele geaardheid werden gewurgd," meldde NOS teletekst op woensdag 12 mei 1999.

Kan de gemeente Nijmegen nog wel achterblijven? De vervolging in Utrecht had ook consequenties voor de Nijmegenaar Fodeyn wiens naam tijdens de verhoren genoemd werd. Ruim een jaar na ontvangst van het bericht uit Utrecht, antwoordde de Nijmeegse schepenbank op 6 juli 1731 dat de ongeveer negenentwintigjarige knopenmaker Albertus Fodeyn in verzekerde bewaring was gesteld.

Hoewel Fodeyn in alle toonaarden ontkendde, lieten de Nijmeegse autoriteiten het - volgens Björn Kokke in zijn artikel 'Sodom aan de Waal (1730 - 1732)', verschenen in PINK, april 1997 (pag. 3-5) - niet bij de ontkenningen van de knopenmaker zitten:

  Een homomonument in Nijmegen?
Justitia (voorgevel stadhuis)
 

Executie
"[..] In het Nijmeegse gemeentearchief is opvallend weinig materiaal met betrekking tot de sodomietenvervolgingen bewaard gebleven. Slechts enkele goed verstopte bescheiden vertellen ons iets over die gebeurtenissen in de jaren rond 1731. Uit één van deze bescheiden lijkt echter af te leiden hoe het Albertus Fodeyn uitendelijk is vergaan.
In de lijst van uitgaven aan de hand waarvan stadsrentmeester Jacob de Mist de stadsrekening over het jaar 1731 opmaakte, staat onopvallend temidden van kostenposten van verschillende aard vermeld:

7 december.
Aen de Heeren regeerende burgemeesteren voor het staen over een crimineel,   15,-

Aen den scherprigter Johannes van Anhoud voor het wurgen van een persoon binnens camer,   49,10

Zoals vermeld was sodomie in Nederland reeds eeuwenlang met de dood strafbaar. De wijze van executie echter verschilde in de loop der tijd. In de zeventiende eeuw werd het min of meer gebruikelijk om sodomieten tot de dood aan de wurgpaal te veroordelen. Deze executiemethode was lange tijd een straf geweest waartoe in de regel alleen vrouwen werden veroordeeld en werd daarom voormannen als bijzonder oneervol beschouwd. Het is echter waarschijnlijk niet zo dat sodomieten deze straf kregen opgelegd omdat hen een uitgesproken feminien gedrag werd toegeschreven maar veeleer om de schandelijkheid van hun daden te benadrukken.

Omdat uit de bronnen nergens blijkt dat in deze periode in Nijmegen een crimineel proces tegen een vrouw werd gevoerd, was de persoon die op 7 december 1731 ter dood werd gebracht daarom vrijwel zeker Albertus Fodeyn. Onder welke omstandigheden hij een bekentenis heeft afgelegd is niet bekend. Het is mogelijk dat de Nijmeegse autoriteiten tortuur hebben toegepast, het is echter ook niet uitgesloten dat Fodeyn, de hopeloosheid van zijn situatie inziende, voor zijn ondervragers is gezwicht en schuld heeft bekend. Maar wanneer het zich in de lijst met uitgaven daadwerkelijk om Fodeyn handelt staat in ieder geval vast dát hij een verklaring heeft afgelegd. In sodomiezaken ontbrak namelijk een 'corpus delicti' waardoor rechtbanken zich volledig moesten baseren op verklaringen van getuigen en een uiteindelijke bekentenis van de verdachte.

Doofpot
Het lijkt erop dat Albertus Fodeyn [..] één van de vele tientallen personen is geweest die ten tijde van de landelijke vervolgingen werd geëxecuteerd. Opvallend is echter dat zijn vonnis binnenskamers werd voltrokken. Nijmegen dient hiermee te worden bijgeschreven bij de weinige steden die - in de jaren waarin sodomie zo'n 'hot item' was - gelijkslachtig verkeer tussen mannen nog steeds in de doofpot meenden te moeten stoppen. Sodomie moest de 'stomme zonde' blijven."

In Nijmegen werden voor zover bekend in 1763 en 1801 nog twee sodomieprocessen gevoerd. De invoering van de Code Pénal maakte in 1811 officieel een einde aan de strafbaarheid van gelijkslachtig verkeer.


Literatuur: Björn Kokke, "dat groote quaat dat hedendaags soo sterk in swang gaat". Sodemieten- vervolgingen in Gelderland 1730-1732 (Nijmegen, Doctoraalscriptie Nieuwe Geschiedenis 1996)
 
 
De Gelderlander / vrijdag 21 mei 1999

'Ook Nijmegen heeft recht op homomonument'

Door onze verslaggeefster
NIJMEGEN - Nijmegen heeft, in navolging van steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht recht op een homomonument. Immers, ook in de Waalstad is in het verleden op gruwelijke wijze een van sodomie beschuldigde man geëxecuteerd.

Dat zegt Nijmegenaar Rob Essers, redactielid van Pink on Line, het Nijmeegse homomagazine op Internet. Via Internet reageert hij op de plannen die er in Utrecht leven voor de oprichting van een homomonument. Dat moet verrijzen ter nagedachtenis van achttien mannen die in 1730 In de Domstad werden gewurgd vanwege hun seksuele geaardheid.

Volgens Essers had die Utrechtse groep connecties met de Nijmegenaar Albertus Fodeyn, een knopenmaker die in de Broerstraat woonde. Tijdens de verhoren lieten de Utrechtse 'verdachten' namelijk de naam van Fodeyn en nog een tweede Nijmegenaar vallen als zijnde 'medeplichtigen', zo weet Essers te vertellen. Hij heeft die wijsheid uit het proefschrift van de historicus Björn Kokke die in 1997 aan de Katholieke Universiteit Nijmegen afstudeerde op het onderwerp Sodom aan de Waal (1730-1732). De identiteit van de tweede Nijmegenaar is in de annalen trouwens niet meer terug te vinden.

Het feit dat destijds Utrechtse en Nijmeegse homoseksuelen elkaar kenden, komt volgens Essers voort uit 'netwerken van gelijkgestemden' die er in die tijd net zo goed waren als nu. Hoe dan ook, nadat Fodeyn door de Utrechters was 'verraden', gelastten de Nijmeegse autoriteiten zijn arrestatie. Want voor wie het niet weet: op sodomie danwel homoseksualiteit stond in die tijd de doodstraf.

Een jaar na zijn Utrechtse kameraden stierf ook de Nijmeegse knopenmaker door beulshanden: hij werd gewurgd.
"Het gaat hier om een vergeten bladzijde uit de plaatselijke geschiedenis", meent Essers. "Nijmegen klopt zichzelf tegenwoordig op de borst als homovriendelijke stad. Het zou dus gepast zijn als dat wordt vertaald in de oprichting van een monument", aldus zijn pleidooi.
 

 
 
25 mei 1999

Gemeente weigert medewerking

NIJMEGEN - Nijmegen TV mag in het Nijmeegse stadhuis geen opnamen maken voor een televisieprogramma over de executie van Albertus Fodeyn. De Gemeente Nijmegen is blijkbaar bang voor negatieve publiciteit. De van sodomie beschuldigde Nijmeegse knopenmaker werd hier in 1731 in het bijzijn van de twee regerende burgemeesters gewurgd. De weigering van de gemeente betekent ook dat gemeentearchivaris Meeuwissen niet aan het programma mag meewerken.

De zaak Fodeyn kwam onlangs in het nieuws via Pink Nijmegen Online. Naar aanleiding van de onthulling van een homomonument in Utrecht op 15 juni a.s. werd de vraag gesteld of er in Nijmegen geen monument moet komen dat herinnert aan Albertus Fodeyn. In Utrecht zal een steen op het Domplein herinneren aan de 18 mannen die daar rond 1730 terechtgesteld werden.

In Nijmegen werd het vonnis in 1731 binnenskamers voltrokken en werden vervolgens de processtukken naar alle waarschijnlijkheid vernietigd. Sodomie moest hier een 'stomme zonde' blijven. Anno 1999 wil de gemeente nog altijd niet aan de zaak Fodeyn herinnerd worden. Voor een monument voor het (enige?) Nijmeegse slachtoffer van de sodomietenvervolging is hier blijkbaar geen plaats.

 
 
ANP / 27 mei 1999

Artikel: 45HQ09    27-05-99 12:42


Homoseksuelen: Nijmegen bang voor negatief imago
¶  NIJMEGEN (ANP) - De gemeente Nijmegen wil niet meewerken aan een documentaire over de homoseksuele knopenmaker Albertus Fodeyn, die in 1731 in Nijmegen vanwege zijn geaardheid is gewurgd. Pink Nijmegen, een organisatie van homoseksuelen, stelt dat de gemeente bang is voor een negatief imago.
¶  Nijmegen TV wilde in de Middeleeuwse gewelven van het stadhuis opnamen maken voor de documentaire over de knopenmaker. Fodeyn is in 1731 in het Nijmeegse stadhuis onder toeziend oog van twee burgemeesters door een beul om het leven gebracht omdat hij sodomie bedreef. De lokale omroep wilde ook een gesprek opnemen met gemeentearchivaris Meeuwissen over de zaak.
¶  De gemeente gaf echter geen toestemming voor de opnamen in de gewelven. "We laten niet zomaar iedereen in voor het publiek afgesloten ruimtes filmen en zeker niet voor een zaak die politiek toch gevoelig ligt", zegt een woordvoerster van de gemeente.
¶  Volgens Pink Nijmegen verbood de gemeente Meeuwissen ook om mee te werken aan de documentaire. De gemeentewoordvoerster ontkent dat. Volgens haar mocht Nijmegen TV wel filmen in het gemeentearchief. Meeuwissen weigerde zelf echter mee te werken, toen hij merkte dat de documentaire mede was bedoeld als actie voor het oprichten van een homostandbeeld in Nijmegen.
¶  Pink Nijmegen zegt dat sodomie in Nijmegen kennelijk nog steeds een "stomme zonde" is. De gemeente wil anno 1999 niet herinnerd worden aan de sodomietenvervolging in de achttiende eeuw, aldus de organisatie.
¶  
 
 
 
Omroep Gelderland / 27 mei 1999

 
 
Trouw / vrijdag 28 mei 1999

'Nijmegen bang voor imago'

NIJMEGEN - De gemeente Nijmegen wil niet meewerken aan een documentaire over de homoseksuele knopenmaker Albertus Fodeyn, die in 1731 in Nijmegen vanwege zijn geaardheid is gewurgd.

Pink Nijmegen, een organisatie van homoseksuelen, beweert dat de gemeente bang is voor een negatief imago.
Nijmegen TV wilde in de middeleeuwse gewelven van het stadhuis opnamen maken voor de documentaire over de onfortuinlijke knopenmaker. Fodeyn is in 1731 in het Nijmeegse stadhuis onder toeziend oog van twee burgemeesters door een beul omgebracht, omdat hij sodomie bedreef.

De gemeente gaf echter geen toestemming voor de opname in de gewelven. "We laten niet zomaar iedereen in voor het publiek afgesloten ruimtes filmen en zeker niet voor een zaak die politiek toch gevoelig ligt", zegt een woordvoerster van de gemeente.
 

 
 
Nijmegen TV / zaterdag 29 mei 1999

Nijmegen TV
Wat heeft de gemeente Nijmegen met homo-veroordelingen?

 

 
RECHT & KROM   door Nijs van Megen Zondagkrant - 30 mei 1999

[...]

Homomonument

De Nijmeegse knopenmaker Albertus Fodeyn werd na beschuldigd te zijn van sodomie in 1731 in het bijzijn van twee regerend burgemeesters (?) binnenskamers gewurgd. Sodomie, het bedrijven van de liefde tussen meneren, was destijds strafbaar. Dezer dagen zullen we het er met elkaar over eens zijn dat dat toch wel erg naar was voor meneer Fodeyn, maar zo heeft elke tijd zijn eigenaardigheden. Nu wordt er in Utrecht binnenkort een homomunument onthuld dat moet herinneren aan 18 mannen die in 1730 voor hetzelfde feit terecht werden gesteld. Dat vindt mijn goede vriend Rob Essers een prima aanleiding om ook in Nijmegen te pleiten voor een monument voor meneer Fodeyn, maar hij lijkt daar tot op heden nog niet bijster veel handen voor op elkaar te krijgen. Ook niet die van Nijs van Megen, want het einde is zoek wanneer je monumenten moet gaan oprichten voor elke miskende groepering door de eeuwen heen. We hebben in Nijmegen een rijk verleden waarin op het ene moment de protestanten de katholieken over de kling joegen en op het andere moment de katholieken de protestanten. Dat is al goed voor twee monumenten. Zo zullen er in het verleden ongetwijfeld ook hoeren jammerlijk aan hun eind zijn gekomen. Een monument op de Nieuwe Markt? En wat te denken van een heksenmonument voor de Waag?

Middeleeuws

Daar zullen Rob en ik het dus niet over eens worden. Maar het wordt anders wanneer klopt wat Rob me deze week schreef: "Nijmegen TV mag in het Nijmeegse stadhuis geen opnamen maken voor een televisieprogramma over de executie van Albertus Fodeyn. De gemeente Nijmegen is blijkbaar bang voor negatieve publiciteit. De weigering van de gemeente betekent ook dat gemeentearchivaris W. Meeuwissen niet aan het programma mag meewerken." (voor meer informatie zie Pink Nijmegen Online). Watkrijgenwenou? Dat er in 1731 geen ruchtbaarheid werd gegeven aan de moord op Fodeyn is nog daar aan toe. Maar ons gemeentebestuur geeft blijk van een middeleeuwse mentaliteit wanneer medewerking aan een programma over die man geweigerd wordt.

 
 
De Nijmeegse Stadskrant / juni 1999

muskito
NIJMEEGSE ZAKEN

Rob Essers is weer eens stennis aan het schoppen. Onze stadsquerulant beweert dat de gemeente Nijmegen stadsarchivaris Meeuwissen heeft verboden mee te werken aan een programma van Nijmegen TV over de knopenmaker Albertus Fodeyn. Deze is in 1736 van overheidswege gewurgd voor het bedrijven van sodomie ('tegennatuurlijke ontucht', meldt Van Dale). Volgens de gemeente trok Meeuwissen zijn aanvankelijk verleende toestemming in toen hij erachter kwam dat de documentaire bedoeld was om steun te verwerven voor de oprichting van een homostandbeeld. Essers belde onmiddellijk stad en land af om deze vorm van censuur aan de kaak te stellen. En omdat het om een minderheidsgroepering ging, nam natuurlijk niemand de moeite om na te trekken of de versie van Essers wel klopte. Ook zijn grote vriend Nijs van Megen niet, die het verhaal klakkeloos overnam in zijn wekelijkse column in de Zondagkrant.


Van Megen is trouwens tegenstander van zo'n homomonument in Nijmegen. 'Het eind is zoek wanneer je monumenten moet gaan oprichten voor elke miskende groepering door de eeuwen heen', vindt onze Nijs. Hoezo, wie zijn dan al die miskende groeperingen? Nou, redeneert hij verder, protestanten hebben in het verleden katholieken over de kling gejaagd en andersom. Bij mijn weten hebben homo's echter nog nooit hetero's vervolgd, dus dat is wel een erg ongelukkige vergelijking. Bovendien zijn de 'martelaren van Gorkum', katholieken die door de protestantse Watergeuzen vermoord zijn, door een of andere paus heilig verklaard. En dat is natuurlijk ook een soort monument.
 

 
 
1 juni 1999

Gemeenteraadsfractie:
Korte Nieuwstraat 6 - 6511 PP  Nijmegen
Kamer 18 - telefoon: 024 3292370 - telefax: 024 3235992

GroenLinks Nijmegen

Aan: Het College van B&W
Van: GroenLinks, Mevr. A. Simons-Welschen
Betreft: Schriftelijke vragen over "Een homo-monument in Nijmegen"


Schriftelijke vragen conform artikel 38 van het reglement van orde van de gemeenteraad Nijmegen


Nijmegen, 1 juni 1999


Geacht College,

De gemeente Nijmegen kwam onlangs negatief in nieuws door een weigering om Nijmegen TV toestemming te verlenen voor het maken van televisieopnamen in het stadhuis. De vraag of de gemeente Nijmegen - in navolging van Utrecht - ook een homomonument moet krijgen, leidde tot de nodige commotie.

(citaten)
"Nijmegen TV mag in het Nijmeegse stadhuis geen opnamen maken voor een televisieprogramma over de executie van Albertus Fodeyn. De Gemeente Nijmegen is blijkbaar bang voor negatieve publiciteit. (..) De weigering van de gemeente betekent ook dat gemeentearchivaris Meeuwissen niet aan het programma mag meewerken." (www.pinknijmegen.demon.nl, 25 mei 1999)

"Nijmegen TV wilde in de middeleeuwse gewelven van het stadhuis opnamen maken voor de documentaire over de onfortuinlijke knopenmaker. Fodeyn is in 1731 in het Nijmeegse stadhuis onder toeziend oog van twee burgemeesters door een beul omgebracht, omdat hij sodomie bedreef.
(..) 'We laten niet zomaar iedereen in voor het publiek afgesloten ruimtes filmen en zeker niet voor een zaak die politiek toch gevoelig ligt', zegt een woordvoerster van de gemeente." (Trouw, 28 mei 1999)

"De gemeente was helaas niet beschikbaar voor commentaar. Volgens een woordvoerster waren er teveel misverstanden rond de kwestie ontstaan en was de zaak geëscaleerd." (Nijmegen TV, 29 mei 1999)

Vragen:
1. Waarom kreeg Nijmegen TV geen toestemming om opnamen in het stadhuis te maken voor een programma over de executie van Albertus Fodeyn in 1731 en de vraag of Nijmegen een homomonument moet krijgen?

2. In hoeverre spelen het onderwerp en de personen die hierbij betrokken zijn een rol?

3. Wat is het beleid en de procedure inzake het wel/niet verlenen van toestemming voor het maken van opnamen in het stadhuis?

4. Welke regels gelden er voor een ambtenaar die uit hoofde van zijn functie gevraagd wordt aan een programma mee te werken?

5. Is het College bereid om na te gaan in hoeverre een homomonument - in welke vorm dan ook - mede ter herinnering aan de executie in 1731 wenselijk is?

6. Is de Adviescommissie homo-/lesbisch beleid inmiddels om advies gevraagd?

Hoogachtend,


w.g. Mevr. A. Simons-Welschen
 

 
 
2 juni 1999
Directie Bestuur & Organisatie
Bedrijfsvoering
Procescoördinatie
Gemeente Nijmegen
Fractie GroenLinks
t.a.v. mevrouw M. Simons-Welschen
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP  NIJMEGEN
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP  Nijmegen
Telefoon  (024) 329 91 11
Telefax    (024) 329 22 92

Postadres
Postbus 9105
6500 HG  Nijmegen

 
Datum Datum uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
02-06-1999   C330/LW
99.27456
3292353
Onderwerp Aantal bijlagen
"een homomonument in Nijmegen"


Geachte mevrouw Simons-Welschen,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de door uw fractie gestelde vragen
aan het College van B. & W.

1. Waarom kreeg Nijmegen TV geen toestemming om opnames te maken in het
   stadhuis voor een programma over de executie van Albertus Fodeyn en
   de vraag of Nijmegen een homomonument moet krijgen?
   Er zijn huisregels omtrent het gebruik van de ruimten in het
   stadhuis. Voor een niet openbare ruimte wordt in dit soort gevallen
   nooit toestemming verleend.

2. In hoeverre spelen het onderwerp en de personen die hierbij betrokken
   zijn een rol?
   Geen.

3. Wat is het beleid en de procedure inzake het wel/niet verlenen van
   toestemming voor het maken van opnamen in het stadhuis?
   In openbare gedeelten van het stadhuis kunnen vrij opnamen gemaakt
   worden. In de niet openbare gedeelten wordt op elk verzoek
   afzonderlijk een beslissing genomen.

4. Welke regels gelden er voor een ambtenaar die uit hoofde van zijn
   functie gevraagd wordt aan een programma mee te werken?
   De gedragscode voor ambtenaren biedt richtlijnen en ruimte.

5. Is het college bereid om na te gaan in hoeverre een homomonument - in
   welke vorm dan ook - mede ter herinnering aan de executie in 1731
   wenselijk is?
   Als ons een verzoek bereikt zullen wij aan de procedure daaromtrent
   vanzelfsprekend meewerken.
 
 
Gemeente Nijmegen
Directie Bestuur & Organisatie
Bedrijfsvoering
Centrale Juridische Zaken
Vervolgvel
1


 
6. Is de Adviescommissie homo/lesbisch beleid inmiddels om advies
   gevraagd?
   Nee.

Hoogachtend,
college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

De Burgemeester,                   De Secretaris,




w.g. mr. E.M. d'Hondt              w.g. W. Smids
 
 
11 juni 1999

Teleurstellende antwoorden

NIJMEGEN - Op 8 juni heeft het college van B&W besloten de vragen van GroenLinks over 'een homomonument in Nijmegen' te beantwoorden conform ambtelijk advies d.d. 2 juni 1999. De inhoud van de brief aan gemeenteraadslid mw. Simons-Welschen is nogal teleurstellend.

Het college verwijst bij de vraag over het maken van televisie-opnamen naar 'huisregels' waaruit zou blijken dat voor een niet openbare ruimte "in dit soort gevallen nooit toestemming" verleend wordt. Op een andere vraag wordt echter geantwoord dat "op elk verzoek afzonderlijk een beslissing" genomen wordt... De verschillende antwoorden laten zich ook niet goed rijmen met wat de woordvoerster van de gemeente Nijmegen volgens het ANP gezegd zou hebben.

B&W zijn niet bereid om zelf enig initiatief te nemen door na te gaan in hoeverre een homomonument wenselijk is. Het college wacht tot er een verzoek binnenkomt. De Adviescommissie homo-/lesbisch beleid is dan ook nog niet om advies gevraagd.

zie antwoorden

 
 
Gay Krant / 18 juni 1999

Geen monument in Nijmegen

NIJMEGEN - Er komt vooralsnog geen homomonument in Nijmegen. In navolging van Amsterdam, Den Haag en Utrecht was ook in de Gelderse stad het idee gerezen om een monument te realiseren ter nagedachtenis aan slachtoffers van homogeweld, door de eeuwen heen. De raadsfractie van GroenLinks had via mevrouw Simons-Welschen het idee geopperd een dergelijk monument te verwezenlijken.
Op 8 juni liet het college van B&W schriftelijk weten nog niets in de plannen te zien.
 

 
 
9 september 1999

Homobeweging aan zet!

NIJMEGEN - Na enkele maanden heeft het College van Burgemeester en Wethouders uiteindelijk gereageerd op het verzoek om na te gaan in hoeverre een 'homomonument' - mede ter herinnering aan de executie van Albertus Fodeyn op 7 december 1731 - in Nijmegen wenselijk is.

In een brief van 27 augustus 1999 (verzonden 7 september 1999) schrijft het college: "Homomonument: indien er vanuit de homo-beweging een concreet voorstel, dan wel ontwerp van een 'teken aan de wand' wordt gepresenteerd, dan zullen wij vanzelfsprekend meewerken aan de plaatsing daarvan."

Eind mei kreeg Nijmegen TV geen toestemming om opnames te maken in het stadhuis voor een programma over de executie van Albertus Fodeyn en de vraag of Nijmegen een homomonument moet krijgen. Kennelijk heeft de commotie daarover tot voortschrijdend inzicht geleid: de homobeweging is nu aan zet!
 

 
 

Edited by RE © PinkNO 1999 | nieuws