DE GESCHIEDENIS VAN "JONKERBOSCH" (deel 1)

Gerda Arts-Gilsing

In onderstaand artikeltje en in de volgende afleveringen van JoJo wil ik in het kort de geschiedenis van Jonkerbosch vertellen vanaf het begin (1933) tot nu toe.
Hartelijk dank aan Br. Vertunianus, die zo vriendelijk is geweest mij alle "oude" Schakels te lenen. Bizonder veel heb ik gehad aan díe afleveringen waarin hij heel uitgebreid de historie van Jonkerbosch beschrijft van 1933 tot ongeveer 1953.

Br. Vertunianus Broeder Vertunianus (L.A. van den Bekerom) in zijn element. Mogelijk is hij hier bezig met het samenstellen van een bladzijde uit "Schakel" (± 1963)
 

Heel lang geleden, wel bijna 60 jaar, was het landgoed Jonkerbosch eigendom van een erg rijke man, hij heette meneer Dobbelmann, en hij gebruikte het land vooral om te jagen. Het terrein was veel groter dan nu en liep ongeveer van de Vossenlaan tot aan het Maas-Waalkanaal dat in die tijd werd gegraven.
Ook villa De Winckelsteegh hoorde erbij en werd door de familie Dobbelmann gebruikt als theehuis.

De naam Jonkerbosch.
In 1935 werd het Pensionaat Jonkerbosch opgericht. Het werd niet - zoals de meeste katholieke pensionaten in die tijd – genoemd naar een patroonheilige, maar naar het gebied. Dat kwam omdat Jonkerbosch in Nijmegen en ver daarbuiten al erg bekend was.

Ook in de Middeleeuwen wordt deze naam al genoemd in een oud liedje (ballade heet dat met een moeilijk woord) dat vertelt over de kastelen Duckenborgh en De Hulzenen. De bewoners hiervan leefden als goede vrienden met elkaar. In een weddenschap verloor de edelman van Duckenborg zijn landgoed aan de ridder van de Hulzenen; het stukje land dat voor de verliezer overbleef kreeg de naam: "Jonckheerbosch", wat al snel "Jonkerbosch" werd.
Het laatste coupletje van de ballade is zó:

"Der eeuwen reeks heeft steeds de faam
van Rolof's daad bewaard;
En "Jonckheerbosch" is sinds de naam
van 't bosch dat bleef gespaard".

Geschiedenis.
In 1893 gingen de eerste broeders van de Belgische Congregatie van de Broeders van Liefde te Gent in Nederland wonen en wel in Stratum bij Eindhoven. Deze broeders werkten vooral op scholen en zij zorgden voor kinderen die bv. niet goed konden lopen en voor kinderen die moeilijk konden leren.
Omdat het in Nijmegen zo mooi was, met veel bossen en natuurschoon, wilden de broeders hier ook gaan werken met kinderen.

uitsnede wandelkaart 1913
Uitsnede van de Wandelkaart Nijmegen en Omstreken (1913) uit "Op naar Nijmegen", Reclame uitgave der gemeentetram te Nijmegen, deel 1, Nijmegen z.j.

In de jaren '30-'31 werd een stuk van het jachtgebied van de heer Dobbelmann dat lag tussen de Weg door Jonkerbos en de Oude Mollenhutseweg gekocht. In 1933 begon men met de bouw van een school en twee paviljoens die het St. Jozef en het Mariapaviljoen werden genoemd (Tegenwoordig met de leefgroepen: Smurfjes en Boemerang èn Kidang en Duckdalf) en in '35 startte men met de bouw van het hoofdgebouw.

Op 11 februari 1934 komen de eerste broeders, maar omdat er dan nog geen jongens zijn, gebruikten zij deze wachttijd om alles wat zij in België geleerd hadden om les te geven aan kinderen die moeilijk konden leren, nòg beter te doen.
Daarom maakten zij een studiereis naar Huize St. Vincentius in Udenhout, waar mensen werkten die dit allang deden.

school met St. Tarcisius 1934
De patroonheilige van Jonkerbosch was St. Tarcisius. Zijn beeltenis (rechts, in de muur van de school) houdt van meet af toezicht op het speelterrein (1934)

1 Mei 1935 was een heel bizondere dag voor Jonkerbosch: de eerste leerling komt: Jan Dekkers uit St. Anthonis.
In heel veel kranten staan er stukken over Jonkerbosch. Hieronder een stukje uit de Limburger Koerier van 10 mei 1935:

"Naast de algemeen beroemde psychiatrische inrichtingen van de broeders van Liefde te Venray en Noordwijkerhout belooft de stichting te Nijmegen van het allergrootste belang te worden.
De instituten zijn bestemd voor kinderen boven de 7 jaar.
In de opleiding wordt rekening gehouden met de individualiteit van het kind wat tot uitdrukking komt in het paviljoenstelsel, dat de kinderen in kleine groepen verenigt, in de methode van het onderwijs, waarbij door speciale leermiddelen en leerwijzen getracht zal worden alle vermogens van het kind zo goed mogelijk te ontwikkelen en een gepast tuchtstelsel vooral steunend op bovennatuurlijke motieven, opwekking en aanmoediging".

De jongens werden opgenomen vanaf 6 à 7 jaar. De meesten kunnen bij opname nog geen kleuren en maten onderscheiden. Met heel veel geduld leren de broeders de jongens meer zelfvertrouwen krijgen. Alle dingen waarmee het leren gemakkelijker werd gemaakt, werden door de broeders zelf gemaakt, bv. een rekenraam met verlichte cijfers.
De jongens wonen met elk 18 in twee paviljoens. Elk paviljoen heeft een eigen recreatie- en slaapzaal, met douche- en toiletruimtes. Verder is er een linnenkamer en een zaaltje voor niet-ernstig zieken.

eerste elf Jonkers 1936
De eerste elf Jonkers (begin 1936) in een andere opstelling dan in Jonkerbosch, Groei en Bloei 2

In het hoofdgebouw is een keuken waar voor wel 300 mensen per dag gekookt kan worden. Er is een aparte afdeling voor bezoekers en logé's. Dan is er het zgn. Broederhuis met eet- en recreatiezaal, verder de cellen van de broeders die niet op de paviljoens slapen.

In deze tijd was er al een psychiater aan Jonkerbosch verbonden en bestond er al druk kontakt met de Katholieke Universiteit.
Ook in het begin waren er op Jonkerbosch twee afdelingen, n.l. afd. A voor verstandelijk gehandicapten en afd. B voor lichamelijk gebrekkige jongens.

Wordt vervolgd

inhoud volgende deel JoJo, jaargang 2 (1982), nummer 1 (oktober), pp. 15-17

StatCounter