Het Valkhof geniet objectbescherming op basis van
diverse onderdelen en maakt ruimtelijk onderdeel uit van het beschermde
stadsgezicht Nijmegen.
Het terrein is als geheel tevens archeologisch monument.
Het belang van het archeologisch monument, van het
monumentale. zichtbare Valkhof en van het gebied als beschermd
stadsgezicht, en. direct in verband daarmee, de gevolgen van een
eventuele herbouw van de burcht. komen hieronder aan de orde.
HET ARCHEOLOGISCH MONUMENT "HET VALKHOF"
De wettelijke bescherming
Het Valkhof en het aangrenzende Hunerpark/Kelfkensbos
zijn in 1991 aangewezen als archeologisch monument in het kader
van de Monumentenwet 1988. Het onderstaande heeft speciaal betrekking
op het Valkhof.
Redenen voor de aanwijzing tot beschermd archeologisch
monument
Binnen de archeologische monumenten in Nederland
neemt het Valkhof een bijzondere plaats in. Het gebied herbergt,
zo hebben waarnemingen en kleinschalige onderzoeken aangetoond,
sporen uit verschillende perioden, namelijk de Bronstijd, vroeg-
en laat Romeinse tijd, vroege en Late Middeleeuwen.
Op zich kan dit al reden genoeg zijn om een terrein
als beschermd monument aan te Wijzen. Belangrijker echter is de
aard van de bewoning en bebouwing, waar deze sporen van getuigen.
Het gaat veelal niet om "gewone" nederzettingen, maar
om verschijnselen die voor de hoofdlijnen van onze geschiedschrijving
van buitengewone betekenis zijn.
Het is niet verwonderlijk dat dit markante gebied
op de hooggelegen stuwwal, met het weidse uitzicht over de riviervlakten
van Waal en Rijn, al vanaf de prehistorie een grote aantrekkingskracht
heeft gehad. Dat zal ook de reden zijn waarom de bewoning en bebouwing
in dit gebied zo bijzonder zijn.
Om de meest markante objecten te noemen:
Oppidum Batavorum, de bij Tacitus genoemde hoofdstad
der Bataven in de le eeuw n. Chr.;
een romeins castellum uit de 4de eeuw;
een palts (paleis) van Karel de Grote uit de
8ste eeuw, enige malen verwoest maar in de 12de eeuw door keizer
Frederik Barbarossa hersteld en verbouwd tot een imposante Staufische
burcht.
Voorts liggen in de bodem van het Valkhof nog verborgen:
een grafveld uit de late Bronstijd;
een nederzetting van de Merovingische elite uit
de 5de tot in de 7de eeuw, compleet met grafveld;
de door de Graven van Gelre in de 13de en 14de
eeuw versterkte en aangepaste versie van de Barbarossa-burcht.
Van de 11de eeuwse fase van deze in oorsprong Karolingische
palts rest nu nog de Nicolaaskapel; van de Barbarossa-burcht staat
nog een deel van een vleugel van de oorspronkelijke woontoren
of donjon en een deel van een muurtoren; gedeelten van de ringmuur
en stadsmuur getuigen nog van de bouwactiviteiten in de 13de en
14e eeuw. Uit deze tijd dateert overigens, door de aanleg van
de Voerweg, de "verdeling" van het plateau in het Valkhof
enerzijds en het Kelfkensbos anderzijds.
Van minstens even groot belang als deze zichtbare
resten zijn de onzichtbare sporen uit het verleden, die nog in
de bodem verborgen liggen.
Archeologische monumenten in Nijmegen
Het Valkhof/Kelfkensbos/Hunerpark is niet het enige
archeologische monument in Nijmegen. Ook De Kleine Kopse Hof,
Het Kops Plateau, het terrein achter het Canisiuscollege en het
terrein PontMeyer zijn aangewezen als archeologisch monument.
Hoewel de wettelijke bescherming er in principe toe
zou moeten leiden dat de terreinen onaangetast blijven, heeft
in al deze monumenten inmiddels meer of minder grootschalig archeologisch
onderzoek plaatsgevonden. Aanleiding daarvoor waren over het algemeen
plannen voor woningbouw, die het bodemarchief ernstig zouden aantasten.
Deze ontwikkeling is onvermijdelijk. Niet alleen zijn de archeologische
monumenten binnen het stadsgebied gelegen. ook hebben zij vaak
een niet geringe omvang, waardoor liet wel heel moeilijk wordt
ze geheel te vrijwaren van bebouwing.
Om die reden heeft het Ministerie van WVC, later
OC&W, regelmatig toestemming gegeven voor archeologisch onderzoek,
dat door de ROB, de Universiteit van Nijmegen en sinds 1989 ook
door de afdeling archeologie van de gemeente Nijmegen zelf in
goed onderling overleg is uitgevoerd. Nijmegen heeft haar zorg
voor het bodemarchief genoegzaam getoond, zowel door het aanstellen
van gemeentelijke archeologen. als ook door bijvoorbeeld het voornemen
het Kops Plateau voor een groot gedeelte als groengebied te willen
bestemmen. Toch hebben de hierboven genoemde ontwikkelingen binnen
het stadsgebied tot gevolg gehad dat het bodemarchief van Nijmegen,
dat niet alleen van nationale, maar zelfs van internationale waarde
is, verontrustend wordt aangetast.
Ook het in het monument Valkhof/Hunerpark/Kelfkensbos
wordt op dit moment archeologisch onderzoek gedaan, vanwege de
bouw van het nieuwe Museum "Het Valkhof" en vanwege
de aanleg van de parkeergarage Kelfkensbos. Bij de aanwijzing
tot monument was deze ontwikkeling overigens al bekend; bij dit
gedeelte van het monument diende de bescherming om het archeologisch
onderzoek veilig te stellen, zoals ook aangegeven is in de beschrijving
van het monument.
Het Valkhof is nu het laatste gedeelte van een archeologische
monument in het stedelijk gebied van Nijmegen, dat als één
geheel nog relatief onaangetast is. Door de parkbestemming en
door de dubbelbescherming door de RDMZ en ROB lijkt een bedreiging
van het object bepaald niet voor de hand te liggen.
HET VALKHOF ALS ZICHTBAAR CULTUURHISTORISCH ELEMENT
De door de monumentenwet beschermde, zichtbare onderdelen
zijn:
de 11de-eeuwse Nicolaaskapel,
de zgn. Barbarossa-ruïne, midden 12de-eeuws,
de noordwestelijke tufstenen muurtoren (12de-eeuws),
gedeelten van de in 1388-90 gebouwde ringmuur
om het kasteel,
een gedeelte van de stadsmuur aan de zuid-oostzijde
van het Valkhof met twee halfronde muurtorens (tweede kwart 14de
eeuw).
en het park, de Valkhofheuvel, met beplanting
en funderingsresten.
De zichtbare fragmenten
De consequenties van het herbouwen van de vrm. burcht
voor de nog bestaande fragmenten zijn van materiële en immateriële
aard.
In materiële zin wordt de Nicolaaskapel niet
aangetast. Deze zal als vrijstaand onderdeel blijven functioneren.
De Barbarossa-ruïne zal zijn ruïneuze karakter verliezen
omdat hij deel zal uitmaken van de burcht - zoals ooit het geval
was. Er zullen tamelijk ingrijpende aanpassingen nodig zijn om
de absis op zijn minst wind en waterdicht te maken en te laten
aansluiten op de nieuwbouw. De vrij hoge mate van authenticiteit
die de ritme dankzij terughoudende restauraties in het verleden
bezit, komt hiermee in het geding.
Indien de suggestie dat ook de ringmuur met muurtorens
en poortgebouwen opgetrokken zullen worden, bewaarheid wordt.
zullen de bestaande fragmenten van muren en torens hierin moeten
worden opgenomen met dezelfde consequenties als met betrekking
tot de Barbarossaruïne.
Het park
In de toelichting op het beschermde stadsgezicht
is het Valkhof aangemerkt als behorend tot Zone A, de belangrijkste
van drie zones die gewaardeerd zijn op basis van ruimtelijk-structurele
en ruimtelijk-visuele kenmerken.
Het Valkhof is het oudste park van Nijmegen en één
van de oudste stadsparken van Nederland. Daarmee is het - afgezien
van de waarde als afzonderlijk object - van belang voor de ontwikkelingsgeschiedenis
van het Nederlandse stadspark. Bijzonder is dat in Nijmegen verschillende
stadia uit die ontwikkeling ruimtelijk op elkaar aansluiten. De
eind-19de-eeuwse park- en singelaanleg sluit via het Hunerpark
aan op het rond 1800 tot park getransformeerde Valkhof Het Valkhof
is als park dus een onderdeel van de samenhangende groenstructuur
die de binnenstad omgeeft. Plattegronden en afbeeldingen van vóór
1940 laten zien dat de groenstructuur via liet huidige Ivensplein
en de Veemarkt ook aan de westzijde tot aan de Waal doorliep en
dus de hele binnenstad als liet ware omarmde.
Het Valkhof is een van de lokaties waar de hoogteverschillen,
die karakteristiek zijn voor de Nijmeegse binnenstad, het meest
fysiek te ervaren zijn. De plek is openbaar toegankelijk. ligt
hoog en er is een prachtig uitzicht op de omgeving, vooral op
de Waal. Als grotendeels onbebouwde, maar van romantische accenten
voorziene ruimte, verwijst de plek naar een pre- of vroeg-stedelijk
stadium: het nog niet of nauwelijks gebouwde Nijmegen, De 'genius
loci' is daarmee afhankelijk van eigenschappen die in trefwoorden
als: hooggelegen, uitzicht. groen, openbaar en romantisch gevangen
kunnen worden.
De Romantiek
De aanleg van het park gaat terug tot het eind van
de 18de eeuw. Kort na de afbraak van de burcht kreeg de bekende
landschapsarchitect J.D. Zocher sr. opdracht voor het ontwerpen
van een park. Hierin moesten die fragmenten, die door toedoen
van de gemeente ternauwernood voor sloop behoed waren, de centrale
elementen vormen. De oorspronkelijke compositie van Zocher is
door latere wijzigingen, in het bijzonder in 1833, niet goed meer
herkenbaar. De romantische aanleg is in essentie evenwel nooit
aangetast. integendeel zelfs versterkt. Een parkaanleg met slingerende
paden, onverwachte effecten, gestoffeerd door enkele vervallen,
middeleeuwse restanten. zijn de basisingrediënten van de
laat 18de- en 19de-eeuwse, uit Engeland afkomstige opvattingen
over landschapsparken. Overwoekerde ruïnes vormden daarvan
het middelpunt, en wanneer deze niet voorhanden waren, schroomde
men niet om ze als folies. als schijnruïnes op de cruciale
plaatsen na te bouwen,
Het werden plaatsen - liefst enigszins afgelegen
- waartoe schilders en dichters zich aangetrokken voelde, waar
men op zondagmiddag ging wandelen. luisterend naar muziek die
uit de speciaal daartoe geplaatste koepel weerklonk. Het Valkhof
was zo'n plaats bij uitstek. Ook daar werd (in 1826) een muziekkoepel
geplaatst. De muren van de ruïne liet men opzettelijk begroeten
ter verhoging van het romantisch effect. Het Valkhof is in de
geschiedenis een nimmer aflatende inspiratiebron voor tekenaars
en schilders geweest en kent een romantische beeldtraditie als
weinig andere monumenten. Om de romantische betekenis van een
plaats als het Valkhof, om de ideeën over verval, eindigheid,
over grote heersers van weleer, over de toch altijd sterkere natuur,
die op zo'n plaats gestalte hebben gekregen, te kunnen vatten,
zou uitvoerig geciteerd moeten worden uit de gelijktijdige hoogtepunten
van de romantische literatuur: Chateaubriands "religieuze
harmonie van ruïnes" of uit Walter Scotts middeleeuwse
ruïnes als decor van zijn historische romans. Maar misschien
volstaan voor een goed begrip enkele regels van een anonieme wandelaar
uit 1817, die zo ontroerd was dat hij een minuscuul boekje uitgaf
over het Valkhof:
Ik vestigde mijn oog op de zware neergestorte
steenen bij den brok muurs der eerwaardige kapel, daar, uit
het midden van de met mos begroeide ruïnen, de schim van
het paleis gelijk als schijnt te verrijzen" en daartoe magtigste
oppervorsten van dit wereld-gedeelte hunne kniên godsdienstig
bogen.
Het Valkhof als plaats van opkomst en vergankelijkheid
van grote vorsten, dat is het literaire thema waarvan het bovenstaande
citaat maar een enkel voorbeeld is. Een zware historische symboliek,
waarvoor ook Napoleon niet ongevoelig was. toen hij zichzelf tot
opvolger en overwinnaar van zijn Duitse voorgangers bestempelde
door het plaatsen van een borstbeeld in de absis van deze meest
noordelijke 'Rijnburcht'.
Romantische parken niet ruïnes als pittoreske
effecten hebben in Nederland nooit zo'n hoge vlucht bereikt als
in Engeland. De voorbeelden die we nog hebben zijn bovendien schaars.
De twee best bewaarde, waar de romantische betekenis nog volledig
in stand is, zijn het Valkhof en het park met de kasteelruïne
in Wijk bij Duurstede (waar de aanvraag voor de bouw van een restaurant
op het kasteeleiland in hoger beroep werd afgewezen, omdat de
romantische betekenis van kasteeleiland en park te zeer zou worden
aangetast). De "wandelingen" en singels die Zocher en
anderen ontwierpen langs de vervallen verdedigingswerken van vele
steden. zoals in Utrecht. zijn uitingen van dezelfde romantische
beleving van de geschiedenis.
De monumentale waarde van het Valkhof beperkt zich
niet tot de individuele fragmenten en het park op zich zelf, maar
strekt zich uit tot de cultuurhistorische achtergrond. Dat is
de romantische dimensie van een van de oudste landschapsparken
met ruïnes in ons land, een plaats waar men kwam om het roemrijk
verleden en vooral de vergankelijkheid daarvan te beleven en in
beeld of in woord tot uitdrukking te brengen.
GEVOLGEN VAN DE HERBOUW VALKHOFBURCHT
Gevolgen voor het bodemarchief
Het is onvermijdelijk dat de uitvoering van de burchtreconstructie
de vernietiging van de archeologische sporen tot gevolg zal hebben,
ook in het geval dat archeologisch onderzoek zal plaatsvinden.
Gevolgen voor de zichtbare monumenten en het beschermd
stadsgezicht
Een van de uitgangspunten voor de herbouw is de handhaving
'voor zover mogelijk' van liet park. De nieuwbouw zal het park
echter niets slechts aanzienlijk verkleinen, maar hoe dan ook
in meerdere delen splitsen die geen relatie meer met elkaar zullen
hebben. Ook de herbouw van de ringmuur impliceert nog eens een
flinke aanslag op de omvang en inrichting van het park, Bovendien
zal het gebouw een uitstraling hebben (ook letterlijk, nl. 's
avonds) en een infrastructuur noodzakelijk maken met vergaande
gevolgen: de essentie van het parkkarakter - een verstilde plek
met een beladen historische symboliek - gaat dan volledig verloren.
Burcht en park zijn tegenstrijdig: het park dankt zijn ontstaan
aan de sloop van de burcht. Bij het park hoort een ruïne,
bij de burcht hoort een versteende omgeving. Een gereconstrueerde
burcht in een restant parkaanleg is een onbegrijpelijk antagonisme.
De reconstructie van de burcht op zich zelf roept
overigens de nodige vragen op. De gedaante van de burcht van 1797
was die van een langzaam gegroeid complex, bestaande uit bouwdelen
uit verschillende perioden, opgetrokken in verschillende materialen
van verschillende ouderdom. Een gereconstrueerde burcht toont
een complex "aus einem Guss" met als enige referentie
aan het verleden de vorm van de bouwmassa als historisch decor.
CONCLUSIES
De redenen waarom ik u dringend moet afraden het initiatief tot
herbouw van de burcht gestalte te geven, zijn meervoudig.
- De veelheid in archeologische perioden, maar
vooral de aard van de bewoning en bebouwing van het Valkhof maakt
dat hier sprake is van een archeologisch monument van meer dan
nationale betekenis.
- Door de herbouw van de burcht zal het nog aanwezige
bodemarchief van het Valkhof definitief verdwijnen.
- De archeologische monumenten in Nijmegen zijn
- door de ontwikkelingen in het stedelijk gebied onvermijdelijk
- ernstig aangetast of zelfs verdwenen. In het geval van het Valkhof
is door de parkbestemming in combinatie met de dubbele bescherming
van bovengrondse en ondergrondse monumentale waarden. én
de status van beschermd stadsgezicht. sprake van een kansrijke
situatie dit unieke en complexe monument te behouden.
- De fragmenten van gebouwen, muren en torens zodanig
in de nieuw te bouwen onderdelen worden geïncorporeerd. dat
ze hun betekenis als autonome monumentale ruïnes zullen verliezen.
- Van groot belang is de betekenis van liet park,
zoals dat zich sedert het eind van de 18de eeuw heeft ontwikkeld.
de herbouw van de burcht zal hoe dan ook een verstening van een
groot deel van liet park betekenen. Dat houdt niet alleen een
aantasting van het park zelf in, maar ook van de samenhangende
groenstructuur als geheel. Park en burcht zijn onverenigbaar.
De eerste dankt zijn ontstaan aan de afbraak van de laatste. Omgekeerd
heeft de bouw van de burcht het einde van het park tot gevolg,
in materiële en immateriële zin.
- Realisering van de beoogde nieuwbouw zal het
karakter van de plek teniet doen: de openbaarheid neemt af, de
oppervlakte bebouwing neemt toe, rust wordt vervangen door lawaai
en geruis. historische restanten met een romantisch karakter gaan
op in een eigentijds historisch decor. Een muur sluit een deel
van de heuvel af van de omgeving. Kortom. het Valkhof wordt een
'gewone' plek, met zalen, horeca, detailhandel in een groene omlijsting.
- Het vaak geuite bezwaar dat het park een stille,
afgelegen plek is. valt niet te ontkrachten. Wel is dit nu juist
de essentie van het park. Overigens ligt het in de rede te veronderstellen
dat met de komst van het nieuwe museum naar het Kelfkensbos het
park aanzienlijk meer bezocht zal worden. Het bezoek zal dan in
relatie met het museum door middel van een wandelroute gestimuleerd
kunnen worden.
In de afweging tussen behoud Valkhofpark en herbouw
burcht acht ik de monumentale en cultuurhistorische belangen dermate
zwaarwegend dat deze bovengeschikt zijn aan de wens tot het herscheppen
van een (pseudo)-historisch beeld op commerciële basis.
M. Krauwer, Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek
M. Kooiman en A. de Vries, Rijksdienst voor de Monumentenzorg
|