Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 323 59 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
1 juli 1999 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp afdoening klachten | |||
Als eerste reactie op bovengenoemde brief wil ik niet nalaten om alvast het volgende onder uw aandacht te brengen. De gemeenteraad heeft op 16 december 1998 unaniem besloten om de afhandeling van liggende klachten in handen te geven van een 'onafhankelijke' instantie. Dat dit besluit om allerlei - al dan niet gegronde - redenen niet uitvoerbaar blijkt te zijn, betekent niet dat u kunt volstaan met een verzoek aan een vaste commissie van advies ex artikel 91 van de Gemeentewet om in te stemmen met een alternatief behandelingsvoorstel. k zie de instemming van de commissie Algemene Zaken op 24 juni 1999 dan ook slechts als een advies bij de voorbereiding van de besluitvorming in de raad. Pas als de gemeenteraad een besluit neemt over een alternatief voorstel kan de afhandeling van de liggende klachten wellicht geschieden op de wijze die uw college voor ogen heeft. Vooralsnog handelt u bij de afdoening van klachten in strijd met het raadsbesluit van 16 december 1998. Het mag duidelijk zijn dat ik hiermee als klager niet akkoord ga. 1, 2, 3, 4, 7 5, 6 | |||
Blad 2. |
8, 9 Tot slot wil ik u er op wijzen dat nog altijd geen contact met mij is opgenomen over mijn klachten van 18 februari 1998 en 10 juni 1998. De informatie aan de commissie over de wijze en de datum waarop is vastgesteld dat twee dossiers ontbraken, schiet op dit punt tekort. Gelet op bovenstaande moet ik vaststellen dat ik de afdoening van mijn klachten in alle gevallen als uitermate onbevredigend ervaar. In strijd met het raadsbesluit van 16 december 1998 is geen enkele klacht van mij in handen te geven van een 'onafhankelijke' instantie. Ik betwijfel of u met uw reactie een nieuwe klacht kunt voorkomen. Met vriendelijke groet en hoogachting, |
Rob Essers | ||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | ||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||
16 augustus 1999 | ||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||
Onderwerp afhandeling klachten | ||||||
Op 16 december 1998 heeft de Raad van de gemeente Nijmegen bij de behandeling van raadsvoorstel 222/1998 (onderwerp Voorziening ombudsfunctie) unaniem besloten de afhandeling van liggende klachten in handen te geven van een 'onafhankelijke' instantie. Dit besluit heeft - in ieder geval bij mij - de verwachting gewekt dat de afhandeling van de lopende zaken niet door het college van Burgemeester en Wethouders zou geschieden. Uit de brief van het college aan de commissie Algemene Zaken d.d. 19 mei 1999 blijkt dat er slechts vijf van de 46 dossiers in handen gesteld zijn van een 'onafhankelijke' klachtinstantie: mw. mr. W. Meijs, onder andere actief als ombudsvrouw in de gemeente Wijchen. Bijna 90% van de liggende klachten is door het college afgedaan. Van de negen zaken die ik aan de gemeentelijke Ombudsman voorgelegd heb, is er geen enkele door een onafhankelijke instantie afgehandeld (zie bijlage 'Lopende' ombudszaken). In plaats van bovengenoemd raadsbesluit uit te voeren heeft het college de raadscommissie verzocht in te stemmen met een alternatief behandelingsvoorstel voor de dossiers die - volgens het college - niet conform het bepaalde in raadsbesluit 222/1998 kunnen worden afgehandeld. Als reactie op mijn stelling dat een verzoek aan een vaste commissie van advies niet in de plaats kan komen van de besluitvorming in de raad, deelde het college mij op 25 mei 1999 mee:
Met dit standpunt ondermijnt het college mijns inziens de rechtszekerheid. Burgers kunnen er kennelijk niet zonder meer op vertrouwen dat besluiten van het hoogste bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen ook worden uitgevoerd. Mochten het college en de raadscommissie van mening zijn dat een raadsbesluit niet uitvoerbaar is, dan behoort de raad zich uit te spreken over een alternatief voorstel en/of intrekking van het eerder genomen raadsbesluit. Een vaste commissie van advies dient zich in dezen te beperken tot het adviseren van het college bij de voorbereiding van de besluitvorming in de raad. | ||||||
Blad 2. | ||||||||||
Het behoeft geen betoog dat ik niet akkoord ga met de wijze waarop de negen zaken die ik aan de gemeentelijke Ombudsman voorgelegd heb, door het college zijn afgedaan (zie bijlagen met een overzicht van de 'Lopende' zaken vanaf 2 oktober 1996 en een Chronologisch overzicht vanaf 16 december 1998). De bijlagen en een aantal documenten waarnaar verwezen wordt, zijn te ook vinden op internet (www.gaypnt.demon.nl).
Het zou te ver voeren om hier uitvoerig op iedere zaak in te gaan. Een paar kanttekeningen wil ik u echter niet onthouden.
Conclusie Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||||||||
Bijlagen: 2. [ 1 | 2 ] | ||||||||||
Rob Essers | ||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||
De voorzitter van de Raad van de gemeente Nijmegen de heer mr. E.M. d'Hondt Fax: (024) 329 22 92 | ||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |
1 oktober 1999 | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |
Onderwerp ontbrekende stukken | ||||
Bij de ingekomen stukken voor de Raad d.d. 5 oktober 1999 ontbreken bij agendapunt 7. A1 de bijlagen bij mijn brief d.d. 16 augustus 1999 betreffende afhandeling van klachten. Ook wordt niets gemeld over het ter inzage liggen van deze stukken. De raad wordt kennelijk geacht een besluit te nemen op basis van uw advies zonder dat alle leden kennis kunnen nemen van de inhoud van bovengenoemde bijlagen. Het mag duidelijk zijn dat dit de deugdelijkheid van de besluitvorming niet ten goede komt! Wellicht ten overvloede wil ik u wijzen op de afhandeling van de klachten 8 en 9 uit de bijlage 'Lopende' ombudszaken die in ieder geval niet in overeenstemming is met datgene waarmee de commissie Algemene Zaken op 24 juni 1999 heeft ingestemd:
Ook dit citaat uit de brief van het college aan de Commissie Algemene Zaken is terug te vinden in de in het raadsboek ontbrekende bijlage bij mijn brief d.d. 16 augustus 1999. Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||
Besluitenlijst
van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen
| ||||||||||||||||||||
7. A Met voorstel tot afdoening zoals daarbij telkens is aangegeven. 7. Al Brief van R.C. Essers d.d. 16 augustus 1999 II 2254-2255 betreffende afhandeling klachten. ADVIES Op 24 juni 1999 heeft de commissie Algemene Zaken ingestemd met de door burgemeester en wethouders voorgestelde afhandeling van de evenbedoelde klachten, waaronder die van de heer Essers. Voorstel om briefschrijver te laten weten dat de raad ook zijnerzijds instemt met boven bedoelde klachtafhandeling. Voor het overige de brief voor kennisgeving aan te nemen. Raadsbesluit d.d. 5 oktober 1999 Conform besloten | ||||||||||||||||||||
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
11-10-1999 | C370/GK 99.40821 |
17 oktober 1999 | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp klacht ex artikel 9:1 Awb | |||
Gelet op het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman zie ik mij genoodzaakt om een aantal grieven met betrekking tot de uitvoering van het raadsbesluit d.d. 16 december 1998 inzake Voorziening ombudsfunctie, alsmede de afhandeling van mijn brief d.d. 16 augustus 1999 aan de Raad van de gemeente Nijmegen, door middel van deze klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht nogmaals onder uw aandacht te brengen.
2. Niet de raad, maar een vaste commissie van advies ex artikel 91 van de Gemeentewet is door uw college geïnformeerd over de 'onmogelijkheid' om het raadsbesluit naar de letter uit te voeren. De instemming van de commissie Algemene Zaken op 24 juni 1999 kan echter niet in de plaats komen van een door de raad op 16 december 1999 unaniem aanvaard beslispunt (amendement-Hirdes c.s.) 3. Uw brief d.d. 19 mei 1999 aan de commissie Algemene Zaken is niet ter kennisname aan de raad voorgelegd. De bijlagen bij mijn brief d.d. 16 augustus 1999 zijn evenmin ter kennisname aan de raad voorgelegd; de voorzitter van de raad heeft ook niet gereageerd op mijn faxbericht d.d. 1 oktober 1999 waarin ik hem op het ontbreken van stukken gewezen heb. 4. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht niet of onvoldoende in acht genomen is. Bovendien is het raadsbesluit d.d. 5 oktober 1999 inzake agendapunt 7. A1 in strijd aan artikel 3:2 van de wet. 5. De motivering in uw brief van 29 juni 1999 waarin in één keer vijf van mijn klachten door uw college geseponeerd worden, is niet voldoende. Ik wil u op grond van artikel 3:48, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht verzoeken het seponeren van iedere klacht alsnog afzonderlijk te motiveren. 6. Over het tijdstip waarop de twee ongedateerde en niet gesigneerde uitspraken gereed waren, tast ik nog altijd in het duister. Hetzelfde geldt voor de reden van het niet verzenden door de gemeentelijke Ombudsman. | |||
Blad 2. | |||
7. Over twee klachten waarvan de dossiers kennelijk zoekgeraakt zijn, heb ik - ondanks de toezegging aan de commissie Algemene Zaken - nog altijd geen bericht ontvangen. Het bevreemdt mij zeer dat de raad tegelijkertijd akkoord gaat met zowel deze toezegging als het niet nakomen ervan.
Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Centrale Juridische Zaken |
Vervolgvel |
1 Daarbij is bezien tot hoever de GO met zijn onderzoek was gevorderd. Ten aanzien van een deel van deze klachten bleek dat de procedures soms al meer dan een jaar, in een enkel geval al meer dan twee jaar liepen, en dat het soms ging om klachten tegen reeds niet meer in functie zijnde bestuurders. Inhoudelijk gingen de klachten veelal over beweerdelijk onjuiste procedurele beslissingen in aangelegenheden van algemeen bestuurlijke aard. Om deze redenen, waarop wij hierna nog terugkomen, hebben wij besloten dat het niet goed mogelijk was deze zaken alsnog voor te leggen aan de inmiddels aangezochte onafhankelijke klachteninstantie mevrouw mr. W. Meijs, te Malden, die in een aantal gemeenten de functie van Gemeentelijk Ombudsman uitoefent. In antwoord op een brief uwerzijds d.d. 1 mei 1999, hebben wij op 25 mei geantwoord dat burgemeester en wethouders tot taak hebben raadsbesluiten uit te voeren. Wanneer daarbij onduidelijkheden of onmogelijkheden zich voordoen, is het niet ongebruikelijk dat het college de uitvoering bespreekt met een raadscommissie. Het met terugwerkende kracht wijzigen van het in uitvoering zijnde raadsbesluit is niet nodig, temeer niet nu andere klachten wel op de beoogde wijze door de onafhankelijke klachten instantie worden behandeld. Bij onze brief van 25 mei zonden wij u tevens toe onze notitie van 19 mei aan de raadscommissie algemene zaken. In de hier bedoelde periode van inventarisatie en afhandeling van de door de GO nagelaten dossiers hebt u met de behandelende ambtenaar enkele malen schriftelijk contact gehad. Daarbij is u onder meer nadere duidelijkheid verschaft over de passages in evenbedoelde notitie die handelen over de door u ingediende klachten. Deze notitie was bestemd voor de vergadering van de commissie algemene zaken van 24 juni 1999, waarin wij verantwoording hebben afgelegd over de wijze waarop de onderhanden werkzaamheden van de voormalige GO zijn resp. worden afgehandeld. Daarin besteedden wij onder meer aandacht aan het hiervoor al genoemde gegeven dat het als gevolg van onder meer tijdsverloop, het niet meer in dienst zijn van de betreffende bestuurders, en in een enkele geval het door de GO kennelijk voorgenomen oordeel van onvoldoende belang, niet meer mogelijk of zinvol was een opdracht tot afhandeling van een aantal klachten aan de onafhankelijke klachteninstantie te verlenen. In uw geval kwam daar nog bij dat uw klachten veelal hun oorsprong vonden in uw streven bij te dragen aan het gemeentelijk beleid op gebieden als de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten, de programmaraad, de toepassing van de Gemeentewet, en het vormgeven van |
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Centrale Juridische Zaken |
Vervolgvel |
2 het reglement van orde voor de raad. Het gaat dus veelal om onderwerpen waarbij uw persoonlijk belang niet rechtstreeks is getroffen. In uw klachten komen aan de orde kwesties als het al dan niet terecht niet mogen inspreken in een commissievergadering, het al dan niet terecht niet, niet correct of niet onmiddellijk op agenda's plaatsen van ingezonden faxen, de inhoud van commissienotulen en de wijze waarop aan u informatie wordt gegeven of geweigerd over de hiervoor bedoelde onderwerpen. Wij gaven in die notitie tevens aan dat wij de aan een aantal klachten mede ten grondslag liggende onduidelijkheden in de voorschriften inzake het functioneren van de raadscommissies nader zouden bekijken. De commissie kon in haar vergadering van 24 juni met onze opvattingen en voorstellen instemmen. In die vergadering, waarbij u als toehoorder aanwezig was, gaf de onafhankelijke klachtinstantie, mevrouw mr. W. Meijs, als haar mening te kennen dat deze gang van zaken alleszins acceptabel was. Op 16 augustus 1999 heeft u een brief aan de raad gericht, waarin u aangaf niet akkoord te zijn met deze afhandeling van zaken. Onder meer vond u dat de raad alsnog zijn besluit moest terugdraaien voor zover het ging om de klachten die niet alsnog aan de onafhankelijke klacht instantie zijn voorgelegd. In de vergadering van de commissie algemene zaken van 30 september 1999 hebt u uw standpunt ter zake, aan de hand van een aan die commissie gezonden en door ons inclusief bijlagen aan de commissie overgelegd afschrift van uw brief van 16 augustus, kunnen toelichten. In zijn vergadering van 5 oktober heeft de raad echter ook zijnerzijds ingestemd met de wijze waarop ons college het raadsbesluit van 16 december 1998 heeft uitgevoerd en uw brief voor het overige voor kennisgeving aangenomen. Bij brief van 11 oktober bent u over dit standpunt van de raad op de hoogte gesteld. Intussen hebben wij ons standpunt bepaald over een aantal kwesties inzake het functioneren van raadscommissies, zoals inzake openbaarheid van commissievergaderingen, en het inspreekrecht inzake agendapunten die in besloten vergaderingen worden behandeld, kwesties die onder meer door u in uw bovenbedoelde klachten aanhangig werden gemaakt. Separaat zullen wij u hierover informeren. De door u genoemde door de GO zoekgemaakte dossiers zijn helaas nog steeds zoek, en ook zullen wij tot onze spijt met u vermoedelijk wel altijd in het duister blijven tasten over het tijdstip waarop de GO de door u bedoelde ongedateerde en niet gesigneerde uitspraken gereed had. |
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Centrale Juridische Zaken |
Vervolgvel |
3 Op uw fax d.d. 1 oktober 1999 over het abusievelijk ontbreken van de bijlagen van uw brief van 16 augustus in de set raadsstukken (de brief lag uiteraard wel met bijlagen ter inzage voor de raadsleden en in het Open Huis) krijgt u binnenkort van de raadsvoorzitter antwoord. Uw brief van 11 oktober herhaalt in wezen nog een keer wat u deels al in uw brief van 1 mei, in uw brief aan de raad van 16 augustus, en in uw mondelinge toelichting daarop in de commissie algemene zaken van 30 september hebt laten weten. Wij zijn van mening dat, gegeven het defungeren van de GO, uw klachten en uw visie op de wijze waarop daarmee moest worden omgegaan, in meerdere instanties alle aandacht hebben gekregen. met instemming van de raadscommissie en vervolgens ook van de raad heeft de gemeente voor een andere aanpak gekozen dan die u voorstaat. De onafhankelijke klachteninstantie kon zich blijkens haar verklaring in de commissievergadering in deze aanpak vinden. Wij verklaren uw klacht daarom ongegrond. Vanwege het kennelijk karakter van die ongegrondheid hebben wij ingevolge artikel 9.10, tweede lid van de Awb er van afgezien u te horen. Met vriendelijke groet, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, w.g. mr. E.M. d'Hondt w.g. W. Smids |
Edited by RE |