![]() |
Bron: COC SEK Vierwekelijks informatiebulletin van de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC Vierde jaargang nummer 9 14 september 1974; pag. 2-3 |
Daar zijn die mensen van het COC
Rob Essers (Nijmegen) | ||
Het is nog geen jaar geleden, dat ik op een morgen uit m'n bed gebeld werd door
een zenuwachtige man van een of ander vormingscentrum met de vraag of hij die
zelfde middag een achttal middelbare scholieren naar me toe mocht sturen. Wat
was het geval? De klas middelbare scholieren die op zijn vormingscentrum
verbleef was bezig met een projekt over relatie-vormen en zou die middag in
groepjes een bezoek brengen aan een bejaardentehuis, een religieuze leefgemeenschap,
een echtpaar en... een homoseksueel. Nu was de persoon naar wie ze doorgaans
gestuurd werden verhinderd en die had ze doorverwezen naar mij - hoewel ik van
voorlichting geen kaas gegeten had. Geheel verbouwereerd zei ik per ongeluk
"ja" en dat was het begin van m'n voorlichtingscarrière. Na dat telefoontje had ik volkomen de zenuwen en was ik doodsbenauwd, dat er iets mis zou gaan. Maar er ging niets mis, want ik hade de lumineuze inval om er een goede vriend van mij bij uit te nodigen zodat wij het samen op konden vangen. Tegen 3 uur kwam het groepje en pas na zessen vertrokken ze weer; daartussen had zich een bijzonder levendige diskussie ontsponnen, waarbij geen moment stilte gevallen was. We hadden nog wel uren door kunnen gaan zelfs! Opmerkelijk was het feit, dat homoseksualiteit slechts als kapstok fungeerde van waaruit de maatschappij, het huwelijk, de positie van de vrouw kritisch bekeken werden. Achteraf heb ik me zelfs afgevraagd òf we het ook nog wel over homoseksualiteit gehad hadden...
In dezelfde tijd als die voorlichtingsmiddag werd ik door het afdelingsbestuur
van het COC benaderd met het verzoek om een aantal werkzaamheden voor de werkgroep
voorlichting te verrichten. Het zou beperkt blijven tot 15 telefoontjes naar
vormingscentra voor werkende jongeren. En ik zei weer "ja", niet wetende dat
daar tevens aan vast zat: verslaggeving van telefoongesprekken, aantal besprekingen met
staven van vormingscentra en binnen driekwart jaar voorlichting op zeven centra
aan zo'n 15 groepen werkende jongeren. Kort samen gevat: van het een kwam het
ander (en voor je het weet zit je tot over je oren in het werk).
Meestal wordt de voorlichting aan een groepje van 10 à 15 jongeren gegeven door
twee of drie voorlichters - zo mogelijk gemengd - waarvan een of meer met ervaring.
Op deze manier heb ik de nodige ervaring opgedaan bij een 4-tal groepen alvorens
ik zelf (weliswaar door omstandigheden gedwongen) de leiding van het groepje
voorlichters over durfde te nemen.
De meeste vragen die op voorlichtingen gesteld worden komen op hetzelfde neer.
Steeds vraagt men weer naar het ontstaan van homoseksualiteit, naar dè ontdekking,
naar de leefwijze, naar pedofilie etc. Men vraagt ook altijd of het een ziekte is,
een neurose, besmettelijk. Standaard vragen zijn: |
(N.B. Men spreekt bijna altijd in eerste instantie over
"jullie"; "jij" ziet men als iets dat veel te dicht bij "ik"
staat en tè bedreigend is). Soms geeft men de vragen tevoren aan de voorlichten. Hier volgt als voorbeeld een lijstje, dat ikjenige tijd geleden net zo voorgelegd kreeg (groep van ± 15 fabrieksmeisjes van 16 jaar): Vragen:
Van tijd tot tijd is het ontzettend moeilijk om bij bepaalde vragen niet onder
de tafel te belanden van het lachen. Zo werd mij laatst gevraagd of ik een vaste
vriend had; een vraag die ik met "nee" beantwoordde. Ook van de andere
voorlichten kreeg het meisje dat het vroeg hetzelfde antwoord. Hierop riep zij
zeer triomfantelijk: "Nou, dan kunnen jullie toch mooi samen!"
Een verademend ongekompliceerde opmerking!
De lichamelijke kant van de zaak wil ook nog al eens aanleiding geven tot de
nodige hilariteit - niet in het minst bij de voorlichters. Zo kreeg een vrouwelijke
voorlichten van (weer) een meisje de vraag voorgelegd: "Waarom gebruiken jullie
altijd kaarsen?" Op zo'n moment is het ontzettend moeilijk om als men uitgelachen
is een nuchter antwoord te geven en het vooroordeel te ontzenuwen. | |
![]() |
![]() |
![]() |
© 1974 Rob Essers, Nijmegen |