De Gelderlander / zaterdag 27 april 2013
BRIEVEN - postbus 36

Eendacht[-]deal NEC

In de papieren versie van De Gelderlander van 23 april 2013 las ik dat volgens oude contracten zou NEC ooit het recht verworven hebben om het complex voor 3 ton te kopen van de gemeente. Toen de club in 2010 definitief afzag van dat recht, klopte ze bij Nijmegen aan voor geld.
Een onafhankelijke taxateur bepaalde de waarde van het terrein op 2,5 miljoen euro. De gemeente stemde ermee in dat de club direct 2,2 miljoen euro in handen kreeg; NEC kon het geld heel goed gebruiken. (...)

Die oude contracten zijn nooit boven tafel gekomen. Dat het de bedoeling was dat NEC uiteindelijk weer eigenaar zou worden van De Eendracht lijkt me logisch. NEC was destijds immers eigenaar van het oude amateurcomplex dat gesloopt werd en ook eigenaar van het stadion.

Dat ooit afgesproken zou zijn dat NEC een complex dat meer dan 3 miljoen gemeenschapsgeld gekost heeft, zou kunnen kopen voor 3 ton lijkt mij onwaarschijnlijk. Ook hierover staat niets zwart op wit... Dat een dergelijke deal niet marktconform zou zijn geweest, lijkt me vanzelfsprekend.

NEC heeft geen gebruik kunnen maken van het omstreden recht om De Eendracht te kopen. Sinds het raadsbesluit d.d. 30 januari 2002 (raadsvoorstel 3/2002; onderwerp: Aanpak amateurcomplex Goffert) is er namelijk het een en ander gewijzigd. Vanaf 2003 is NEC geen eigenaar meer van het stadion en in 2009 blijkt NEC zelfs de huur van het stadion niet meer te kunnen betalen.

Het complex De Eendracht is in 2009 getaxeerd op ruim 2,5 miljoen euro. Als NEC het complex voor dat bedrag van de gemeente gekocht zou hebben, was dat een marktconforme deal zijn geweest. In plaats daarvan heeft de gemeente aan NEC een afkoopsom van 2,2 miljoen euro exclusief BTW betaald voor het niet kopen van het complex.

Een situatie waarin de eigenaar aan de potentiële koper een bedrag betaalt ter hoogte van de verkoopprijs voor het enkele feit dat de verkoop niet doorgaat, is op z'n zachtst gezegd opmerkelijk. In de brief d.d. 23 april 2013 (kenmerk: JvB/13.0003555; onderwerp: Procedure Europese Commissie m.b.t. Staatssteun aan NEC) schrijft het college aan de raad hierover:

Belangrijkste argumenten hiervoor in het kort:

  • wij zijn steeds van mening geweest dat de transactie niet selectief is én dat er geen sprake is van een niet-marktconform voordeel voor NEC;
  • de vastgestelde waarde is marktconform, er is immers een taxatie gedaan door een onafhankelijke deskundige, de Europese Commissie gaat hier ten onrechte aan voorbij;
  • de aanspraak op verwerving van het Eendracht-complex door NEC is een hard recht, de beide partijen waren het daarover eens, bovendien betreft dit een kwestie van Nederlands civiel recht die niet toetsbaar is door de Europese Commissie;
  • wij hebben wel degelijk vergelijkbaar met een particuliere marktpartij gehandeld, het behoud van het eigendom was immers voor de gemeente van groot belang voor de gebiedsontwikkeling en de destijds lopende ontwikkeling van het Topsport en Innovatiepark.

    De vastgestelde waarde mag dan marktconform zijn, maar het is hoogst ongebruikelijk dat de eigenaar dit bedrag aan de potentiële koper betaalt. Van een 'hard' recht was geen sprake. Dat recht was boterzacht en NEC beschikte blijkbaar ook niet over de middelen om De Eendracht voor een marktconforme prijs te verwerven.

    Dat het behoud van eigendom voor de gemeente van groot belang was voor de gebiedsontwikkeling, lijkt mij een fabeltje. Het Goffertpark staat op de gemeentelijke monumentenlijst en in het bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg heeft de raad bepaald welke ontwikkelingen wel/niet mogelijk zijn. Bovendien gaat het college volstrekt voorbij aan het eerste ongenummerde beslispunt uit het raadsbesluit d.d. 30 januari 2002 (raadsvoorstel 3/2002):

  • Medewerking te verlenen aan het privatiseren van de voetbalvelden op het amateurcomplex in de Goffert door het overdragen van de ondergrond aan NEC en tevens NEC een lening te verstrekken van € 945.000 ten behoeve van het realiseren van 2 kunstgrasvelden.

    Voor zover ik weet, is dit raadsbesluit slechts gedeeltelijk uitgevoerd en is de ondergrond nooit overgedragen aan NEC. Dat neemt niet weg dat de stelling dat het behoud van eigendom voor de gemeente van groot belang is voor de gebiedsontwikkelijk niet strookt met dit beslispunt.

    Rob Essers, Nijmegen

  •  
     
    De Gelderlander / zaterdag 1 oktober 2011
    BRIEVEN - postbus 36

    Waarnemer

    Met de opmerking 'Ik doe het nooit anders. Ik wijs altijd eerst een waarnemer aan als de burgemeester vertrekt', wekt Clemens Cornielje de indruk dat hij de artikelen 77 en 78 van de Gemeentewet niet erg serieus neemt. Op grond van artikel 78, eerste lid, kan hij als commissaris van de Koningin weliswaar - in afwijking van artikel 77 - in de waarneming voorzien, maar... 'Alvorens daartoe over te gaan hoort hij de raad (...).'

    Zeer waarschijnlijk zal hij te horen krijgen dat de Raad van de gemeente Nijmegen niet op een plaatsvervanger zit te wachten! Of het belang van de gemeente in dit geval zwaarder weegt dat de wens van de gemeenteraad, valt te bezien. Het is in ieder geval niet netjes om al uitspraken te doen over de uitkomst voordat hij de raad gehoord heeft! Of betekent 'Ik doe het nooit anders' dat hij nooit luistert?

    Rob Essers,
    Nijmegen (via internet)

     
     
    De Gelderlander / woensdag 19 januari 2011
    BRIEVEN - postbus 36

    Blokken van Struycken

    De Gelderlander schreef op 14 januari 2010 dat 'De Blokken van Struycken' eigendom zijn van de gemeente Nijmegen, maar op Wijchense grond staan.

    Ik ben heel benieuwd waar u dit op baseert. De grond was destijds van de provincie Gelderland en het kunstwerk is in of omstreeks 1995 geplaatst op verzoek van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen. De kosten van de plaatsing en van het beheer en onderhoud van het kunstobject kwamen voor rekening van de houdster van de ontheffing, i.c. de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen.

    De situatie is in 2007 veranderd door de overdracht 'om niet' van eigendom, beheer en onderhoud van de grond aan de gemeente Nijmegen. Volgens de overeenkomst is het weggedeelte van kilometer 6,72 tot kilometer 8,136 gelegen in de gemeente Nijmegen. In werkelijkheid ligt een groot deel van het plein en de aansluiting op het Wezelpad (kilometer 6,72) op het grondgebied van de gemeente Wijchen.

    Het gehele plein is sinds 2007 eigendom van de gemeente Nijmegen, inclusief het gedeelte in de gemeente Wijchen dat Palkerplein heet. Het gedeelte van het plein in de gemeente Nijmegen heeft geen naam.

    Ik ga ervan uit dat het kunstwerk nog altijd eigendom is van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen. Op grond waarvan de gemeente Nijmegen eigenaar zou zijn geworden en de kosten van beheer en onderhoud voor haar rekening komen, is mij niet bekend.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 13 november 2010
    BRIEVEN - postbus 36

    't Broek

    'Er bestaat geen wijk in Nijmegen die 't Broek heet', schreef Antoon Leenders uit Wedesteinbroek in De Gelderlander van 6 november 2010. Dit is een mooie illustratie van de kloof tussen het gemeentebestuur en zijn burgers. De Raad van de gemeente Nijmegen heeft in 1977, 1980, 1984 en 2006 de wijknaam 't Broek vastgesteld. De 44 wijken zijn sinds 1 januari 2007 verdeeld over negen stadsdelen. 't Broek is een wijk in het stadsdeel Lindenholt met met de buurten Hegdambroek, Holtgesbroek, Leuvensbroek en Wedesteinbroek.

    Dat de heer Leenders niet naar de 10e straat in de wijk 't Broek kan rijden, verbaast mij niet. Er is geen enkele straat in de stadsdelen Dukenbrug en Lindenholt die 10e straat heet. Alle straten in de buurt Wedesteinbroek in de wijk 't Broek heten Wedesteinbroek. De genummerde straten bestaan officieel niet. De namen van de openbare ruimten (straten) zijn in voorkomende gevallen hetzelfde als de buurt- of wijknaam.
    De enige uitzondering was Weezenhof 93e straat. Het raadsbesluit uit 1985 dat hieraan ten grondslag lag, is echter in 2009 ingetrokken. Weezenhof 93e straat heet sindsdien Weezenhof, ook al ligt een deel van deze openbare ruimte in de wijk Vogelzang.

    De namen die de gemeenteraad heeft vastgesteld corresponderen niet altijd met de namen die in de volksmond worden gebruikt. Er wordt niet naar burgers geluisterd en/of er zijn redenen om andere namen vast te stellen.

    De wijken Waterkwartier en Willemskwartier bestaan ook niet. De wijk Waterkwartier heet Biezen en de wijk Willemskwartier heet Nije Veld. Dat is al 50 jaar het geval.
    Het stadsdeel Waalsprong bestaat evenmin. De raad heeft in 2006 tot twee maal toe de naam Nijmegen-Noord vastgesteld.

    Ook binnen de gemeentelijke organisatie blijkt men niet op de hoogte van wat de gemeenteraad wel/niet besloten heeft. In de Stadsbegroting 2011-2014 staan meer dan 600 discutabele namen, maar er is niemand die zich daar druk over maakt. Dat op een aantal borden in de openbare ruimte niet de juiste namen staan, is bijna vanzelfsprekend...

    Ik heb de heer Leenders in 2006 gemist als inspreker. De formele gebiedsindeling en de naamgeving van de stadsdelen en wijken stond op 25 oktober 2006 op de raadsagenda. Dat was het moment om de gemeenteraad op andere gedachten te brengen. De wijkindeling en de vaststelling van wijknamen is nog altijd de bevoegdheid van de raad.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 27 februari 2010
    BRIEVEN - postbus 36

    Briefbestelling

    In De Gelderlander van 13 februari 2010 beklaagt Jan Koesen zich in een ingezonden brief over de postbestelling. Het is mijns inziens wat erg gemakkelijk om de bezorgers van TNT Post overal de 'schuld' van te geven.

    De heer Koesen heeft het over het adres Stollenbergweg 216, Ubbergen. Hij bedoelt vermoedelijk het adres Stollenbergweg 216, 6572 AH  Berg en Dal. Hij beweert dat hij post ontvangt van het adres Kwakkenbergweg 216, Nijmegen. Als die post juist geadresseerd is, staat er Kwakkenbergweg 216, 6571 GC  Berg en Dal op de envelop.

    De schuld van de verwarring ligt dus mede bij de gemeentebesturen van Ubbergen en Groesbeek die dezelfde woonplaatsnaam hebben vastgesteld voor twee verschillende woonplaatsen. Een bijkomend probleem is dat de oneven nummers aan de Stollenbergweg in de woonplaats Berg en Dal in de gemeente Groesbeek liggen, terwijl de even nummers in de woonplaats Berg en Dal in de gemeente Ubbergen liggen.

    Op de verkeerd bezorgde post staat zeer waarschijnlijk hetzelfde huisnummer en dezelfde woonplaats. Natuurlijk zou een bezorger ook op de straatnaam moeten letten, maar dan moet die ter plekke wel duidelijk aangegeven staan. De bebording langs de Stollenbergweg is voor verbetering vatbaar!

    Het zou handig zijn als alle nummerbordjes worden voorzien van de straatnaam Stollenbergweg. Misschien is het een idee om iedere brievenbusklep niet alleen van het huisnummer, maar ook van de straatnaam te voorzien!? Bij flats die haaks op de weg staan is het niet altijd duidelijk wat de bijbehorende straatnaam is. Hoe moet een bezorger weten dat de nummers bij de Stollenbergweg horen als verzuimd wordt om er de straatnaam bij te vermelden? Een straatnaambordje dat met de achterkant naar het voetpad hangt, is onvoldoende.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 15 januari 2010
    BRIEVEN - postbus 36

    Oosterhout

    De verbazing en ergernis van Dominique de Jonge over de plaatsnaamwijziging (De Gelderlander, 9 januari 2010) kan ik mij goed voorstellen. Haar veronderstelling dat er tien jaar geleden iemand achter zijn bureautje de naam Oosterhout Gem. Nijmegen heeft bedacht is echter niet juist.

    De naamgeving van het Waalspronggebied stond al op 15 maart 1995 op de agenda van de Commissie voor de straatnaamgeving. Dat was destijds een adviescommissie van B&W bestaande uit een wethouder (voorzitter), raadsleden en deskundigen. Deze commissie hechtte veel waarde aan het handhaven van debestaande dorpsnamen. Hier speelde de emotionaliteit bij de plaatselijke bevolking en het kostenaspect voor bedrijven een grote rol.

    In het raadsvoorstel van B&W d.d. 29 augustus 1995 staat dat in overleg met de commissie wordt voorgesteld de woonplaatsnamen van de kern Lent (onderdeel gemeente Elst), de kern Oosterhout (gemeente Valburg) en de kern Lent (onderdeel gemeente Bemmel) over te nemen. In het conceptbesluit staan de namen Oosterhout gemeente Nijmegen, Ressen gemeente Nijmegen en Lent gemeente Nijmegen. Conform het eenstemmige advies van de commissie Cultuur is het raadsvoorstel 'Naamgeving Land over de Waal' op 18 oktober 1995 zonder beraadslagingen door de gemeenteraad vastgesteld (hamerstuk).

    Daarmee is de woonplaatsnaam Oosterhout gemeente Nijmegen (per 1 januari 1996) een feit. Ressen gemeente Nijmegen en Lent gemeente Nijmegen volgden op 1 januar1 1997 en 1 januari 1998. De naam Nijmegen-Noord voor het stadsdeel ten noorden van de Waal is pas in 2006 vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de wijknamen Oosterhout, Ressen en Lent.

    In verband met de invoering van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (per 1 juli 2009) is de discussie over de woonplaatsnamen opnieuw opgelaaid. In nieuw woonplaatsbesluit hadden de fouten uit het verleden hersteld kunnen worden. Het raadsvoorstel van commissie straatnaamgeving d.d. 27 oktober 2006 wordt voorgesteld de woonplaats Nijmegen vast te stellen en de begrenzing van deze woonplaats te doen samenvallen met de buitengrenzen van de gemeente Nijmegen.

    Op 29 november 2006 heeft de gemeenteraad zich opnieuw door emoties laten leiden en opdracht gegeven een raadsvoorstel voor te bereiden om twee woonplaatsen vast te stellen, namelijk Nijmegen en Lent gemeente Nijmegen. De uitvoering van deze opdracht heeft uiteindelijk geleid tot het raadsbesluit d.d. 10 juni 2009. Op grond hiervan is de woonplaatsnaam Lent gemeente Nijmegen gewijzigd in Lent (met onmiddellijke ingang) en bestaat de gemeente Nijmegen uit twee woonplaatsen: Nijmegen en Lent (per 1 januari 2010).

    Naar verwachting zal binnen tien jaar opnieuw de vraag gesteld worden wie er zo 'dom' heeft kunnen zijn om de woonplaatsnaam Lent te handhaven voor één van de drie wijken in het stadsdeel Nijmegen-Noord. Het is niet uit te leggen dat nieuwe stedelijke voorzieningen, zoals de Citadel (centrumgebied van Nijmegen-Noord), in de woonplaats Lent komen liggen. De wijziging van de woonplaatsnaam kost dan een veelvoud van wat een toekomstbestendig raadsbesluit nu gekost zou hebben.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 5 december 2009
    BRIEVEN - postbus 36

    Goffertstadion

    In plaats van zich te laten meeslepen door het enthousiasme had Rob Jaspers de lezers van De Gelderlander beter op een behoorlijke wijze kunnen informeren over de inhoud van de gewijzigde plannen. Een plattegrondje waar exact de begrenzing van de bebouwing, wegen, parkeerplaatsen en andere verharding staan aangegeven, had natuurlijk niet mogen ontbreken!

    De foto van de maquette van het nieuwe Goffertstadion en de topsporthallen ziet er schitterend uit, maar ik herken het Goffertpark er niet in. De schuin geplaatste hallen komen blijkbaar niet op de plaats van de fietsenstalling, maar voor een belangrijk deel in het aangrenzende gebied waar nu nog bomen staan. Waarom ontbreekt een afbeelding van het "Zicht vanaf de Burgemeester Daleslaan op de topsporthallen"?

    Hoeveel (betaalde?) parkeerplaatsen zijn er in de parkeerkelder gepland om de parkeeroverlast in de omgeving te minimaliseren? Ik vrees dat het aantal parkeerplaatsen slechts een fractie is van het aantal zitplaatsen in het stadion. De gemeenteraad zou er goed aan doen om een concrete parkeernorm vast te stellen.

    Ook de nieuwe plannen zijn niet in overeenstemming met de monumentenstatus van het Goffertpark (Raadsbesluit d.d. 14 juli 2004; raadsvoorstel 130/2004). Zijn de stedenbouwkundigen van het bureau Kcap daar niet van op de hoogte, of hebben zij daar geen boodschap aan? Het stadion is nog altijd een beschermd complexonderdeel van het gemeentelijke monument. Ik ben benieuwd wanneer de raad het park van de gemeentelijke monumentenlijst afvoert. Dan kan gelijk de naam Goffertpark vervangen worden.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 16 mei 2009
    LEZERSBRIEVEN

    Parkeerabonnement

    Geldt de schoonmaakactie ook voor de abonnementen voor de parkeergarages? En wordt het mes gezet in de parkeerfaciliteiten voor gemeenteraadsleden? Sinds de invoering van de Politieke Avond is het aantal vergaderingen drastisch verminderd. Ook het tijdstip waar vergaderingen eindigen, is niet meer wat het geweest is.

    Ongeveer 18 raadsleden kunnen hun auto zeven dagen per week 'gratis' parkeren in de parkeergarage Nieuwstraat. Die gereserveerde parkeerplaatsen kunnen mijns inziens beter worden benut! Een zakelijk abonnement op naam dat de hele week geldig is, kost € 75,00 per kalendermaand.

    Het gemeentebestuur heeft bovendien verzuimd om de Verordening onkostenvergoedingen en voorzieningen voor raadsleden 2008 ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van Gelderland voor te leggen. Zonder de vereiste goedkeuring zijn voordelen ten laste van de gemeente in strijd met de wet (i.c. artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet).

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / vrijdag 10 april 2009
    LEZERSBRIEVEN

    Verzet

    Is er niemand bij De Gelderlander die de feiten controleert? Onder de kop 'Verzet krijgt plek in nieuw hart van Lent' meldt De Gelderlander dat er in Nijmegen tot op heden dertien straten zijn vernoemd naar verzetsmannen en -vrouwen uit de Tweede Wereldoorlog.

    Ik zie een overzicht met belangstelling tegemoet! Voor zover mij bekend, zijn slechts zes straten in Nijmegen vernoemd naar verzetsstrijders, waarvan vijf in de wijk Kwakkenberg liggen: 1976 Cavaljéweg, 1986 Albert Marcussestraat, 1986 Bart Hendriksstraat, 1986 Herman Oolbekkinkstraat, 1986 Wim Beermanstraat, 2005 Cees de Jongstraat.
    Bij de Titus Brandsmastraat is in 1950 niet expliciet vernoemd naar Titus Brandsma als verzetstrijder. Dat geldt eveneens voor de Professor Regoutstraat in 1953.

    Ook de stelligheid waarmee beweerd wordt dat de Nijmeegse verzetshelden een plek krijgen in de Citadel, het nieuwe hart van Lent dat na 2012 wordt gebouwd, doet geen recht aan de feiten.

    In de 'Motie: tijd voor een nieuwe verzetsheldenbuurt!' (indiener: Chantal Teunissen, CDA) werd het college van burgemeester en wethouders opgedragen om 'de mogelijkheden te verkennen om een deel te vernoemen naar onze verzetshelden'. De motie is door de indiener ingetrokken.

    Het feit dat B en W bereid is de mogelijkheden te verkennen, betekent niet dat het resultaat al bij voorbaat vaststaat. Straatnaamgeving dient met de nodige zorgvuldigheid te geschieden. Op 18 maart 2009 adviseerde de gemeenteraad het college om er bij de besluitvorming in de toekomst rekening mee te houden dat belanghebbenden gehoord worden.

    Of het verzet een plek krijgt in het nieuwe hart van Lent, staat nog geenszins vast. Nijmeegse verzetsstijders horen mijns inziens thuis in de woonplaats Nijmegen. Zolang de woonplaatsnaam Lent gemeente Nijmegen (raadsbesluit d.d. 18 oktober 1995) niet gewijzigd, is een alles behalve logische plek.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 14 maart 2009
    LEZERSBRIEVEN

    Witte boerderij

    Deze week stond er weer een onverklaarbaar bericht in De Gelderlander: 'De witte boerderij bij de Busserweg in Nijmegen wordt in mei ingericht als atelier waar de plannen voor de bouw van een Topsporthal en Innovatiepark bij het Goffertstadion verder worden uitgewerkt. (...)'

    Hoe moet ik dit rijmen met het Bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg? Volgens artikel 5 van de planvoorschriften is de bestemming van het pand WOONDOELEINDEN. Mag in dit pand wel een informatiecentrum worden ingericht? Wordt er vanaf mei ook een marktconforme huurprijs voor het gebruik van het pand betaald? Of wordt dit pand om niet ter beschikking gesteld aan de deelnemende partijen?

    'Bij de boerderij is straks een parkeerdek voor 800 auto’s gepland'. In planvoorschriften staat dat de openheid van het huidige weiland bij de boerderij aan de Burgemeester Daleslaan 50 behouden blijft (artikel 34.2, onder n). Dit is een van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de wijzigingsbevoegdheid. Hoe kan een parkeerdek gerealiseerd worden zonder de openheid van het huidige weiland aan te tasten?

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / woensdag 11 maart 2009
    MIJN MENING

    Straatnaamgeving

    Het bericht 'Nijmegen wil af van straatnaamclub' (De Gelderlander, 4 maart 2009) is voorbarig. Het besluit over de opheffing van de commissie straatnaamgeving moet nog genomen worden. Het indienen van een initiatiefvoorstel en een instemmend besluit van burgemeester en wethouders doet niets af aan het feit dat een raadsbesluit nog altijd in een openbare raadsvergadering wordt genomen!

    De voorbereiding van de besluitvorming door de raad moet nog beginnen. Het initiatiefvoorstel moet zelfs nog geagendeerd worden. Het voorstel is weliswaar besproken in de laatste vergadering van de commissie straatnaamgeving, maar daar was niet eens het quorum aanwezig.

    De commissie straatnaamgeving is al overbodig sinds er geen deskundigen meer deel van uitmaken en de voorbereiding van de voorstellen – geheel buiten de openbaarheid – door een ambtelijke werkgroep geschiedt. Van het betrekken van burgers bij de voorbereiding van de voorstellen is niet of nauwelijks sprake. De taak van de commissie is in 2007 gereduceerd tot het uitbrengen van adviezen aan de raad. De kwaliteit van zowel de raadsvoorstellen als de adviezen laat duidelijk te wensen over.

    Van het collegebesluit om de raad voor de zomervakantie actief te informeren over samenstelling en procedures van de ambtelijke werkgroep straatnaam- geving, waaronder de procedure om de raad te informeren over de stand van zaken m.b.t. de ambtelijke voorbereiding van de straatnaamgeving, ben ik niet onder de indruk.

    Burgemeester en wethouders zijn er ook niet in geslaagd om het raadsbesluit d.d. 29 november 2006 uit te voeren. Ruim voor de inwerkingtreding van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (medio 2009) had de gemeenteraad een woonplaatsbesluit moeten nemen en had een aantal straatnamen gewijzigd moeten zijn. Het informeren en consulteren van de betrokken bewoners moet ruim twee jaar later nog beginnen...

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / dinsdag 20 januari 2009
    Opinie

    Goffertstadion

    Hoe betrouwbaar is de Nijmeegse gemeenteraad die in 2004 het Goffertpark heeft aangewezen als gemeentelijk monument? Het stadion - met name de 'bloedkuul' - is een beschermd complex onderdeel. De maskerende beplanting aan de buitenzijde wordt in de redengevende omschrijving expliciet genoemd;
    zie http://www.nijmegen.nl/gns/index/mon/on_nivo5.asp?id=2269999992269
    .

    Hoe betrouwbaar is de Nijmeegse gemeenteraad die in 2008 het geactualiseerde bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg heeft vastgesteld? Daarin is weliswaar een wijzigingsbevoegdheid voor het Goffertstadion e.o. opgenomen, maar dan moet wel aan de genoemde voorwaarden worden voldaan.

    Hoe men de 'bloedkuul' wil omtoveren in een 20 meter hoge 'Teletubbieheuvel' met behoud van het beschermde complexonderdeel en de besloten bosrijke zuidzijde van het park, is voor mij een raadsel. Binnen het historische padenpatroon is een glooiende heuvel niet realiseerbaar. Ook de openheid van het huidige weiland bij de boerderij aan de Burgemeester Daleslaan moet volgens de planvoorschriften gehandhaafd blijven.

    Vergroting van de capaciteit van het stadion betekent dat het aantal benodigde parkeerplaatsen circa twee keer zo groot wordt. In de huidige situatie staan bij thuiswedstrijden van NEC al talloze auto's in de wijde omgeving van het stadion op voet- en fietspaden en in niet tot de weg behorende bermen, groenstroken en bosranden. Op een verdubbeling van de overlast en de schade aan de omgeving zit niemand te wachten.

    Een Topsport- en Innovatiepark is niet in te passen in een gemeentelijk monument. Aan de voorwaarden in het bestemmingsplan kan evenmin worden voldaan. Dit probleem kan alleen worden opgelost door het Goffertpark geheel of gedeeltelijk te schrappen uit de gemeentelijke monumentenlijst en de vorig jaar vastgestelde planvoorschriften nu alweer weer te wijzigen. Hoe betrouwbaar is de Nijmeegse gemeenteraad?

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 8 maart 2008
    Opinie

    Novio Tech Campus

    In De Gelderlander van 7 maart 2008 wordt uitvoerig bericht over de opwaardering van "de Novio Tech Campus, de nieuwe naam voor bedrijventerrein Winkelsteeg". Het vaststellen van zo'n naam is echter de bevoegdheid van de gemeenteraad.
    De raad heeft in het verleden al twee maal gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om een naam voor dit terrein vast te stellen:
    1) Raadsbesluit d.d. 24 maart 1966: Industrieterrein Teunismolen;
    2) Raadsbesluit d.d. 28 augustus 1985: Industrieterrein Winkelsteeg.

    Een eerder bericht (De Gelderlander, 5 januari 2008) was voor mij reden om Burgemeester en Wethouders om opheldering te vragen over de naam Novio Tech Campus. Op 11 januari 2008 antwoordde de wethouder Hannie Kunst van Economische Zaken dat het hier de krant en geen officiële publicatie betrof: "Dat de krant het woord werktitel niet gebruikt is haar verantwoordelijkheid". Volgens wethouder Kunst zullen bij de vaststelling van een nieuwe "uiteraard de juiste procedures" worden gevolgd.

    Het is aan de gemeenteraad - en niet aan het college of aan een wethouder - om te bepalen welke nieuwe naam het Industrieterrein Winkelsteeg krijgt. Of er binnen de ambtelijke organisatie al een conceptraadsvoorstel circuleert, is mij niet bekend. Burgemeester en Wethouders hebben bij mijn weten nog niet besloten de commissie straatnaamgeving hierover om advies te vragen.

    De kans dat de gemeenteraad de historische naam Winkelsteeg zonder slag of stoot vervangt door de onmogelijke naam Novio Tech Campus acht ik vrijwel nihil. Het zou handig zijn als in de berichtgeving geen namen worden gebruikt die nog moeten worden vastgesteld.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 9 februari 2008
    Opninie

    Jan van Hoof

    In De Gelderlander van woensdag 30 januari 2008 wordt wéér melding gemaakt van de verplaatsing van [Onlangs is] de herdenkingssteen van Jan van Hoof op het Joris Ivensplein... In de krant van maandag 14 januari 2008 stond ook al dat de steen voor deze verzetsheld alvast een eindje was verplaatst, zodat die geen auto's op zich hoeft te dulden. Is de herdenkingssteen alweer verplaatst, of krijgen de lezers van De Gelderlander oud nieuws voorgeschoteld?

    Volgens het krantenbericht voorkwam Van Hoof in 1944 het opblazen van de Waalbrug. Kennelijk is de schrijver niet op de hoogte van de conclusies van de commissie die in 1949 door de Minister van Oorlog werd ingesteld. Deze commissie had tot taak een deskundig en nauwgezet onderzoek in te stellen terzake het vraagstuk van de redding van de Waalbrug te Nijmegen in september 1944.

    De commissie kwam in 1951 onder meer tot de conclusie dat Jan van Hoof niet kan worden beschouwd als "de Redder" [de redder] van de Waalbrug. Van Hoof heeft – volgens de meerderheid van de commissie – weliswaar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid sabotage aan de springlading van de brug gepleegd, maar de Duitsers hebben de aanslag bemerkt en hadden de gelegenheid het tot springen brengen van de brug opnieuw te verzekeren.

    De lading onder de Waalbrug is door een Brits officier na de verovering van de brug nog intact en voorzien van de ontstekingsmiddelen bevonden. De redding van de Waalbrug in september 1944 is het gevolg van het feit dat de Duitsers op grond van de terzake gegeven bevelen op het beslissende ogenblik niet tot vernieling van de brug zijn overgegaan.De tekst "Redder der Waalbrug" op de herdenkingssteen uit 1945 is dus feitelijk onjuist.

    Rob Essers, Nijmegen

    zie www.noviomagus.nl

     
     
    De Gelderlander / maandag 28 augustus 2006
    MIJN MENING

    Gemeenteraad

    In het verslag van de politieke rel in de Nijmeegse gemeenteraad (De Gelderlander, 24 augustus 2006) ontbreekt een niet onbelangrijk detail. De bevoegdheid regels te stellen over de ambtelijke organisatie en ambtenaren te benoemen is - in het kader van de dualisering van de bestuursbevoegdheden - toegekend aan het college van burgemeester en wethouders (artikel 160, Gemeentewet).

    De gemeenteraad heeft alleen zeggenschap over de organisatie van de griffie en de op de griffie werkzame ambtenaren. Het besluit van B en W d.d. 18 juli 2006 per 1 augustus 2006 te starten met het anonimiseren van sollicitatiebrieven voor alle vacatures binnen de gemeente Nijmegen, voor een experimentele periode van een jaar, is door het bevoegde bestuurorgaan genomen.

    Tijdens de raadsvergadering van 23 augustus 2006 zijn door de oppositie een tweetal moties ingediend die afbreuk doen aan de bestuursbevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad mag zijn mening uitspreken over het experiment met het anonimiseren van sollicitatiebrieven, maar is niet bevoegd het college iets op te dragen.

    Bij het verwerpen van bovengenoemde moties kan daarom geen geen sprake zijn van besluitvorming die de democratie geweld aandoet.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / vrijdag 18 augustus 2006
    MIJN MENING

    Nesciobrug

    In De Gelderlander van 3 augustus 2006 gaat Geert Geenen er ten onrechte van uit dat de fietsbrug officieel De Snelbinder heet. De gemeenteraad heeft op 17 september 2003 besloten: 'Aan het rijwielpad, dat vanaf de Stieltjesstraat door middel van een brug gekoppeld aan de oostzijde van de bestaande spoorbrug loopt tot Griftdijk Noord nabij het NS-station in Lent, de naam Snelbinder te geven.' (raadsvoorstel 171/2003)

    De straatnaam Snelbinder (zonder lidwoord) heeft betrekking op het fietspad van de Stieltjesstraat in de wijk Centrum tot de Laauwikstraat (Lentse Lus) in Lent gemeente Nijmegen. Het laatste gedeelte vanaf de Lentse Lus tot de Griftdijk Noord is niet aangelegd.

    Voor de spoor- en fietsbrug heeft de gemeenteraad nog geen naam vastgesteld. Zelfs het voetpad over de brug is naamloos. Er is dus nog hoop voor de Nescio-fans die graag zien dat de brug naar de schrijver van De Uitvreter wordt genoemd.

    De straatnaam Snelbinder voor de snelle fietsverbinding over de brug hoeft niet te wijken voor de naam Nesciobrug. Vrijwel alle bruggen en viaducten in Nijmegen waarvan de naam door de gemeenteraad is vastgesteld, hebben een andere naam dan de weg die er overheen of onderdoor loopt.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 17 juli 2006
    MIJN MENING

    Grensprobleem

    In de tweede aflevering (De Gelderlander, 14 juli 2006) van de serie wandelingen over de Nijmeegse gemeentegrens komt een voetgangerspad ter sprake dat van het driegemeentenpunt in Berg en Dal naar de Oude Kleefsebaan loopt. 'Aan weerszijden staan hekken, soms met prikkeldraad. Het pad lijkt een soort niemandsland tussen Groesbeek en Nijmegen.'

    Een blik op de kaart laat zien dat dit niemandsland een naam heeft: Prinses Christinalaan. Volgens Falk stadsplattegrond (24e editie) ligt deze laan geheel in de gemeente Nijmegen, maar volgens Cito-Plan (2e editie) in Berg en Dal gemeente Groesbeek.

    De straatnaam sluit aan bij andere namen die in 1956 door de gemeenteraad van Groesbeek aan straten in Berg en Dal zijn gegeven. De laatste straat die in Nijmegen naar een lid van het koninklijk huis werd vernoemd, is de Prins Bernhardstraat (1937).

    Geen van beide plattegronden geeft de situatie ter plekke correct weer. In werkelijkheid vormt de as van de weg (pad) de grens tussen de gemeenten Nijmegen en Groesbeek. Aangezien de Nijmeegse gemeenteraad hiervoor geen straatnaam heeft vastgesteld, is het Nijmeegse deel van het pad naamloos.

    De Groesbeekse gemeenteraad heeft op 19 januari 1956 voor het Groesbeekse deel van het pad de naam Prinses Marijkelaan vastgesteld. Prinses Marijke, de vierde dochter van prinses Juliana en prins Bernhard, veranderde in 1964 haar naam in Christina. De gemeentebestuur heeft echter verzuimd om de straatnaam te wijzigen in Prinses Christinalaan. Het Groesbeekse deel van het pad heet formeel dus nog altijd Prinses Marijkelaan.

    Hoe het verder zal gaan met de naam van dit niemandsland op de grens van de gemeenten Groesbeek en Nijmegen is onduidelijk. Beide gemeentebesturen zullen het eens moeten worden over een en dezelfde naam voor het pad. Dat kan nog een probleem worden. De naam Prinses Christinalaan voldoet niet aan de Nijmeegse regel dat geen namen worden gebruikt van in leven zijnde personen. De uitzondering voor leden van het koninklijk huis is hier niet van toepassing. Prinses Chistina is geen lid van het koninklijk huis.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / woensdag 5 juli 2006
    MIJN MENING

    Bloedkuul

    De commotie waarover De Gelderlander op 30 juni 2006 berichtte, gaat om meer dan alleen een komma. Zelfs over de vraag of hier sprake is van een monument of een kunstwerk, lopen de meningen uiteen.

    Op 7 maart 2001 ging de gemeenteraad unaniem akkoord met een motie van het raadslid Anton Thie (SP). Het het college van B en W kreeg vijf jaar geleden de opdracht in het Goffertpark een plek in te richten voor een kunstwerk als eerbetoon aan de arbeiders die in het kader van de werkverschaffing in de jaren dertig het park hebben gebouwd.

    Pas op 23 juni 2006 is het monument De Spade, ontworpen door Remy Kruytzer en voorzien van een gedicht van Merijn Hilte, door wethouder Hans van Hooft onthuld. De rol van de Commissie Beeldende Kunst bij de totstandkoming is onduidelijk. De tekst op het gedenkteken is een uiterst mager eerbetoon.

    Als er sprake is van een kunstwerk, is niet voldaan aan de toezegging uit het raadsvoorstel 'Burgerinitiatief: borden bij beelden', waarmee de raad op 21 december 2005 heeft ingestemd. In vervolg op dit initiatief zou voortaan bij elk nieuw kunstwerk waarbij informatieverschaffing op zijn plaats is standaard een tekstplaat of -bord worden geregeld.

    Bij De Spade moeten parkbezoekers zich behelpen met een omstreden gedicht, inclusief de misplaatste verwijzing 'van bloed gras en aarde'. Het zijn de mannen van rood, groen en zwart die in 2003 - met zwaar materieel - dwars door de aarden wal van de 'bloedkuul' een betonnen trap lieten aanleggen om sneller bij de biertap in het supportershome te komen. Een trap na voor de mannen van de werkverschaffing!

    Het monument, met name de laatste regel van het gedicht, blijkt inmiddels een geliefd object voor honden die de onderkant keer op keer met hun geurvlag markeren. Het is de vraag hoe lang dit gedenkteken op deze lokatie stand houdt.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / woensdag 3 mei 2006
    MIJN MENING

    Straat Guusje

    De naamgeving van de openbare ruimte is een belangrijke zaak. In De Gelderlander van 2 mei 2006 blijkt ook de scheidende burgemeester van Nijmegen daarvan inmiddels doordrongen te zijn.

    Zij kan zich wel zes jaar hebben geërgerd aan het ontbreken van borden met de tekst Nijmegen-Noord, maar 'vergeet' dat de gemeenteraad vanaf 1995 verzuimd heeft de naam van dit stadsdeel vast te stellen.

    Ook met betrekking tot het vernoemen van straten naar levende personen schiet haar kennis tekort. Het is onjuist dat een straat pas vernoemd mag worden als iemand dood is en alleen voor leden van het koninklijk huis een uitzondering wordt gemaakt.

    Mijn lijst van straten in Nijmegen die in de afgelopen 125 jaar vernoemd zijn naar personen die nog in leven waren, telt inmiddels meer dan 30 namen, waaronder burgemeester Van Schaeck Mathon en burgemeester Steinweg.

    Met de levende leden van het koninklijk huis is het Nijmeegse gemeentebestuur aanmerkelijk terughoudender. De laatste keer was in 1937 toen een nieuwe straat werd genoemd naar Prins Bernhard.

    Het antwoord op de vraag welke straat naar burgemeester Ter Horst vernoemd wordt, laat zich moeilijk voorspellen. Ik heb wel een suggestie voor een straatnaam: Guusjegasje. Misschien is er op de Hessenberg een geschikte locatie te vinden voor deze welluidende naam. Voor een groter deel van de openbare ruimte, is meer dan één ambtstermijn termijn vereist.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / dinsdag 18 april 2006
    MIJN MENING

    Foutparkeren

    Waar waren op woensdag 12 april 2006 tijdens de voetbalwedstrijd NEC-Roda JC de politiemensen en toezichthouders die het foutparkeren moeten tegengaan?

    • Bij mijn wandeling langs het Goffertpark (Vossenlaan/Rentmeesterlaan) werd mijn weg versperd door 84 auto's die op de het voetpad geparkeerd stonden.
    • Het gazon aan de Slotemaker de Bruïneweg (voor huisnummers 250 t/m 264) stond vol met auto's.
    • Het gedeelte van het Goffertpark langs de Wezenlaan had veel weg van een parkeerterrein.
    • Langs de Steinweglaan stonden 34 auto's op het gras van de speelweide geparkeerd.
    • Langs de Burgemeester Daleslaan tegenover de Rentmeesterhof stonden 12 auto's op het voetpad en in de bosrand (bestemmingsplan Winkelsteeg III-67, categorie R-I).

    En dan heb ik het nog niet eens over de omliggende woonbuurten en de bermen die wellicht wel tot de weg gerekend zouden worden (alleen de Emancipatiebuurt blijft sinds de afsluiting aan de zijde van de Weg door Jonkerbos grotendeels verschoond van foutparkeerders).

    Uit berichten in de media begrijp ik dat Paul Depla voor het stadion liever een topsporthal ziet dan een parkeerplaats, en dat NEC een tweede supportersring wil realiseren. Is het niet verstandiger om eerst de bestaande parkeerproblematiek op te lossen voordat er nagedacht wordt over nieuwe plannen (die bovendien in strijd zijn met het het Bestemmingsplan Volkspark de Goffert en de status van Stadspark de Goffert als gemeentelijk monument)?

    De parkeerproblematiek rondom het stadion dateert al uit de jaren '50. Ook toen hebben B&W verzuimd te zorgen voor een adequate oplossing. De parkeerchaos is de afgelopen halve eeuw alleen maar toegenomen. Met het Mobiliteitsplan Goffertpark (module A) zijn de problemen in ieder geval opgelost. Zolang er niet opgetreden wordt tegen foutparkeerders wordt de parkeerchaos alleen maar groter. Wellicht is het verstandig om te beginnen met het tellen van fout geparkeerde auto's tijdens voetbalwedstrijden van NEC in de wijde omgeving van het stadion. Dit leidt ongetwijfeld tot een schrikbarend aantal.

    Voor wat betreft de oplossing van het tekort aan parkeerplaatsen zou serieus nagedacht kunnen worden over een ondergrondse parkeergarage onder de speelweide (eventueel in combitatie met een ondergrondse topsporthal) en het (bovengronds) parkeren op de oefenvelden van NEC (toegankelijk via een inrit vanaf de Rentmeesterlaan).

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 27 maart 2006
    MIJN MENING

    Plein 1944

    "Elke Nijmegenaar kent Plein '44 en zijn geschiedenis," aldus Ted van Gaalen in De Gelderlander van 28 februari 2006. Ik betwijfel dit ten zeerste. Vrijwel niemand weet dat het monument van Jac Maris uit 1951 (dat bij de herinrichting van Plein 1944 in 1986 aan de kant is gezet) niets te maken heeft met het bombardement van 22 februari 1944, maar herinnert aan de Nederlandse militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld.

    Het is nog maar zeer de vraag of Plein 1944 zijn naam dankt aan het bombardement. Als in 1950 bij de door B&W uitgeschreven prijsvraag naar de Nijmeegse burgers was geluisterd, heette het plein nu waarschijnlijk Centrumplein of Titus Brandsmaplein (geen naam die iets met het bombardement te maken heeft). Plein 1944 kwam bij de inzendingen na Phoenixplein op de vierde plaats. Door toedoen van de gemeenteraad kreeg het plein op 27 december 1950 alsnog de naam Plein 1944.

    Het monument ter nagedachtenis van de Nijmeegse slachtoffers van het oorlogsgeweld staat aan de voet van de St. Stevenstoren. Dit monument van Mari Andriessen uit 1959 stond aanvankelijk onderaan de Stikke Hezelstraat. Sinds de verplaatsing is het volledig in vergetelheid geraakt. Bij de herdenkingen op 22 februari en 4 mei wordt dit monument volledig genegeerd.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / donderdag 5 januari 2006
    MIJN MENING

    Titus Brandsma

    In De Gelderlander van 4 januari 2006 merkt de verslaggever terecht op dat Titus Brandsmastraat 'een wel erg grote naam voor zo'n piepklein straatje' is. De Grootste Nijmegenaar aller Tijden kwam er in 1950 bij de straatnaamgeving bekaaid van af. Als het gemeentebestuur toen naar de Nijmeegse burgers had geluisterd, zou Plein 1944 naar Titus Brandsma zijn genoemd.

    De prijsvraag die B&W in 1950 hielden, leverde 569 inzendingen op, inclusief 368 adhesiebetuigingen voor handhaving van de naam Centrumplein. Als nieuwe naam werd Titus Brandsmaplein (29 maal) het meest genoemd. Plein 1944 (10 maal) kwam op de vierde plaats.

    In de uitslag van de de jury waarvan onder anderen historicus dr. Jan Brinkhoff, gemeentearchivaris dr. J. de Jong en hoofdredacteur Louis Frequin deel uitmaakten, stond de naam Titus Brandsmaplein (3 punten) op de vierde plaats. De voorkeur van de juryleden ging uit naar Koning Hendrikplein (15 punten).

    B&W namen op 18 oktober 1950 de uitslag van de jury over, maar de gemeenteraad wijzigde de door B&W vastgestelde naam Koning Hendrikplein op 27 december 1950 in Plein 1944. Sindsdien worden straatnamen ook weer door de gemeenteraad vastgesteld.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / dinsdag 3 januari 2006
    MIJN MENING

    Ben van Hees

    Onder de kop "Raadslid woest over politieke reclame" (De Gelderlander, 2 januari 2006) geeft Ben van Hees er blijk van dat hij na vier jaar nog altijd niets begrepen heeft van de dualisering van het gemeentebestuur.

    Wethouders maken sinds 2002 geen deel meer uit van de gemeenteraad, maar zijn lid van van een ander bestuursorgaan, i.c. het college van burgemeester en wethouders. Het zou een vreemde zaak zijn als de Kieswet in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen leden van andere bestuursorganen beperkingen zou opleggen.

    Natuurlijk mogen burgemeester en wethouders zich op de gemeentelijke website profileren door middel van webvideo's en interviews. Ik begrijp niet waar het raadslid van Nijmegen Nu zich over opwindt. Hij denkt toch niet dat deze 'reclame' op de gemeentelijke website het stemgedrag op 7 maart 2005 zal beïnvloeden? Of twijfelt hij aan het gezonde verstand van de Nijmeegse kiezers?

    Hij had zich beter kunnen afvragen of wethouders zich wel aan de wet houden... Als het lijststrekkerschap moet worden aangemerkt als een nevenfunctie als bedoeld in artikel 41b van de Gemeentewet, is een wethouder verplicht een eventueel voornemen tot aanvaarding van het lijststrekkerschap te melden aan de gemeenteraad. Na zo'n melding kan de raad discussiëren over de mogelijke consequenties die dit zou moeten hebben voor de wijze waarop wethouders zich in de verkiezingscampagne profileren.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 24 december 2005
    MIJN MENING

    Straatnamen

    In De Gelderlander van 20 december 2005 wordt onder het kopje 'Drususstraat' melding gemaakt van het (keizer) Traianusplein. Het voormalige Keizer Lodewijkplein heet sinds 1956 toch echt Keizer Traianusplein. Als het aan de commissie straatnaamgeving ligt, krijgt de de ovatonde in Nijmegen-Noord de naam Keizer Augustusplein, naar Gaius Iulius Caesar Octavianus, hoewel zijn rol in de geschiedenis van Nijmegen nihil was.

    De straatnaam Traianusstraat die van 1946 tot 1956 Trajanusstraat heette, verdwijnt binnenkort. Deze straat maakte in het verleden deel uit van de verdwenen Romeinse Veldherenbuurt ten noorden van de Ubbergseveldweg. Na de Tweede Wereldoorlog hebben hier in totaal 100 noodwoningen gestaan. De laatste vier woningen zijn in 1967 afgebroken. De namen Cerialisstraat en Drususstraat zijn op een andere locatie op de Kopsehof ten zuiden van de Ubbergseveldweg hergebruikt. De verdwenen naam Veraxstraat is in Nijmegen-West terug te vinden als Verax (bij twee andere Bataven: Flavus en Victor).

    In de buurt De Elten in de woonplaats Oosterhout gemeente Nijmegen zijn de straten in 1999 genoemd naar Romeinse bodemvondsten. Ook de Claustrumstraat was oorspronkelijk genoemd naar een bodemvondst: de grendel van een slot (en niet naar een afgesloten ruimte of klooster). Door onwetendheid is de straatnaam in 2005 op verzoek van de bewoners gewijzigd in Claustrum. (...)

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / donderdag 16 juni 2005
    MIJN MENING

    Zwarte wijken?

    Met verbazing las ik in De Gelderlander van 9 juni 2005 de uitspraken van de Nijmeegse wethouder Paul Depla die via woningtoewijzing evenwicht wil brengen in witte en zwarte wijken. Volgens Jaap van Essen heeft de wethouder onder meer gezegd: "Gemiddeld hebben we in Nijmegen 15 procent allochtonen. In sommige wijken is het percentage echter 78 procent. Iedereen in de stad, in dit land maakt zich zorgen. (...)"

    Uit gegevens van het CBS blijkt dat 24 procent van de Nijmeegse bevolking allochtoon is. Waarschijnlijk heeft de wethouder het over de circa 19.000 niet-westerse allochtonen die Nijmegen telt (12 procent). Of baseert hij zich op gemeentelijke cijfers over het etniciteit waaruit blijkt dat ruim 25.000 inwoners van Nijmegen die afkomstig zijn uit B-landen (16 procent)?

    Gemakshalve worden B-landen vaak gelijk gesteld aan niet-westerse landen. Personen die afkomstig zijn uit Griekenland, Italië, voormalig Joegoslavië, Portugal, Spanje en Indonesië komen volgens de VNG-lijst uit B-landen (= potentiële doelgroepen van achterstandenbeleid), maar behoren volgens het CBS tot de categorie westerse allochtonen. In alle gevallen worden ook de personen meegeteld van wie maar één van beide ouders in het buitenland is geboren.

    Waar de wethouder op baseert dat in sommige wijken 78 procent allochtonen wonen, is mij een raadsel. De wijk met de meeste allochtonen is Meijhorst met nog altijd 56 procent autochtone Nederlanders. In deze wijk is 35 procent van de inwoners afkomstig uit B-landen. Het percentage niet-westerse allochtonen ligt dus nog iets lager. De tweede wijk met relatief veel allochtonen is Malvert met 60 procent autochtone Nederlanders. Hier is 30 procent afkomstig is uit B-landen. In alle andere wijken komt het percentrage niet-westerse allochtonen niet boven de 30 procent uit.

    Een 'probleem' vormen kennelijk enkele buurten waar het percentage beduidend hoger is. Gezien de cijfers per wijk is de omvang daarvan beperkt. Als je een buurt maar klein genoeg maakt en alle tweede generatie Zuid-Europeanen meerekent, kom je wellicht hier en daar tot het percentage niet-westerse allochtonen dat Depla noemt. Er is alle reden om je zorgen te maken, maar dan vooral over de wijze waarop er met cijfers omgesprongen wordt!

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / dinsdag 31 mei 2005
    MIJN MENING

    Daleslaan

    In De Gelderlander van 25 mei 2005 wordt uitgebreid aandacht besteed aan de boerderij aan de Burgemeester Daleslaan die te koop staat. De wervende tekst van dit bericht zou in een folder van de makelaar niet misstaan. De huidige eigenaar noemt maar één minpunt: de wijziging van de straatnaam Oude Mollenhutseweg in Burgemeester Daleslaan.

    Als eigenaar zou ik het meer betreuren dat er volgens het bestemmingsplan op het grootste deel van de grond de bestemming 'park' rust; een klein gedeelte is aangewezen voor 'woondoeleinden'. In de plantoelichting staat: "Een van de bedrijven (in de meer hobbyachtige sfeer) is in dit plan niet als zodanig bestemd. De bij dit bedrijf horende open weilanden kunnen, als het agrarische bedrijf ophoudt te bestaan, eventueel bebost worden."

    Bovendien ligt het perceel binnen de grenzen van het Goffertpark dat in 2004 in zijn geheel is aangewezen als gemeentelijke monument. De mogelijkheden voor de toekomstige eigenaar zijn dus zeer beperkt, al zou het een goed idee zijn als de gemeente op deze locatie de parkeergelegenheid voor het stadion zou uitbreiden. Op deze wijze kan alsnog de symmetrie aan weerszijden van het Stadionplein gerealiseerd worden waarmee bij het ontwerp van het park in 1934 al rekening werd gehouden.

    Anders dan bij het bestemmingsplan en de monumentenstatus kan de wijziging van de straatnaam Oude Mollenhutseweg in Burgemeester Daleslaan de verkoopprijs alleen maar ten goede komen. De historische betekenis van de naam Oude Mollenhutseweg valt in het niet bij die van Burgemeester Dales.

    Vanaf 27 januari 1906 heette de weg die liep van de Graafscheweg tot de grens met de gemeente Heumen officieel Mollenhutscheweg. Op 14 december 1955 besloot de gemeenteraad aan een gedeelte van de Mollenhutseweg de naam Oude Mollenhutseweg te geven en werd het adres Mollenhutseweg 101 gewijzigd in Oude Mollenhutseweg 50; per 1 januari 2003 is dit gewijzigd in Burgemeester Daleslaan 50.

    Van mollenhutten (meervoud) is bij mijn weten nooit sprake geweest. H.P.M. Teunissen, commies-griffier ter gemeente-secretarie van Nijmegen, schreef in december 1933 in zijn inventarisatie van Nijmeegsche straatnamen: "Aan het einde van dezen weg, die reeds vóór 1906 Mollenhutscheweg genoemd werd, bevond zich een in den grond gegraven hut (de mollenhut) waarin een zonderling met twee geiten leefde. Vroeger is de weg ook bekend geweest onder den naam St. Jacobsallee. Deze naam was ontleend aan een kleine hoeve op het landgoed Heidepark."

    Die ene zonderling met die twee geiten woonde vermoedelijk nabij de plaats waar nu de Malderburchtstraat begint. De straatnaam Nieuwe Mollenhutseweg herinnert hier nog altijd aan. Dat de gemeenteraad op 14 december 1955 het oudste deel van de weg Nieuwe Mollenhutseweg heeft genoemd, was vanuit historisch oogpunt onjuist en bovendien verwarrend. Ook de naam Krekelstraat voor het gedeelte tussen de Oude en de Nieuwe Mollenhutseweg zorgde voor problemen. Al met al een wijs besluit om aan deze verwarring een einde te maken door op 13 december 2001 te besluiten de straatnaam Oude Mollenhutseweg per 1 januari 2003 te wijzigen in Burgemeester Daleslaan.

    Overigens worden 'mollen' wel genoemd in de Eindrapportage van het wijkbezoek van van het college van B&W aan de wijk Goffert op 18 november 2003. Deze mollen zouden verantwoordelijk zijn voor de kuilen in het fietspad/voetpad langs de Burgemeester Daleslaan, voorheen Oude Mollenhutseweg. Kennelijk is het college en/of de ambtelijke organisatie niet op de hoogte van het parkeergedrag van N.E.C.-supporters die bij het parkeren in de bermen de voet- en fietspaden als rijweg gebruiken.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 2 mei 2005
    MIJN MENING

    Goffertbad

    De openingstijden van het Goffertbad blijven dit jaar zoals ze vorig jaar waren. Dat betekent dat zwemmers op een aantal dagen tussen 10.30 en 13.00 uur weer voor een gesloten poort staan. Volgens directeur Heino Jacobs van NV Sportfondsen Nijmegen was het nieuwe rooster zo'n beetje naar ieders tevredenheid dus wordt dat gehandhaafd.

    Heeft Jacobs alleen geluisterd naar de mensen die vóór 10.30 uur komen zwemmen of heb ik 'verkeerde' vrienden? In mijn omgeving heeft niemand een goed woord over voor de gewijzigde openingstijden waardoor zwemmers een groot deel van de dag niet in het Goffertbad terecht kunnen. De inzet van personeel tussen 10.30 en 13.00 uur, is sowieso een weinig efficiënte besteding van de financiële middelen die de gemeente voor het Goffertbad beschikbaar stelt. Het beknibbelen op openingstijden komt de exploitatie van het zwembad niet te goede.

    Het zou mij niet verbazen als de duidelijk terugloop van het bezoekersaantal in 2004 een gevolg is van de gewijzigde openingstijden. Het is te gemakkelijk om het de daling toe te schrijven aan weersinvloeden. Daarmee zou bij de evaluatie overigens rekening gehouden kunnen worden. Van een deugdelijke evaluatie is echter geen sprake. De wensen van bezoekers en potentiële bezoekers zijn niet geïnventariseerd en de bezoekerscijfers zijn niet geanalyseerd.

    Ook de rol van het gemeentebestuur in dezen laat te wensen over. De gemeente heeft wel financiële middelen beschikbaar gesteld voor de renovatie van het Goffertbad, maar er onvoldoende op toegezien dat van het zwembad optimaal gebruik gemaakt kan worden. Bij een zwembad dat maar vier maanden per jaar open is, kun je potentiële bezoekers die tussen de middag willen komen zwemmen, beter niet in de kou laten staan. Dat komt de exploitatie niet ten goede.

    De gemeenteraad heeft nooit een formeel besluit genomen over de openingstijden van het Goffertbad, hoewel het college van B&W in een memorandum van 19 april 2005 iets anders suggereert. Het zou een goede zaak zijn als de raad in de toekomst expliciet een aantal randvoorwaarden voor de openingstijden vaststelt en de evaluatie daarvan.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 7 maart 2005
    MIJN MENING

    CWZ en NEC

    "CWZ verwijst meer personeel naar NEC," meldde de Gelderlander op zaterdag 26 februari 2005. Uit het bericht blijkt dat de voetbalclub begin deze maand honderd plaatsen beschikbaar stelde om de parkeerdruk bij het ziekenhuis te verminderen.

    Dat is heel mooi van NEC, maar wel een loos gebaar! De parkeerplaatsen die NEC 'aangeboden' heeft, bevinden zich namelijk in de openbare ruimte van het Goffertpark. Het Stadionplein en de parkeerplaats voor het Stadion de Goffert (ten onrechte aangeduid als NEC-stadion) zijn namelijk publiek domein waarover NEC geen enkele zeggenschap heeft of behoort te hebben. Zolang het college van Burgemeester en Wethouders geen parkeerverbod en/of betaald parkeren invoert, mag iedereen daar zijn of haar auto parkeren.

    NEC heeft als huurder alleen zeggenschap over het terrein binnen de hekwerken van het stadion en de oefenvelden. Uit niets blijkt dat CWZ-medewerkers hun auto binnen de hekken van het stadion mogen parkeren, hoewel dat een mooie beveiligde parkeergelegenheid zou zijn.

    Het opmerkelijke feit doet zich voor dat het gemeentebestuur niet alleen toelaat dat NEC zich op 'slinkse' wijze een deel van de openbare ruimte van het Goffertpark toe-eigent, maar daar ook willens en wetens aan meewerkt. Het college van B en W heeft op 1 februari 2005 ingestemd met de resultaten van het overleg tussen NEC en CWZ inzake het tijdelijk gebruik van het "NEC-terrein" ten behoeve van het personeel van het CWZ en besloten de kosten te dekken uit de parkeerexploitatie van het CWZ-terrein.

    Een deugdelijk parkeerregime voor het Stadionplein en omgeving met door de gemeente verstrekte parkeervergunningen is kennelijk te veel gevraagd. Het gemeentebestuur laat de regulering van het parkeren rondom het stadion blijkbaar liever aan NEC over. Ook bij voetbalwedstrijden is het NEC die nog altijd 'illegale' parkeerkaarten voor de openbare ruimte verstrekt en een parkeerchaos in de wijde omgeving van het stadion veroorzaakt.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 5 maart 2005
    MIJN MENING

    Oude Mollenhutseweg*

    In De Gelderlander van 28 februari 2005 ageert Martin Rep uit Nijmegen tegen de wijziging van de naam Oude Mollenhutseweg in Burgemeester Daleslaan waarvoor ik mij in het verleden heb ingezet. Naar aanleiding van een foto stelt hij de vraag hoe ik kom "aan dat stuk eigendom van de gemeente (dus ook van mij!) met die prachtige, historische en 'onder meer door zijn toedoen' verdwenen prachtige historische straatnaam".

    Het antwoord op die vraag is simpel. Burgemeester Ter Horst heeft er na de onthulling van de nieuwe straatnaam op 25 januari 2003 persoonlijk voor gezorgd dat ik een exemplaar van het straatnaambord kreeg voor mijn inzet voor de straatnaamwijziging. Zij heeft het bord met haar dienstauto bij mij thuis laten bezorgen. In de achterbak lagen verschillende borden waaruit ik een keuze kon maken. In een begeleidend schrijven dat ik bij de bezorging ontving, schreef zij onder meer: "U begrijpt dat normaliter de naambordjes worden hergebruikt, maar ik zag in dit geval voldoende aanleiding om van de regels af te wijken."

    Ook bij de "prachtige historische straatnaam" zijn enkele kanttekeningen op z'n plaats. De oorspronkelijke naam Mollenhutscheweg is op 27 januari 1906 door de gemeenteraad vastgesteld. De Mollenhutscheweg liep vroeger van de Graafscheweg tot aan de grens van de gemeente Heumen. In de loop van de twintigste eeuw is de naam en de ligging een aantal malen gewijzigd. Zowel aan het begin als aan het einde is de weg een eind ingekort.

    Op 14 december 1955 beging de raad een 'historische' vergissing door de Mollenhutseweg op te splitsen in drie delen: Oude Mollenhutseweg, Krekelstraat en Nieuwe Mollenhutseweg. Op basis van oude kaarten van vóór 1850 is er reden om aan te nemen dat de Nieuwe Mollenhutseweg het oudste deel van de weg is. De in de grond gegraven 'mollenhut' aan het einde van de weg waarin een zonderling met twee geiten woonde, lag mijns inziens bij de Malderbuchtstraat.

    Omdat de Oude en de Nieuwe Mollenhutseweg na 1955 niet meer op elkaar aansloten en de naam Mollenhutseweg nog altijd gebruikt werd om de Nieuwe Mollenhutseweg aan te duiden, vormde de vindbaarheid van de adressen aan de Oude Mollenhutseweg een reëel probleem. Er was dus alle reden voor een structurele oplossing.

    Dat de naam Oude Mollenhutseweg "opeens" was veranderd, behoeft enige nuancering. Mijn eerste brief over dit onderwerp met een concrete suggestie voor de naamsverandering heb ik op 10 januari 1994 schreven. De raad heeft pas op 13 december 2001 vrijwel unaniem met de verandering in Burgemeester Daleslaan per 1 januari 2003 ingestemd (alleen de fractie van D66 was tegen). De naam Nieuwe Mollenhutseweg is niet gewijzigd, hoewel Mollenhutseweg uit historisch oogpunt juister zou zijn.

    Rob Essers, Nijmegen

    Het kopje in De Gelderlander van zaterdag 5 maart 2005 was:  Essers (3)

     
     
    HazAnneKamp / november 2004
    INGEZONDEN

    Oriëntatietafel

    "Bank en oriënteringstafel markeren nog steeds een uitzichtpunt in het Goffertpark."  (Hazannekamp, oktober 2004; pagina 18)

    Goffertpark - uitzicht vanaf De BANK

    Deze informatie is niet geheel juist of op z'n minst misleidend...
    De bank staat er nog steeds (al ontbreken diverse stenen boven het wapen), maar de oriëntatietafel van brons en ijzer is verdwenen. In het gemeentelijke overzicht 'Sculptuur in Nijmegen' (datum 5 april 2000) staat bij met de beschrijving van de Goffertwegwijzer van G.J. Loogman uit 1952: "Niet aangetroffen".

    Op bijgevoegde foto is te zien dat de oriëntatietafel plaats heeft gemaakt voor een ander object. Tot nu toe ging ik ervan uit dat de voet van dit object afkomstig was van de oriëntatietafel. De foto in de Hazannekamp laat echter zien dat dit niet het geval is. Ik weet niet wat er met de wegwijzer is gebeurd en wanneer het huidige object ervoor in de plaats is gekomen.

    monument
    Bij de plaatsing van het Goffertpark op de gemeentelijke monumentenlijst werd "De Bank" als een van de beschermde complexonderdelen expliciet genoemd. De Commissie Beeldkwaliteit blijkt niet op de hoogte te zijn van het bestaan van de oorspronkelijke oriëntatietafel. Bij de redengevende omschrijving Goffertpark (raadsvoorstel 130/2004; blad 6 van 14) staat:

    OMSCHRIJVING onderdeel 4
    De BANK (1953)
    De zogenaamde panoramabank staat op een verhoogd uitzichtpunt met een vergezicht over de lengte-as van de speelwei. Het uitzichtpunt ligt in de noordwest hoek van het park op een kruising van paden en bestaat uit een naar parkzijde convex gevormd gazon, begrensd door een ijzeren hekwerk. Mogelijk vervangt de bank een ouder exemplaar. De bank is een schenking van de Verfraaiings-Vereniging Nijmegen en Omstreken ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan.
    De in 1953 geplaatste bank is een monumentale zes meter breed gebogen object opgebouwd in een groot formaat blauwe sintersteen, waarvan het profiel de suggestie van rustica wekt. Het gestapelde metselverband vormt een geometrisch patroon dat contrasteert met de golvende belijning van de rugleuning. Blikvanger hierin is een forse halfrond afgesloten sierbetonnen gedenksteen waarop het stadswapen van Nijmegen is afgebeeld en verder de jaartallen 1878 - 1953 en de naam van de schenker. De zitbank is afgedekt met tegels, de kolommen aan weerszijden met een blok gefrijnde (sier)beton. Voor de bank ligt een twee treden hoog bordes met convex middendeel waarop een standaard staat met een metalen schijf met in kleur de richtingen van het park. Het bordes is geplaveid met natuurstenen, zoals gebruikelijk in de jaren 50 en 60 van de 20ste eeuw.

    Waardering
    De BANK, 1953, is een geschenk van de in 1984 opgeheven Verfraaiings-Vereniging Nijmegen en Omstreken.
    - Van kunsthistorische waarde als voorbeeld van de stijlopvatting in de jaren 50 en 60
      van de 20ste eeuw.
    - Van ensemblewaarde als functioneel onderdeel van het Stadspark de Goffert.

    Misschien zijn er lezers van de Hazannekamp die weten wanneer de oriëntatietafel is verdwenen en het huidige object is geplaatst.

    Rob Essers

     
     
    De Gelderlander / maandag 11 oktober 2004
    MIJN MENING

    Goffertbad

    Tijdens de vergadering van de commissie Stedelijke Samenleving bracht 'inspreker' Heino Jacobs de rol van de provincie ter sprake. De verslaggever van De Gelderlander vatte dit in de krant van donderdag 7 oktober 2004 als volgt samen:

    'Dat er hoe dan ook snel wat moet gebeuren, maakte directeur Jacobs van het beherende Sportfondsen Nijmegen duidelijk: "Als we niets doen, blijft het zwembad volgend jaar sowieso dicht. De inspecteur van de provincie heeft zoveel onveilige zaken geconstateerd, dat hij geen toestemming zal geven open te gaan."'

    Helaas werd ik door de commissievoorzitter niet in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Ik betreur het dat dergelijke 'suggestieve' informatie kennelijk door een niet geheel onpartijdige inspreker naar voren gebracht moet worden. Ik baseer mij liever op controleerbare feiten!

    Op grond van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden kunnen Gedeputeerde Staten met betrekking tot een in hun provincie gelegen badinrichting in het belang van de hygiëne en de veiligheid van de bezoekers nadere voorschriften geven.

    Uit informatie die ik na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) heb gekregen van de provincie, blijkt nergens dat de inspecteur van de provincie zo veel onveiige zaken geconstateerd heeft, dat hij in 2005 geen toestemming zal geven open te gaan. Als zo'n document bestaat, heeft de provincie mogelijk in strijd met de Wob gehandeld.

    Van een medewerker van de dienst Milieu en Water, senior cluster Zwemwater, van de provincie heb ik echter begrepen dat Gedeputeerde Staten niet zo snel overgaan tot sluiting. Dan moet er wel heel wat aan de hand zijn!

    Wat wel blijkt, is dat het verplichte dagelijkse onderzoek naar het zwemwater niet naar behoren werd uitgevoerd. Ook in het inspectierapport staan zaken die betrekking hebben op het onvoldoende reinigen van de bassins en de perrons. Hiervoor zijn het personeel van de Sportfondsen Nijmegen en directeur Jacobs verantwoordelijk.

    Dat de machinekamer en de filterinstallatie in slechte staat verkeren en allang vervangen hadden moeten worden, is duidelijk. De gemeente is zelf verantwoordelijk voor de staat waarin het Goffertbad verkeert. Op 14 november 2002 heeft de raad voor achterstallig onderhoud 1 miljoen euro uitgetrokken.

    Als onmiddellijk na de raadsvergadering van 20 oktober 2004 wordt begonnen met de noodzakelijke renovatie is er een kleine kans dat er vanaf 30 april 2005 weer gezwommen kan worden in het Goffertbad.

    Mocht de raad echter kiezen voor een kwaliteitsimpuls en pas op 15 december 2004 een besluit nemen over het beschikbare investeringsbedrag, dan is het vrijwel uitgesloten dat er vanaf 30 april 2005 weer in het Goffertbad gezwommen kan worden.

    Rob Essers, Nijmegen

    zie ook:  informatie over Goffertbad

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 2 oktober 2004
    MIJN MENING

    SDAP-wethouder

    In de rubriek 'Onderweg' (De Gelderlander, donderdag 30 september 2004) schrijft Geert Geenen dat in 1948 een straat in de Nijmeegse wijk Hengstdal naar Gerard Corduwener werd genoemd.

    Als mijn gegevens juist zijn, hebben B&W al op 10 juni 1941 besloten deze straat de naam 'Wethouder G.A. Corduwenerstraat' te geven. Op 6 februari 1940 werd de 'Wethouder G.M. Busserweg' naar zijn RKSP-collega genoemd.

    Op advies van de chef der Afdeling Bevolking, Verkiezingen en Militaire Zaken besloten B&W in 1950 om een aantal straatnamen te wijzigen. Lange benamingen waren hinderlijk voor de administratie en ingezetenen. Bovendien was een nadere omschrijving van de betreffende persoon op straatnaamborden gebruikelijk. Op grond van het B&W-besluit d.d. 2 november 1950 heet de straat in de Nijmeegse wijk Hengstdal sindsdien Corduwenerstraat.

    Nadien is bij de vervanging van straatnaamborden geen rekening gehouden met de beweegredenen van B&W en is de omschrijving verdwenen. Hierdoor herinnert niets meer aan de SDAP-wethouder naar wie deze straat is genoemd.

    Van het advies van de commissie straatnaamgeving om in ieder geval nieuwe straatnaamborden van een onderschift te voorzien, komt in de praktijk weinig terecht. Ook op nieuwe borden in de wijk Hatert (Staatsliedenbuurt) ontbreekt het onderschrift. Een nieuw straatnaambord voor de Corduwenerstraat zal wel teveel gevraagd zijn!

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / dinsdag 14 september 2004
    MIJN MENING

    Sekswinkels

    De berichtgeving in De Gelderlander van maandag 6 september 2004 heeft mij enisgzins verbaasd. "Onze verslaggever" is kennelijk niet op de hoogte van de wijze waarop de besluitvorming van het gemeentebestuur tot stand komt.

    Er is geen sprake van een voorstel, maar van een reeds genomen collegebesluit (Besluit B&W d.d. 15 juni 2004, nummer: 1.23). Niet de burgemeester, maar het college heeft de groei van het aantal sekswinkels aan banden gelegd. Dat is gebeurd op grond van artikel 3.2.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV):

    "Artikel 3.2.7.  Sekswinkels
    Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente."

    Deze bepaling is een gevolg is van de 19e wijziging van de APV (raadsbesluit d.d. 28/29 juni 2000; raadsvoorstel 112/2000) die op 1 oktober 2000 in werking is getreden. Het college heeft op 15 juni 2004 dus gebruik gemaakt van de bevoegdheid die het in 2000 van de raad heeft gekregen.

    Mijn zoektocht naar de zeven sekswinkels die er op dit moment zouden moeten zijn, heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Via www.kvk.nl - de website van de Kamer van Koophandel - kwam ik niet verder dan:

    1. Christine le Duc, Bloemerstraat 78, 6511 EM Nijmegen
    2. Eroworld Nijmegen, van Welderenstraat 61, 6511 MD Nijmegen
    3. Erotic Shop Love + Love Privé, Lange Hezelstraat 86, 6511 CM Nijmegen (Mata Hari: uitgeschreven uit het Handelsregister)
    4. ROWI Shop, Bloemerstraat 37, 6511 EC Nijmegen (B1 CINEMA / B 1 SEXYSHOP / B1-CINEMA SEXSHOP / B1-CINEMA: uitgeschreven uit het Handelsregister)
    Maison Pour Vous, Ziekerstraat 98, 6511 LK Nijmegen (uitgeschreven uit het Handelsregister)

    Waarop het college baseert dat ondernemers steeds vaker een sekswinkel in het centrum willen exploiteren, is mij niet duidelijk. Volgens mij is het aantal alleen maar afgenomen. Desondanks is het college van mening "[...] dat, gelet op het gevoelen van de stadsbewoners, een onbeperkte toename en de concentratie van sekswinkels ongewenst is." (brief van B&W d.d. 8 juli 2004)

    Het college vertolkt dus de gevoelens van het het volk! Dit doet mij denken aan wijlen Wim Kan's echtgenote Corrie Vonk met een oranje vlaggetje, een hoedje en een toeter...

    R. Essers, Nijmegen

    zie ook:  regulering sekswinkels

     
     
    De Brug / woendag 30 juni 2004
    Ingezonden brieven

    Goffertbad geheel 'verdampt'

    In het voorstel om het Goffertpark op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsten worden de naoorlogse uitbreidingen van het park slechts terloops genoemd:
    "[...] In 1952 is het in zuidwestelijke richting uitgebreid met het Heidepark, waarin het huis ‘Heydepark’ (GM) en een oude boerderij met waterput gelegen zijn. Aan de oostzijde is een deel van het Enkaterrein toegevoegd."

    Dit laatste is een wel heel erg summiere aanduiding voor het Goffertbad. Voor de Nijmeegse burgers die het zwembad een warm hart toedragen, is het Goffertbad onlosmakelijk verbonden met het Goffertpark. In de redengevende omschrijving staat nergens expliciet vermeld waarom dit buitenbad overal buiten wordt gehouden en geen bescherming verdient. Het Goffertbad wordt slechts één maal genoemd om de plaats van een jeugdplek met skateboardbanen (1997) en een basketbal- en hockeyplaats aan te duiden.

    Het zwembad ligt wel in het plangebied van het bestemmingsplan Volkspark de Goffert (2001) en heeft volgens de planvoorschriften de bestemming "zwembad met de daarbij behorende voorzieningen". Er is geen enkele reden om het Goffertbad in een voorstel inzake bescherming van het Goffertpark dood te zwijgen.

    straatnaamgeving
    De begrenzing van het beschermde gebied komt - volgens het raadsvoorstel - overeen met het gebied dat binnen de straatnaamgeving officieel als Goffertpark is aangeduid. Aan de westzijde wijkt het voorgestelde gebied echter af van het raadsbesluit d.d. 31 januari 2001 (raadsvoorstel 22/2002). De grens is verschoven van de Heideparkseweg naar naamloze pad, waarvoor ik de naam Wigwamweg heb voorgesteld (Joris Ivens nam op het landgoed Heydepark in 1912 op 13-jarige leeftijd zijn eerste film De Wigwam op). In het voorstel staat niet waarom de driehoek Heideparkseweg - Konijnenpad - Wigwamweg buiten het beschermde gebied ligt.

    Ook op een ander punt wijkt de redengevende omschrijving af van het raadsbesluit d.d. 31 januari 2001. De raad heeft besloten om het park de naam Goffertpark te geven. Desondanks wordt in de redengevende omschrijving 24 maal de achterhaalde benaming Stadspark de Goffert gebruikt.

    Bij de voorbereiding van de besluitvorming inzake de naam Goffertpark in 2000 was de begrenzing geen punt van discussie. De commissie straatnaamgeving heeft zich alleen over de naam van het park gebogen en niet over de ligging ervan. Dat het Goffertbad buiten het Goffertpark en zelfs buiten de wijk Goffert ligt, was geen weloverwogen en bewuste keuze van de gemeenteraad. Uit de Stads- en Wijkmonitor 2003 (Deel Wijk, pagina 44) blijkt dat men zelfs bij de Afdeling Onderzoek en Statistiek niet weet dat het zwembad in de wijk Nije Veld in het stadsdeel Oud West ligt.

    voortschrijdend inzicht
    Na het besluit over de naam Goffertpark heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Volkspark de Goffert vastgesteld en verschillende besluiten genomen over de toekomst van het Goffertbad, waaronder het raadsbesluit d.d. 11 april 2001 (raadsvoorstel 47/2001) om het Goffertbad voor onbepaalde tijd open te houden.
    Voor een betere bescherming tegen ongewenste ontwikkelingen zou het een goede zaak zijn om het Goffertbad alsnog aan het Goffertpark en aan de wijk Goffert toe te voegen, zodat het zwembad dezelfde bescherming geniet als bijvoorbeeld het verbouwde stadion.

    Rob Essers

    zie ook:  informatie over Goffertpark en Goffertbad

     
     
    De Gelderlander / maandag 19 april 2004
    MIJN MENING

    Allochtoon of Nijmegenaar?

    In De Gelderlander van 13 april 2004 plaatst J. Hermsen uit Nijmegen een aantal discriminerende opmerkingen bij een uitspraak van burgermeester Ter Horst over de term allochtoon. De burgemeester wil deze term afschaffen voor iedereen die hier al is, omdat deze misplaatst is. Hermsen vindt dat je pas recht hebt op de term Nederlander of Nijmegenaar als je helemaal geïntegreerd bent.

    Volgens de definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt een persoon tot de allochtonen gerekend als ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Bij de stadsgetallen van de gemeente Nijmegen wordt voor het bepalen van de etnische herkomst ook gekeken naar het geboorteland van de persoon zelf. Alleen als een persoon zelf en beide ouders in Nederland geboren zijn, is iemand Nederlander.

    Op grond van deze definitie is bijvoorbeeld 66 procent van de leden van het Koninklijk Huis allochtoon. Ook Koningin Beatrix is een allochtoon (met een 'vorstelijke' uitkering). Op de lijst van troonopvolgers staat de eerste Nederlander op de vijfde plaats (binnenkort op de vierde).

    De term allochtoon heeft in de loop der tijd een steeds negatievere betekenis gekregen. Als er problemen zijn, spreekt men over allochtonen. Succesvolle allochtonen worden daarentegen aangeduid als Nederlander of Nijmegenaar. De term allochtoon wordt te pas en te onpas gebruik in situaties waarin de geboorteplaats van ouders volstrekt niet relevant is. In plaats van de term af te schaffen zou er beter op toegezien kunnen worden dat deze alleen in de juiste betekenis wordt gebruikt.

    De mate van integratie en de beheersing van de Nederlandse taal kunnen niet uit de geboorteplaats van de ouders worden afgeleid. Voor een aantal allochtonen (en hun ouders) is Nederlands zelfs de moedertaal. Over de talen die de inwoners van Nijmegen actief en passief beheersen, bestaan bij mijn weten geen betrouwbare gegevens. Nader onderzoek zou een aantal vooroordelen kunnen wegnemen en beleidsmakers in staat stellen om taalonderwijs beter af te stemmen op de behoefte.

    Iedereen die in Nijmegen woont, is 'gewoon Nijmegenaar'. Dat geldt voor autochtonen en allochtonen. Een feit is dat sommige Nijmegenaren of hun ouders niet in Nijmegen zijn geboren. Dat zegt echter niets over de mate waarin zij geïntegreerd zijn in de Nijmeegse samenleving.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / zaterdag 3 januari 2004
    MIJN MENING

    Amalia

    Het bericht dat het nieuwe verkeersplein tussen Lent en knooppunt Ressen grote kans maakt de naam Prinses Amaliaplein te krijgen (De Gelderlander, 22 december 2003), is voorbarig.

    Nog voordat dit bericht in de krant stond, heb ik de secretaris van de commissie straatnaamgeving al laten weten dat het vanuit historisch oogpunt niet juist is om de ovatonde of een ander verkeersplein in de Waalsprong (Nijmegen-Noord) naar Prinses Catharina-Amalia te noemen.

    De Prins Mauritssingel die op de ovatonde aansluit, is genoemd Prins Maurits, stadhouder van Gelderland (1591 - 1625) in de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden. De ovatonde verdient dan ook een meer toepasselijke naam: Plein van de Republiek (als herinnering aan de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden, 1581 - 1795).

    Ook in de column 'Staatshoofdje in de wieg' van Anton van Hooff (De Gelderlander, 20 december 2003) wordt gewezen op de verloochening van onze eigen geschiedenis: Nederland heeft als republiek zijn zelfstandigheid verkregen.

    Met de naam Plein van de Republiek wordt recht gedaan aan onze geschiedenis. Gelukkig is het niet de commissie straatnaamgeving, maar de Raad van de gemeente Nijmegen die besluit hoe de ovatonde gaat heten.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 24 november 2003
    MIJN MENING

    Veiligheid

    In de krant van 17 november 2003 geeft een bewoner van de Emancipatiebuurt uiting aan zijn ongenoegen over de Gemeente Nijmegen en de stadsdeelbeheerder. De gemeente is er kennelijk niet in geslaagd om de toegang tot de buurt veiliger te maken.

    Briefschrijver verzuimt echter om aan te geven hoe de route vanaf de bushalte aan de Hatertseweg via het buurtparkje naar de Emancipatiebuurt wel sociaal-veilig(er) gemaakt zou kunnen worden. De route is in het verleden al voorzien van straatverlichting. Na de buurtschouw in 2002 heeft wethouder Depla de bewoners meegedeeld dat voor extra verlichting geen geld was.

    Het is de vraag of meer straatverlichting en het weghalen van groen de sociale-veiligheid bevorderen. Lantaarnpalen schieten slachtoffers niet te hulp! Extra straatverlichting kan het gevoel van veiligheid beïnvloeden, maar dat is een vorm van schijnveiligheid. Voor een werkelijk veilige route zouden alle struiken moeten wijken en de bomen vervangen moeten worden door lantaarnpalen, zodat de bewoners van de Emancipatiebuurt vrij zicht hebben op de Hatertseweg. Ik vrees dat de bewoners daar niet op zitten te wachten.

    Het verbaast mij dat vanuit het oogpunt van veiligheid het groen iedere keer weer tot op klomphoogte gesnoeid moet worden. Hieraan ligt waarschijnlijk de gedachte ten grondslag dat achter iedere struik een potentiële aanrander of verkrachter schuil kan gaan. De kans dat die gewoon in een auto zitten te wachten, lijkt mij veel groter.

    Klachten dienen uiteraard naar behoren behandeld te worden. Dat betekent niet dat bewoners in alle gevallen hun zin krijgen. Dit geldt ook in dit geval. De gemeente kan niet voorkomen dat er misdrijven worden gepleegd. Met meer lantaarnpalen en minder groen is het probleem niet opgelost. Of er niet serieus nagedacht is over de toegang tot de Emancipatiebuurt, kan ik niet beoordelen.

    Rob Essers (bewoner Emancipatiebuurt),
    Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 20 oktober 2003
    MIJN MENING

    Voorlichting

    Op de gemeentelijke website trof ik een persbericht aan met als kop 'Gemeente pakt parkeeroverlast bij Goffertpark aan'. Hierin wordt de indruk gewekt dat het inzetten van de Goffertweide als parkeerplaats reeds een feit is.

    Het verbaast mij dat in een officieel persbericht niet expliciet vermeld wordt dat het hier slechts een voorstel van het college betreft dat nog door de raad goedgekeurd moet worden. Aan het hoofd van de gemeente staat de gemeenteraad. De besluitvorming door de raad is zeker in dit geval zeker geen een formaliteit.

    In het persbericht wordt gesteld dat met ingang van het voetbalseizoen 2003 - 2004 voor elke thuiswedstrijd een parkeerverbod langs de Burgemeester Daleslaan geldt. Een besluit daartoe is bij mijn weten nooit genomen of in ieder geval niet openbaar gemaakt. Overleg met omwonenden over welke maatregel dan ook heeft nooit plaatsgevonden. Mijn suggestie om in plaats van de Goffertweide de oefenvelden van NEC als parkeerplaats te gebruiken is het college kennelijk ontgaan.

    Dat door de maatregelen de overlast in omliggende straten verminderd wordt, gaat mijns inziens niet op de Emancipatiebuurt. Als de maatregelen ongewijzigd doorgaan, worden bewoners en bezoekers van deze buurt bij afsluiting van de Burgemeester Daleslaan niet meer als bestemmingsverkeer aangemerkt met alle gevolgen van dien.

    Ik heb ook geen enkele reden om aan te nemen dat stadionbezoekers die geen lid zijn van de businessclub hun auto voortaan elders parkeren.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    HazAnneKamp / juni 2003
    INGEZONDEN

    St. Nicolaasschool

    De berichtgeving met als kop "Nicolaasschool straat op voor een veiligere ingang" (De Gelderlander, 4 juni 2003) geeft een verkeerd beeld van de situatie rond de ingang van de school. De Nationale Straatspeeldag is door de school en de ouders 'misbruikt' om de aanleg van weer een nieuwe ingang aan de Antoinette van Pinxterenlaan te forceren.

    Vergeten wordt te vermelden dat de ingang een aantal jaren terug verplaatst is van de Oude Mollenhutseweg (de huidige Burgemeester Daleslaan) naar de Antoinette van Pinxterenlaan in de Emancipatiebuurt. Dit ging gepaard met een officiële adreswijziging van de school. Ook toen ging het om de verkeersveiligheid.

    Over die verplaatsing is toen geen enkel overleg geweest met bewoners van de Emancipatiebuurt. Die hadden toen al kunnen voorspellen dat er problemen zouden ontstaan op de kruising van de Antoinette van Pinxterenlaan en de Jaap van Leeuwenlaan. De ingang van een school schuin tegenover de kop van een T-kruising is vragen om moeilijkheden, ook al gaat het hier om een 30 km-zone.

    Maar de grootste problemen worden veroorzaakt door de ouders zelf! Die komen van heinde en verre (maar ook uit de Emancipatiebuurt) om hun kinderen per auto naar school te brengen en weer op te halen. Zij creëren enkele malen per dag een verkeerschaos door het lukraak keren en parkeren van hun eigen auto's. Niet geschroomd wordt om het voetpad langs de Jaap van Leeuwenlaan als keerlus en rijbaan te gebruiken om vervolgens in de (beschermde) groenstrook te parkeren.

    De oudercommissie van de St. Nicolaasschool pleit al geruime tijd voor een nieuwe ingang aan de Antoinette van Pinxterenlaan waarvoor het (on)nodige groen moet wijken en nog meer afbreuk gedaan wordt aan het groene karakter van de Emancipatiebuurt. Het probleem wordt hierdoor niet opgelost, maar alleen verplaatst. Er zijn bovendien verschillende alternatieven voor keren en parkeren die de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.

    De school zou beter kunnen proberen om het autogebruik terug te dringen en ervoor kunnen zorgen dat ook ouders verkeersles krijgen. Veel ouders zijn er blijkbaar niet van op de hoogte dat parkeren in de bermen en op voetpaden niet is toegestaan (ook niet met twee wielen). Het keren midden op een kruispunt en het parkeren in de directe nabijheid van de uitgang van de school is vragen om moeilijkheden.

    De kritiek van de school en de oudercommissie op de Gemeente Nijmegen is niet terecht. De gemeente heeft echter wel verzuimd om door middel van verkeersborden aan te geven waar geparkeerd mag worden en nagelaten fysieke maatregelen te nemen om automobilisten in het gareel te houden. Maar een nieuwe ingang aan de Antoinette van Pinxterenlaan behoort er niet te komen. Hopelijk herinnert wethouder Ton Hirdes (GroenLinks) zich bijtijds de slogan: "Geen bomen neer voor het verkeer!".

    Rob Essers, buurtbewoner
    Emancipatiebuurt

     
     
    De Gelderlander / maandag 19 mei 2003
    MIJN MENING

    Plein 1944

    "Het historisch besef van studenten? Jaja..." Weet de gezamenlijke redactie van De Gelderlander en universiteitsblad VOX het antwoord op de vraag "Waarom heet Plein 1944 eigenlijk zo?" eigenlijk zelf wel?

    In De Gelderlander van vrijdag 16 mei 2003 las ik: "Helaas dankt Plein 1944 haar naam aan een zeer treurige gebeurtenis en niet zoiets vrolijks als de bevrijding." Het is nog maar zeer de vraag of het plein zijn naam dankt aan het bombardement van de geallieerden op 22 februari 1944. Verschillende bronnen verwijzen slechts naar de historische gebeurtenissen die in 1944 in Nijmegen hebben plaatsgevonden, zonder daarbij nader aan te geven welke gebeurtenissen bedoeld worden.

    De naam van het plein is het resultaat van een prijsvraag onder de Nijmeegse bevolking. Deze werd in 1950 uitgeschreven door het college van Burgemeester en Wethouders. Bij toeval stuitte ik enige tijd terug in Het Archief, Centrum voor stads- en streekhistorie Nijmegen, op de inzendingen van de prijsvraag. De eerste prijs ging in 1950 naar G.N. Zijlstra voor de naam 'Koning Hendrikplein'. De tweede prijs (woordenboeken Nederlands/Duits/Frans/Engels) was voor MULO-scholier Henny J.C. Friebel, Floraweg 142, die de naam 'Plein 1944' instuurde. Een nadere toelichting bij de inzending ontbreekt.

    Het Centrumplein kreeg op basis van de uitslag van de prijsvraag in oktober 1950 de naam 'Koning Hendrikplein', maar in december werd alweer besloten om de naam te wijzigen. Het plein krijgt dan alsnog de naam die de tweede-prijswinnaar bedacht heeft. Het Hendrikhof aan de zuidoostzijde van het plein herinnert nog aan de naam 'Koning Hendrikplein'.

    Er is alle reden om aan te nemen dat de naam 'Plein 1944' geen verwijzing is naar het bombardement, maar naar de bevrijding. Dat verklaart ook waarom er op het plein geen monument voor de burgerslachtoffers staat. Het monument ter nagedachtenis van de Nijmeegse slachtoffers van het oorlogsgeweld staat aan de voet van de St. Stevenstoren. Dit monument van Mari Andriessen uit 1959 stond aanvankelijk aan de Stikke Hezelstraat.

    Voor de herdenking van het bombardement is op Plein 1944 bij mijn weten nooit een plaats ingeruimd. Het monument van Jac Maris uit 1951 (dat bij de herinrichting van het plein in 1986 aan de kant gezet is) herinnert aan de Nederlandse militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog gesneuveld zijn en heeft geen enkele binding met het bombardement.

    Plein 1944 herinnert feitelijk niet meer of minder aan het bombardement dan andere straten die bij de wederopbouw van het centrum van Nijmegen gerealiseerd zijn. Het historsich besef van studenten doet blijkbaar niet onder voor dat van de gezamenlijke redactie.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 7 april 2003
    MIJN MENING

    Goffertbad

    Het enthousiasme voor de plannen voor het Goffertbad is misplaatst! De uitbreiding met een -luxe- leisure-health club is de doodsteek voor het huidige zwembad waar nu nog de echte minima met een minimum aan comfort voor een minimale prijs terecht kunnen. Het Goffertbad waar vier maanden per jaar in de open lucht gezwommen kan worden, is een voorziening die zich niet leent voor een commerciële exploitatie. Daar zal altijd geld bij moeten! En daar is ook niets op tegen, zolang het maar om zwemmen gaat en niet om (cardio)fitness, aerobic, dans, spinning et cetera.

    Dat drie bedrijven belangstelling hebben getoond voor de ontwikkeling van een leisure-health club op de locatie Goffertbad, is niet zo verbazingwekkend. De gemeenteraad heeft immers een budget van 1 miljoen euro voor het Goffertbad beschikbaar gesteld. Commerciële partijen laten zich niet onbetuigd als zij hun eigen plannen met gemeenschapsgeld kunnen realiseren.

    Ik ben wethouder Depla nog nooit in zwembroek in het Goffertbad tegengekomen... Het idee dat een zwembad er is om te zwemmen, is (ook) hem kennelijk vreemd. Door de verbreding van de sportfunctie volgens het leisure-health concept wordt de huidige functie marginaal. De locatie is nu nog alleen bestemd voor "zwembad met de daarbij behorende voorzieningen".

    De noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan is het begin van het einde. Of gebeurt hier hetzelfde als elders in het plangebied waar op een locatie bestemd voor "sport- en oefenvelden met de daarbij behorende voorzieningen" een multifunctioneel sportcomplex verrijst waar ook de St. Maartenskliniek, ROC, Tandem et cetera onderdak krijgen?

    De berichtgeving in De Gelderlander wekt de indruk dat de plannen in een ver gevorderd stadium zijn. Uit een persbericht van de gemeente begrijp ik dat de ontwikkelmogelijkheden samen met de 'Vrienden van het Goffertbad' nog verder verkend moeten worden. Medio mei volgt een notitie waarin een ontwikkelingsrichting wordt aangegeven. Er is dus nog enige hoop dat het Goffertbad niet aan de commercie verkwanseld wordt.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / donderdag 6 maart 2003
    MIJN MENING

    Straatnamen Visveld

    De kop "Tevergeefs zoeken naar hoek van Beatles- en Stonesstraat" boven een bericht over de nieuwe straatnamen in de Nijmeegse 'wijk' Visveld (De Gelderlander, 20 februari 2003) is zeer toepasselijk! Jammer dat een aantal belangrijke feiten ontbreekt.

    Visveld is geen Nijmeegse wijk, maar een buurt in Lent (gemeente Nijmegen). Dat heeft de gemeenteraad in 15 december 1999 zo besloten. Straatnaamgeving is een autonome bestuursbevoegdheid van de raad. De besluitvorming wordt door de commissie straatnaamgeving voorbereid. De raad heeft nog geen besluit genomen over de nieuwe straatnamen in de buurt Visveld. Er is zelfs nog geen raadsvoorstel. De Groot-Brittanniëstraat en de zeven straten vernoemd naar John Lennon, Beatles, Rolling Stones, Pink Floyd, Queen, Police en The Who bestaan dus nog niet.

    Het is tamelijk dubieus dat de nieuwe Nijmeegse buurt met de nieuwe straatnamen al volledig op de stadsplattegrond 2003 ingetekend staat. Dit heeft de uitgever natuurlijk niet zelf bedacht. Het is echter onduidelijk wie hiervoor wel verantwoordelijk is. Kennelijk neemt niet iedereen binnen de gemeente het even nauw met de bevoegdheid van de raad in dezen.

    De (vorige) commissie straatnaamgeving heeft al op 1 februari 2001 over de invulling van de namen van de buurt Visveld gesproken. De commissie onder voorzitterschap van wethouder Depla stemde toen in met bovengenoemde straatnamen, maar dit advies aan het college van B&W heeft niet tot een raadsvoorstel geleid. Door de inwerkingtreding van de Wet dualisering op 7 maart 2003 en de aanvaarding van het initiatiefvoorstel 'Straatnaamgeving door de gemeenteraad' van GroenLinks, CDA en VVD op 25 september 2002 kan de wethouder geen lid meer zijn van de commissie en wordt de besluitvorming inzake straatnaamgeving niet meer door het college voorbereid.

    Zolang er geen raadsvoorstel ligt en de raad nog geen definitief besluit genomen heeft over de straatnamen in de buurt Visveld, is alles nog mogelijk. De raad zou het thema popmuziek zelfs geheel van de hand kunnen wijzen, maar ook kunnen instemmen met een minder saaie en minder voorspelbare keus. Zelfs een buurt met louter omstreden straatnamen behoort tot de mogelijkheden. Wel is het in de gemeente Nijmegen een goed gebruik dat alleen overleden personen in aanmerking komen voor een straatnaam (uitgezonderd leden van het Koninklijk Huis). Misschien is het verstandig om deze 'eis' van overeenkomstige toepassing te verklaren op popgroepen.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / maandag 13 januari 2003
    GOFFERT

    Referendum nodig over
    aankoop NEC-stadion

    Er wordt te snel en te gemakkelijk geoordeeld over de financiële risico's van de aankoop van het Gofferstadion voor de gemeente. Dat vindt Rob Essers. Hij pleit voor een referendum over de aankoop. De wethouders Depla en Lucassen willen de lezers in de Gelderlander van 6 januari 2003 doen geloven dat de gemeente geen risico's loopt met de aankoop van het Goffertstadion. Kennelijk is dat niet zo eenvoudig gezien de lengte van hun betoog.

    Alleen NEC wordt beter van de aankoop van het stadion door de gemeente. Er is echter geen enkele zekerheid dat de financiële problemen van de club hiermee voorgoed tot het verleden behoren. De gemeente moet maar afwachten of de club ook op langere termijn de huur voor het stadion kan betalen. Hoe reëel is een huurprijs waarbij wordt uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 40 jaar? En wat gebeurt er als NEC de bijkomende kosten voor onderhoud, instandhouding en aanpassing van de voorzieningen vroeg of laat toch niet blijkt te kunnen betalen?

    De bewering dat de gemeente geen risico's loopt met de aankoop van het stadion zou een stuk geloofwaardiger zijn als Depla en Lucassen financieel aansprakelijk gesteld zouden kunnen worden als het toch anders uitpakt. Het is nogal kortzichtig om ervan uit te gaan dat projectontwikkelaars middenin het Goffertpark vrij spel krijgen op het moment dat NEC niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Zonder een goedgekeurde bestemmingsplanwijziging valt er op deze locatie helemaal niets te ontwikkelen.

    Op korte termijn roept vooral de hoogte van de aankoopprijs van het stadion vragen op. Iedere euro die de gemeente teveel betaalt is een vorm van (verkapte) subsidie en mogelijk in strijd met de Europese regelgeving. In het uiterste geval moet de ontvangen steun door NEC aan de gemeente terugbetaald worden.

    Over de terugkoop van het stadion en de prijs waarvoor dit dient te geschieden, heeft de gemeenteraad in het verleden al een 'kaderstellend' besluit genomen. Op 30 oktober 1991 ging de raad akkoord met de overdacht van het stadion c.a. (zonder ondergrond), waarbij onder meer als voorwaarde werd gesteld dat de gemeente het voorkeursrecht kreeg het stadiongebouw terug te kopen: 'In dat geval worden de door NEC gedane investeringen vergoed tegen een door deskundigen te bepalen waarde'.

    In plaats van aan deskundigen opdracht te geven om uit te rekenen welke investeringen vanaf 1992 door NEC zijn gedaan, heeft het college een onafhankelijk bureau gevraagd vast te stellen hoeveel geld er nodig zou zijn om het stadion in de huidige staat te (her)bouwen. De uitkomst is een (fictief) bedrag van 12 miljoen euro dat niets zegt over de door NEC gedane investeringen. Uit de gemeentelijke nota 'Volkspark de Goffert' uit juni 1998 blijkt dat NEC een bedrag van 9,5 miljoen gulden (4,31 miljoen euro) aan de renovatie van het stadion heeft bijgedragen. De overige investeringen waren voor rekening van de gemeente of andere subsidiegevers. Het is onduidelijk hoeveel NEC vanaf 1992 in totaal geïnvesteerd heeft in het stadion, maar dat is ongetwijfeld veel minder dan de 26,4 miljoen gulden (12 miljoen euro) waarvoor het college het stadion wil terugkopen.

    Beide wethouders gaan volstrekt voorbij aan bovengenoemde voorwaarde inzake de terugkoop van het stadion. In het collegevoorstel wordt het raadsbesluit uit 1991 zelfs niet eens genoemd. Bovendien wordt geen rekening gehouden met het feit dat het stadion voor een deel met gemeenschapsgeld is gefinancierd. Als het aan het college ligt, ontvangt NEC voor dat deel nogmaals een aanzienlijk (subsidie)bedrag van de gemeente.

    De prijs die het college voor het stadion wil betalen, is veel hoger dan waar NEC op grond van de in het verleden gesloten overeenkomst recht heeft. Is er door de gemeente slecht onderhandeld, of is er bewust gezocht naar een (verkapte) manier om NEC financieel te steunen? Hopelijk ziet de gemeenteraad bijtijds in dat hier 12 miljoen euro in een bodemloze put dreigt te verdwijnen. Het financiële risico voor de gemeente zou wel eens een veelvoud hiervan kunnen zijn.

    Het zou een goede zaak zijn als de raad zou besluiten tot een volksraadpleging: een referendum waarbij het oordeel van de kiezers wordt gevraagd over een besluit. Zij kunnen zich dan uitspreken over de aankoop van het stadion voor 12 miljoen euro. Dit is een unieke gelegenheid om Nijmegen op de (referendum)kaart te zetten! Als de meerderheid van de kiezers vóór de aankoop van het stadion stemt, is in ieder geval duidelijk dat de Nijmeegse burgers zelf verantwoordelijk zijn voor het feit dat zij vroeg op laat op de financiële blaren mogen zitten...

    Rob Essers uit Nijmegen is een actief volger van de Nijmeegse politiek.

    Op 16 januari worden de raadsleden in de commissie Algemeen Bestuur door de wethouders Depla en Lucassen op de hoogte gesteld van de achtergronden van de aankoop. Op 20 januari heeft in dezelfde commissie een discussie plaats. Op 29 januari komt de aankoop in de gemeenteraad aan de orde.

     
     
    De Gelderlander / maandag 11 november 2002
    MIJN MENING

    Grote Broek

    "Politici verwijten elkaar minachting en lafheid," kopte de krant op 6 november jl. De aankoop van kraakpand de Grote Broek heeft de gemoederen in de Nijmeegse gemeenteraad behoorlijk verhit. In plaats van lof voor de "strategische aankoop" oogstte wethouder Depla vooral kritiek vanwege het feit dat de raad vooraf op geen enkele wijze over deze uitgave van 1,2 miljoen euro is geïnformeerd.

    "Het kon niet anders. Zelfs het in vertrouwen informeren van de fractieleiders kon niet. De kans op lekken was te groot, dat is in het verleden wel gebleken," aldus de wethouder. Depla durft er kennelijk niet op te vertrouwen dat de huidige gemeenteraadsleden zich aan de wet houden als geheimhouding wordt opgelegd.

    Ik betwijfel of B&W zich bij de aankoop wel aan de wet hebben gehouden. De wethouder beroept zich op het raadsbesluit uit 1996 om het college te machtigen zonder consultatie van de raad strategische aankopen te doen tot een bedrag van 3 miljoen gulden (1,36 miljoen euro) per transactie, maar zwijgt over de voorwaarden die daaraan in de Delegatieverordening (1996) gesteld worden.

    De aankoop van de Grote Broek is geen handeling waarvoor door de raad een budget is toegekend. Als "strategische aankoop" past deze handeling binnen de vastgestelde begroting, maar het is twijfelachtig of zij deel uitmaakt van het beleid dat aan die begroting ten grondslag ligt. De handeling maakt in ieder geval geen deel uit van een plan, programma of ander beleidskader dat, met inbegrip van de geraamde financiële consequenties ervan, door de raad is vastgesteld.

    Niet alleen de naleving van de Delegatieverordening roept vragen op. De Wet dualisering gemeentebestuur heeft geleid tot een nieuw artikel 169 van de Gemeentewet op grond waarvan B&W (en ieder collegelid afzonderlijk) aan de raad verantwoording schuldig zijn over het door het college gevoerde bestuur. Zij moeten de raad vooraf inlichtingen geven indien een collegebesluit ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben. In zo'n geval mogen B&W geen besluit nemen voordat de raad zijn wensen en bedenkingen naar voren heeft kunnen brengen.

    In zijn vurige pleidooi ter rechtvaardiging van de aankoop van de Grote Broek wees Depla op de verstrekkende gevolgen van het niet-aankopen van dit pand. Daarmee geeft de wethouder impliciet aan dat het hier om een (aankoop)besluit gaat dat ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Zelfs als het college op grond van de Delegatieverordening bevoegd was om tot aankoop over te gaan, had de raad hierover vooraf moeten worden ingelicht.

    De raad staat op grond van artikel 125 van de Grondwet nog altijd aan het hoofd van de gemeente. Ik ben benieuwd welk gevolgen de raad aan de "slimme zet" van het college verbindt om het krakersbolwerk aan te kopen zonder daarin de raad vooraf te kennen.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / 21 januari 2002
    MIJN MENING

    'Nijmeegs Kwartiertje'

    De naam voor het experiment met de burgerrondvraag is in mijn ogen niet erg gelukkig gekozen. Het Nijmeegs kwartiertje is de tijd tussen de geplande aanvangstijd en het moment dat iedereen uiteindelijk aanwezig is. Hoewel dat ongetwijfeld niet de bedoeling is, suggereert de benaming dat burgers hun vraag mogen stellen op het moment dat niet begonnen kan worden omdat nog niet iedereen er is. Dat lijkt me niet het geëigende moment voor de burgerrondvraag.

    De spelregels nodigen niet uit tot burgerparticipatie. Van burgers die een vraag willen stellen, kan niet altijd verwacht worden dat zij dit uiterlijk drie werkdagen vóór de dag waarop de vergadering wordt gehouden bij de secretaris van de raadscommissie melden. Van commissieleden wordt evenmin verlangd dat zij zich een aantal dagen vóór de vergadering aanmelden voor de rondvraag. Het is voor burgers vaak ook onduidelijk wie er als commissiesecretaris fungeert en hoe hij/zij te bereiken is.

    De meeste moeite heb ik echter met de aangebrachte beperking van de burgerrondvraag tot ideeën en voorstellen voor het beleid. Individuele klachten, problemen of bezwaren mogen niet aangekaart worden. Daarvoor is volgens het college een brief aan raad of commissie waarover men mag inspreken, de aangewezen weg.
    Dezelfde redenering geldt voor ideeën en voorstellen voor het beleid. Ook die kunnen in een brief aan raad of commissie naar voren gebracht worden. Ik vrees dat de voorgestelde beperking is ingegeven door kortzichtigheid.

    Achter iedere klacht over een losliggende stoeptegel gaat een fundamenteel probleem inzake de aanpak van achterstallig onderhoud, en/of het niet-optimaal functioneren van de gemeentelijke organisatie. Het is aan de voorzitter en/of de leden van de raadscommissie om individuele klachten, bezwaren of problemen in een de bredere context te plaatsen.
    Ik kan mij geen enkele situatie voorstellen waarin het absoluut onmogelijk is om een relatie met het gemeentelijke beleid te leggen. De burgerrondvraag zou op dezelfde min of meer informele wijze vorm moeten krijgen als de reguliere rondvraag voor de commissieleden.

    Er dient wel voor gewaakt te worden dat burgers van het kastje naar de muur gestuurd worden omdat een bepaald onderwerp in een andere raadscommissie thuishoort. Zelfs raadsleden weten niet altijd in welke commissie een bepaald onderwerp primair thuishoort. Van burgers kan onmogelijk verwacht worden dat zij zich tot de 'juiste' commissie wenden. Indien een vraag in een of meer andere commissies thuishoort, dient de secretaris ervoor te zorgen dat de vraag ter kennis gebracht wordt van die andere commissie(s).

    De reeds bestaande prioriteiten en de bestaande werkdruk zijn geen excuus om de voorgedragen ideeën niet met de nodige voortvarendheid uit te werken. Burgers die blijk geven van hun betrokkenheid moeten gekoesterd worden. De wijze waarop burgers thans in commissievergaderingen bejegend worden, behoeft duidelijk verbetering.
    Frustraties bij insprekers kunnen in een aantal gevallen worden voorkomen of weggenomen wanneer zij in alle gevallen in meer dan één instantie het woord mogen voeren. De huidige Verordening raadscommissies 1998 voorziet weliswaar in die mogelijkheid, maar deze bepaling wordt zelden of nooit naar behoren toegepast. Insprekers horen mijns inziens in alle gevallen het laatste woord te krijgen. Dat geldt uiteraard ook voor de burgerrondvraag.

    Rob Essers, Nijmegen

     
     
    De Gelderlander / 10 februari 2001
    postbus 36

    Dubieuze grootvader

    De kortzichtigheid waarmee de politiek zich alleen maar drukt lijkt te maken over de vraag of Jorge Zorreguieta het huwelijk wel/niet mag bijwonen, gaat voorbij aan de kern van het probleem. Na de huwelijksplechtigheid beginnen de problemen pas goed...
    Ik ben van mening dat Jorge Zorreguieta volstrekt ongeschikt is als grootvader van een toekomstige troonopvolger. Een kleinzoon of -dochter van iemand met een dubieus verleden hoort niet op de Nederlandse troon. Ik gun Willem-Alexander zijn Maxima, maar zo'n partnerkeuze is onverenigbaar met het koningschap. Hij zal dus moeten kiezen, ook al is zo'n keuze - net als de monarchie - niet meer van deze tijd.

    Rob Essers, Nijmegen

     

     
    RE/20130427/50