Rob Essers

Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  Nijmegen
(024) 355 81 71
rob@gaypnt.demon.nl


'Mooie woorden...' *

Nu alle aandacht gericht is op de totstandkoming van het nieuwe verkiezingsprogramma is het wellicht aardig om toch ook nog eens even stil te staan bij het 'oude' programma: D66 geeft de politiek gezicht! Per slot van rekening is dat het gemeenteprogramma 1994-1998. Ik heb niet de indruk dat het programma er in de praktijk nog vaak op nageslagen wordt. En of iedereen ook zo wel weet wat erin staat, betwijfel ik. Het is dan ook de vraag wat er terechtkomt van de naleving van art. 061.4 van het Huishoudelijk Reglement (HR) waarin is bepaald: "Kandidaten voor het lidmaatschap van de gemeenteraad zijn gehouden het gemeenteprogram naar beste vermogen uit te voeren."

Vier jaar geleden heb ik voor de Algemene Afdelingsvergadering (AAV) op 16 november 1993 waarin het gemeentelijke verkiezingsprogramma 1994-1998 besproken werd, een zevental amendementen ingediend. Het voert te ver om ze hier allemaal de revue te laten passeren. Maar bij het eerste en het laatste amendement wil ik toch even stilstaan.

radicaal
Het eerste amendement (nr. 2) betrof de toevoeging van het woord 'radicale' in de openingszin van hoofdstuk 1, punt 1.1 (Uitgangspunten D66). Hoewel ik mij hierbij rechtstreeks op art. 03.1 van de Statuten van D66 baseerde, meende de programmacommissie het amendement te moeten ontraden… Gelukkig deelde de AAV dit standpunt niet en werd bovengenoemde openingszin gewijzigd in: "Het doel van D66 is de radicale democratisering van de samenleving, vernieuwing en verlevendiging van de politieke cultuur." De toevoeging van het woord 'verlevendiging' was het gevolg van het overgenomen amendement (nr. 1) van Frans Pingen. Of zijn opmerking "Alle punten uit ons verkiezingsprogramma zijn verwezenlijkt" (De Gelderlander, 5 april 1997) ook hierop slaat, is mij niet duidelijk. Ik heb inmiddels wel begrepen dat in plaats van 'alle' blijkbaar 'de meeste' gelezen moet worden, maar ik vrees dat ook daarbij de selectie van de punten bepalend is voor de uitkomst.

De radicale democratisering van de samenleving laat in ieder geval nog duidelijk te wensen over. Ik zou dat willen illustreren aan de gang van zaken met betrekking tot mijn laatste amendement (nr. 21) uit 1993: "Voorts is D66 voorstander van meer invloed van burgers en/of de gemeenteraad op de besluitvorming inzake het aanbod van radio- en televisiezenders via het Nijmeegse kabelnet." Ik heb daar als eens eerder iets over geschreven (Groene Golf, jrg. 16, nr. 4, 1995; pag. 17-19). Ook dit amendement werd in 1993 door de programmacommissie ontraden, maar na enige discussie door de AAV aangenomen.

naïef
Je zou verwachten dat gemeenteraadsleden (zowel fractie als wethouders), niet-raadsleden in de commissies, en ook het afdelingsbestuur zich aan zo'n duidelijke uitspraak van de AAV iets gelegen zouden laten liggen. Maar dat is blijkbaar een heel naïeve gedachte van mij...
Al bij de gedrukte versie van het verkiezingsprogramma ging het mis: de tekst van amendement nr. 21 ontbreekt! Dat ontslaat in mijn ogen echter niemand van de verplichting om het programma, inclusief dit amendement, naar beste vermogen uit te voeren. Bovendien heb ik iedereen er - zowel mondeling als schriftelijk en sinds enige tijd ook per e-mail - 'tot vervelends toe' aan herinnerd.

Het heeft niet mogen baten. Niets met betrekking tot de gang van zaken rond de kabel wijst erop, dat met dit punt uit het verkiezingsprogramma ook daadwerkelijk iets gedaan is (behalve dan een vergadering van de 'Denktank D66' op 31 augustus 1995).
In plaats van de invloed op de besluitvorming inzake het aanbod van radio- en televisiezenders via het Nijmeegse kabelnet te vergroten, is het gemeentebestuur er - onder aanvoering van de verantwoordelijk D66-wethouder Henk Janssen en met de volledige steun van de D66-fractie - in geslaagd door de zogenaamde 'verkoop' van de machtiging alle zeggenschap over de kabel kwijt te raken.

programma-adviesraad
Natuurlijk werd er bij de verkoop aan de NV TeleKabel (voor een bedrag van ƒ 285,- per abonnee) een doekje voor het bloeden in het vooruitzicht gesteld: de Programma-adviesraad Gelderland-Zuid (PAR). Dit aspect kwam overigens - net als de afspraken over de tarieven - bij Raadsvoorstel 155/1996 alleen in de toelichting ter sprake.
De PAR waarvan de leden de eerste maal door de directie van de NV en daarna langs de weg van coöptatie worden benoemd, is een alles behalve democratische organisatie. Ik zou bijna heimwee krijgen naar de Stichting Zuidgelderse Machtigingshouders van Draadomroepinrichtingen (ZGMD). In raad zitten 4 leden uit Nijmegen, die samen met de andere leden (11) geacht worden representatief te zijn voor "de belangrijkste in het verzorgingsgebied van het regiobedrijf van de NV voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen [..]" (art. 3, lid 2 Reglement programma-adviesraad).

Opmerkelijk is ook de hoogte van het bedrag dat de NV jaarlijks beschikbaar stelt voor de kosten verbonden aan de werkzaamheden van de raad: ƒ 5000,- (ter vergelijking: voor de 5 leden tellende Adviescommissie homo-/lesbisch beleid trok de gemeenteraad op 4 november 1992 ƒ 10.000,- uit; Raadsvoorstel 214/1992). De kosten welke verbonden zijn aan de werkzaamheden van deskundigen en/of marktonderzoek kunnen in rekening gebracht worden van de NV, maar dan wel alleen na overleg met en instemming van de directie.

Over de wijze waarop de PAR contacten met de burgers (abonnees) denkt te onderhouden, tast ik volledig in het duister. Mijn plan om de Nijmeegse leden van de adviesraad persoonlijk te benaderen met mijn specifieke wensen voor het Nijmeegse kabelnet, strandde op de mededeling van de NV TeleKabel: "Uit privacy overwegingen worden de namen en adressen van programma-adviesraadleden op hun verzoek niet aan derden bekend gemaakt." (brief d.d. 22 april 1997).
Directe invloed van burgers is dus (vrijwel) onmogelijk. En dan heb ik het nog maar even niet over het gebrek aan openbaarheid inzake de vergaderingen en uitgebrachte adviezen van de PAR, en het feit dat voor de raad tegen het niet nakomen van een advies door de directie beroep open staat bij diezelfde directie (waarna de directie mag aangeven waar arbitrage gevraagd kan worden).

prijs
Belangrijker nog dan wat er via de kabel doorgegeven wordt, zijn de keuzemogelijkheden voor de abonnees (lees: de burgers) en hoeveel zij voor het aanbod moeten betalen. De voortschrijdende techniek maakt het mogelijk om vrijwel alles door te geven. Maar daar hangt natuurlijk wel een prijskaartje aan! En de besluitvorming daarover kan mijns inziens maar beter niet uitsluitend en alleen aan de kabelexploitant overgelaten worden.

Het is mij een raadsel dat de Raad van de gemeente Nijmegen zich bij de besluitvorming over de Verkoop kabel/machtiging niet of nauwelijks heeft afgevraagd waarom de NV TeleKabel bereid was om daarvoor een bedrag van circa 18 miljoen gulden (= ƒ 285,- per abonnee) te betalen en waarvoor precies. TeleKabel is immers geen filantropische instelling die zich ten doel stelt de Gemeente Nijmegen te subsidiëren... En de door de minister van Verkeer en Waterstaat verleende machtiging was niet overdraagbaar (hoewel de gemeenteraad in beslispunt 1 van Raadsvoorstel 155/1996 voorgesteld wordt akkoord te gaan met overdacht van de machtiging tegen een bedrag van ƒ 285,- per abonnee).

Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken, dat dit bedrag vroeg of laat dubbel en dwars door de Nijmeegse burgers terugbetaald moet worden. Dat er volgens de toelichting bij het raadsvoorstel bepaalde prijsafspraken zijn gemaakt (voor 3 jaar en met terugwerkende kracht tot 1 januari 1996), doet hieraan niets af. Tijdens een gecombineerde commissievergadering op 30 september 1996 heb ik daar dan ook op gewezen en gewezen op de lastenverhoging voor de burgers: "Als er een prijsverhoging van ƒ 10,- per maand zou komen, is dat 8 miljoen op jaarbasis binnen Nijmegen." In zijn antwoord wees wethouder Henk Janssen echter geruststellend op de prijsafspraak voor 3 jaar: "In die drie jaar zal de prijs alleen stijgen als het gaat over de index."

Op 16 november 1996 ging de meerderheid van de gemeenteraad akkoord met het raadsvoorstel; alleen de fracties van de SP (3) en De Groenen (1) stemden tegen. Ik laat mij graag nog eens door de fractie uitleggen hoe ik dit moet rijmen met het verkiezingsprogramma 1994-1998, hoewel ik vrees dit onbegonnen werk is. Dit punt moet in ieder geval aangemerkt worden als een van de zaken uit het verkiezingsprogramma die niet gerealiseerd zijn!
Met de intrekking op 29 november 1996 van de aan het bestuur van de gemeente Nijmegen verleende machtiging voor de aanleg, de instandhouding en de exploitatie van een centrale antenne-inrichting te Nijmegen uit 1987 was het gemeentebestuur zijn invloed op de besluitvorming inzake de kabel definitief kwijt. Tegelijkertijd verleende de minister van Verkeer en Waterstaat een nieuwe machtiging ex art. 21 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen aan de N.V. TeleKabel te Velp.

opwinding
In april 1997 leidde amendement nr. 21 toch nog tot enige opwinding binnen de D66-fractie. De reden daarvan was het feit dat ik de tekst van verkiezingsprogramma - inclusief de in de gedrukte versie ontbrekende passage - op een van de webpagina's van D66 afdeling Nijmegen (http://www.d66.nl/afdeling/nijmegen/) op internet gezet had en Henk Janssen daar per e­mail op geattendeerd had. Blijkbaar was dit voor hem reden om dit op 7 april 1997 tijdens de fractievergadering aan de orde te stellen, waarna fractievoorzitter Frans Pingen de ondankbare taak kreeg om mij telefonisch mee te delen "[..] dat dit natuurlijk niet kan!". Uiteraard stuitte hij daarbij op het nodige onbegrip mijnerzijds.

Dat de wethouder en de fractie niet blij zijn met het feit dat op zo'n manier wellicht de indruk ontstaat dat zij het verkiezingsprogramma niet altijd even serieus nemen, kan ik mij heel goed voorstellen. Ik vrees echter dat die indruk juist is. Ik voel daarom niet geroepen om eraan mee te werken om dit te verdoezelen.
Daar komt bij dat het niet aan de fractie is om mij te kapittelen over de inhoud van de digitale versie het verkiezingsprogramma. Als daarvan al sprake zou moeten zijn, ligt hier op de allereerste plaats een taak voor het afdelingsbestuur. Maar ook het bestuur kan niet heen om het besluit van de AAV over amendement nr. 21; bovendien is (ook) het bestuur in gebreke gebleven om de uitvoering van dit onderdeel van het verkiezingsprogramma te bewaken. Iedere poging om in twijfel te trekken dat dit amendement onderdeel uitmaakt van het verkiezingsprogramma, komt mij tamelijk dubieus voor.

tariefsverhoging
Dat 'de kabel' na de intrekking van de machtiging nooit meer op de agenda zou staan, bleek al vrij snel een illusie. Het besluit van de NV TeleKabel om nauwelijks een half jaar nadat zij machtiginghouder geworden was, per 1 mei 1997 de tarieven (relatief) fors te verhogen, leidde tot de nodige beroering. De aankondiging van de tariefsverhoging in een advertentie in De Brug heb ik blijkbaar over het hoofd gezien. Maar een ingezonden brief van Henk Jaspers in De Gelderlander van 10 juni 1997 waarin sprake is van een verhoging van ƒ 17,50 naar ƒ 19,96 (een verhoging met 14 procent), ging niet onopgemerkt voorbij. Hoe deze bedragen te rijmen zijn met mijn eigen jaarlijkse afrekening over de periode 31 mei 1996 tot 31 mei 1997 is mij nog niet duidelijk; daarop staat een totaalbedrag, inclusief BTW, van ƒ 214,24 tegen ƒ 208,25 in drie voorafgaande jaren (tariefcode CAI 50A6). Dat zou alleen al voor de maand mei 1997 een verhoging betekenen van ƒ 5,99 betekenen.

Ook ik heb wethouder Henk Janssen natuurlijk nog diezelfde dag om opheldering gevraagd over de tariefsverhoging. Een antwoord op mijn faxbericht heb ik nooit ontvangen, maar het stond wel in De Gelderlander van 13 juni 1997 onder de kop "Wethouder wil opheldering over tarief TeleKabel" (als je antwoord wilt hebben, loont het blijkbaar de moeite om een afschrift per e­mail aan de stadsredactie te sturen). Een tweede bericht volgde op 21 juni 1997 met als kop "TeleKabel blijft bij tariefsverhoging". Daarna bleef het stil totdat De Gelderlander op 28 augustus 1997 meldde: "'Actie tegen hoger tarief TeleKabel' Nijmegen overweegt rechtszaak".

Omdat er blijkbaar verschil van mening bestaat over de interpretatie van de overeenkomst waarin (ook) de prijsafspraak is vastgelegd, heb ik op 24 juni 1997 - met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur - verzocht om toezending van o.a. een kopie van die overeenkomst. Vrijwel per kerende post ontving ik een brief van het college van B&W, waarin mij meegedeeld werd: "Met toepassing van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur verdagen wij de beslissing op uw verzoek om informatie over de tariefsverhoging TeleKabel met maximaal twee weken."
Uiteraard kon ik niet nalaten om het college er op 29 juni 1997 op te wijzen, dat het op grond van genoemd artikel verplicht is om gemotiveerd mededeling te doen van de verdaging, en dat het mij volstrekt onduidelijk was het waarom het mij de gevraagde informatie niet gelijk - geheel of gedeeltelijk - zou kunnen toezenden (die overeenkomst was voor het overleg met TeleKabel toch al te voorschijn gehaald!?). Sindsdien heb ik hierover niets meer gehoord (ook niet na mijn herinnering van 28 juli 1997), hetgeen mijns inziens typerend is voor de wijze waarop door het gemeentebestuur uitvoering wordt gegeven aan de Wet openbaarheid van bestuur.

commissie
In gevallen waarin B&W het laten afweten, wend ik mij vervolgens meestal tot de gemeenteraad of een vaste commissie van advies. In dit geval heb ik op 11 augustus 1997 de commissie Milieu, Verkeer en Vervoer en Coördinatie Integrale Veiligheid een brief gestuurd, waarna ik tijdens de commissievergadering op 3 september 1997 van voorzitter Henk Janssen 3 minuten de tijd kreeg om mijn brief die ter kennisname op de agenda geplaatst was, toe te lichten.
Het is 'verbijsterend' te ervaren hoe in zo'n commissie omgesprongen wordt met burgers die de moeite nemen om zich tot de gemeenteraad en/of een commissie wenden. Ik heb met plaatsvervangende schaamte dit schouwspel vanaf de publieke tribune gadegeslagen. Als het gemeentebestuur de pretentie heeft burgers serieus te nemen, zal er toch het nodige moeten veranderen (de titel Kiezen voor verandering van het voor-concept verkiezingsprogramma 1998-2002 spreekt mij dus wel aan). Gelukkig heb ik de nodige eelt op mijn ziel, maar het blijft voor mij onbegrijpelijk dat commissieleden zich blijkbaar niets gelegen laten liggen aan mijn mededeling, [..] dat het college van burgemeester en wethouders de Wet openbaarheid van bestuur aan zijn laars lapt! Mijn brief werd slechts voor kennisgeving aangenomen, hetgeen in de praktijk betekent dat er verder niets mee gebeurt.

In het belang van een goede en democratische bestuursvoering is het bestuursorgaan verplicht om - gevraagd en ongevraagd - allerlei informatie te verschaffen. Maar als raads- en commissieleden daar niet of nauwelijks op toezien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt, wordt het voor belanghebbende en belangstellende burgers wel heel erg moeilijk om hun inzichten tijdig ter kennis van het gemeentebestuur te brengen. Zolang burgers onvoldoende over het beleid, inclusief voorbereiding en uitvoering, worden geïnformeerd, komt er van de radicale democratisering van de samenleving weinig/niets terecht!
De eerlijkheid gebiedt mij te melden dat wethouder Henk Janssen tijdens de commissievergadering toegezegd heeft, dat ik een kopie van bovengenoemde overeenkomst met TeleKabel kon krijgen. Ik ben heel benieuwd wanneer die in mijn brievenbus ligt.


Afgesloten: 5 september 1997

*)  Bovenstaande bijdrage verscheen in de Groene Golf, het afdelingsblad van de Nijmeegse Democraten D66, (jrg. 18, nr. 5, 1997; pag. 20-25); het tweede deel stond in het daaropvolgende nummer (jrg. 18, nr. 6, 1997; pag. 13-17).

 

© 1997 Rob Essers, Nijmegen