Homorecreatie in Heumen

Verkeersmaatregel "De Elshof" d.d. 17 maart 1998
bijlage: kaart bij besluit d.d. 17 maart 1998
verslag van hoorzitting inzake verkeersmaatregel
Op de baricade voor homobaan Elshof  De Gelderlander, 18-03-1998
beslissing B&W d.d. 12 augustus 1998 inzake bedenkingen (artikel 19 WRO)

Homo-recreant krijgt nul op het rekest...  De Gelderlander, 21-08-1998
beslissing B&W d.d. 25 augustus 1998 op bezwaarschrift
bijlage 1: Verslag van de zitting commissie bezwaar- en beroepschriften
bijlage 2: Advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften

beslissing Gedeputeerde Staten d.d. 6 oktober 1998 (artikel 19 WRO)
beslissing B&W d.d. 3 november 1998 inzake vrijstelling (artikel 19 WRO)
bijlage: kaart bij besluit d.d. 3 november 1998
Parkeerplaats bij Elshof mag snel verplaatst  De Gelderlander, 04-11-1998

zie ook: vervolg (2000)

 
  GEMEENTE HEUMEN
Correspondentieadres
Postbus 200, 6580 AZ Malden
Bezoekadres
Rijksweg 112, 6581 ER Malden
Telefoon   024-3588300
Telefax     024-3581086



onderwerp:                   17 maart 1998, nummer 10-02-02
Verkeersmaatregel
"De Elshof"

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen;

overwegende dat "De Elshof" een gebied in de gemeente Heumen betreft dat
gekenmerkt wordt door grote natuur- en landschapswaarden en ook een
belangrijke recreatieve functie heeft;

dat het gebied vanwege de (potentiële) natuurwaarden door de rijksover-
heid is aangewezen als kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur van
Nederland;

dat in verband met de bevordering van de rust in het gebied een tweetal
in het gebied gelegen parkeerplaatsen opgeheven zullen worden en dat ter
compensatie daarvan voorzien zal worden in de aanleg van een parkeer-
plaats buiten het eigenlijke bosgebied;

dat in het gebied "De Elshof" enkele weqqedeelten en wegen zijn gelegen,
waaronder de Oprijlaan, die ingevolge de verkeerswetgeving voor alle
verkeer zijn opengesteld;

dat één van deze weggedeelten, en wel de toegangsweg vanaf de Hatertse-
weg, naar de meest westelijk gelegen parkeerplaats zijn functie voor het
autoverkeer verliest door de opheffing van deze parkeerplaats;

dat het gedeelte van de Oprijlaan dat is gelegen tussen de Sint Jacobsweg
en de aansluiting met het fietspad naar de Grootstalseweg voornamelijk
een functie heeft voor fietsers en voetgangers en dat het gebruik door
gemotoriseerd verkeer daaraan duidelijk ondergeschikt is;

dat het ter bevordering van de verkeersveiligheid en ter bevordering van
de rust in het natuurgebied gewenst is dat het gemotoriseerde verkeer,
waaronder in dit verband ook bromfietsers worden begrepen, op deze
weggedeelten zoveel als mogelijk wordt beperkt;

dat in het gebied een fietspad is gelegen, in noordelijke richting
afzakkend vanaf de oprijlaan, dat thans is aangewezen als "verplicht"
fietspad door de plaatsing van een bord zoals bedoeld onder G 11 van
bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

dat het gelet op het vorenstaande gewenst is de op de bij dit besluit
behorende weggedeelten als "onverplicht" fietspad aan te wijzen;

dat dit voor wat betreft het doorgaande gemotoriseerd verkeer niet op
bezwaren stuit omdat genoemde wegen daarvoor geen functie hebben en gelet
op de aard en gesteldheid ook niet zullen en mogen krijgen;

dat de bereikbaarheid van de in het Elshofgebied gelegen agrarische
percelen gewaarborgd dient te blijven en bij gedeeltelijke afsluiting ook
kan blijven;

dat gelet op artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 het gemeentebestuur
bevoegd is tot het nemen van verkeersbesluiten op de genoemde weggedeel-
ten;

dat de politie Gelderland Zuid, district Tweestromenland, Rayon Rijk van
Nijmegen, bij brief van 28 januari 1998 heeft aangegeven akkoord te
kunnen gaan met de voorgenomen verkeersmaatregel;

dat met ingang van donderdag 8 januari t/m 4 februari 1998 voor belang-
hebbenden ter inzage heeft gelegen een ontwerp-besluit tot het aanwijzen
van de op de bij dit besluit behorende tekening aangegeven weggedeelten
als onverplicht fietspad;

dat in het kader van de daartoe ingevolge het bepaalde in de Wet algemeen
bestuursrecht geboden mogelijkheid door de heer R. Essers, wonende Niek
Engelschmanlaan 129 te Nijmegen, schriftelijk een zienswijze ten aanzien
van genoemd ontwerp-besluit naar voren is gebracht;

dat reclamant gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid zijn zienswijze
mondeling toe te lichten tijdens een ten overstaan van wethouder A.J.H
van den Broek gehouden op 2 maart 1998 gehouden hoorzitting;

dat reclamant puntsgewijs het volgende naar voren heeft gebracht:
1.  de opheffing van de twee parkeerplaatsen en de aanleg van een nieuwe
    parkeerplaats wordt als een vaststaand feit bij de overwegingen naar
    voren worden gebracht en dit punt maakt blijkbaar geen deel uit van
    het ontwerp-besluit zoals dat ter inzage heeft gelegen;
2.  De Elshof, en dan met name de meest zuidelijk gelegen parkeerplaats,
    heeft een belangrijke recreatieve homo-recreatieve functie heeft.
    Naar mening van reclamant wordt de indruk gewekt dat de gemeente
    vooral het oogmerk heeft met de voorgenomen verkeersmaatregelen deze
    vorm van "recreatie" tegen te gaan. Wanneer de gemeente inderdaad
    deze bedoeling heeft, wordt daarmee zijns inziens gehandeld in strijd
    met artikel 3:3 van de Algemene wet bestuursrecht, welk artikel
    bepaalt dat een bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor
    een ander doel mag worden gebruikt dan waarvoor die bevoegdheid is
    verleend;
3.  onduidelijk is in hoeverre bij de plannen voor de opheffing van de
    bestaande parkeerplaatsen en de aanleg van een nieuwe parkeerplaats
    rekening is gehouden met het geschikt maken van deze parkeerplaats
    voor homo-recreatieve doeleinden en het beperken van aanstoot en
    overlast bij andere bezoekers;
4.  de rust in het gebied wordt niet of nauwelijks bevorderd door de
    opheffing van de twee parkeerplaatsen; de nieuwe parkeerplaats zal
    door de gekozen plaats alleen maar meer bezoekers trekken;
5.  op de bij het besluit behorende tekening staat ten oosten van de
    nieuw aan te leggen parkeerplaats een niet (meer) bestaand pad
    getekend; dit geeft een onjuist beeld van de bereikbaarheid van het
    bosgebied;
6.  de bereikbaarheid laat te wensen over waardoor een aantal automobi-
    listen hun auto in de berm zal parkeren in plaats van op de nieuwe
    parkeerplaats, met als gevolg dat de verkeersveiligheid op de Groot-
    stalseweg vermindert en er schade wordt toegebracht aan de berm;
7.  het relatief geringe gebruik van de doodlopende weg naar de meest
    zuidelijk gelegen parkeerplaats rechtvaardigt niet de afsluiting voor
    alle autoverkeer.

ten aanzien van vorenvermelde opmerkingen het volgende overwegende:
ad 1.
de opheffing van de parkeerplaatsen maakt, zij het meer impliciet, wel
degelijk deel uitmaakt van het ontwerp-besluit en eventuele bezwaren
kunnen ook tegen dit aspect gericht zijn;
ad 2.
doel van het voorgenomen besluit is de bevordering van de rust in het
natuurgebied in het algemeen en niet het specifiek weren van "homo-
recreatie";
ad 3.
met het homo-recreatieve aspect is op geen enkele wijze rekening gehouden
en daarmee zal ook niet alsnog rekening worden gehouden. Voor "hetero-
recreatie" worden immers ook geen specifieke maatregelen genomen;
ad 4.
de rust in eigenlijke bos- c.q. natuurgebied wordt wel degelijk bevorderd
door het parkeren te verplaatsen naar de rand van het gebied.Dat er
daardoor meer bezoekers worden getrokken is onwaarschijnlijk.Zou dat
toch het geval zijn, dan is dat ook niet bezwaarlijk; het gaat er immers
niet om recreanten te weren, het gaat er om het gemotoriseerd verkeer te
weren;
ad 5.
voor het aangeven van de maatregelen is gebruik gemaakt van een topogra-
fisch kaart die enigszins verouderd is, maar recenter kaartmateriaal op
deze schaal is niet beschikbaar.Het betreffende pad is inderdaad niet
meer aanwezig.Dit neemt niet weg dat de bereikbaarheid van het bosgebied
vanaf het geplande parkeerterrein goed is;
ad 6.
mocht blijken dat er inderdaad zodanig veelvuldig langs de Grootstalseweg
geparkeerd gaat worden dat dit tot schade, onveiligheid of overlast
leidt, dan zullen hiertegen passende maatregelen genomen worden in de
vorm van een parkeerverbod en/of fysieke maatregelen;
ad 7.
of de intensiteit nou klein of groot is, gemotoriseerd verkeer in een
natuurgebied doet afbreuk aan de waarde daarvan.

gezien het door de commissie openbare werken en verkeer in haar vergade-
ring van 26 januari 1998 uitgebrachte advies;

overwegende dat met het treffen van de voorgenomen verkeersmaatregel
belangen als bedoeld in artikel 2, lid 1, sub a, b en c, en lid 2, sub b
van de Wegenverkeerswet 1994 zijn gediend;

gelet op het besluit van de raad van 19 december 1991 waarbij hun college
is gemachtigd tot het nemen van verkeersbesluiten als bedoeld in de
artikelen 12 en 17 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het
wegverkeer (BABW);

gelet op onder meer de artikelen 15 en 18 van de wegenverkeerswet 1994 en
21 van het BABW;

                            b e s l u i t e n

onder intrekking van eerder daarvoor genomen verkeersmaatregelen de op de
bij dit besluit behorende tekening aangegeven weggedeelten aan te wijzen
als "onverplichtv fietspad door het plaatsen van borden als bedoeld onder
G13 en G14 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerste-
kens 1990 en het op de tekening aangegeven gedeelte van de Oprijlaan af
te sluiten voor motorvoertuigen door het treffen van een fysieke maatre-
gel (slagbomen).

                            Malden, 17 maart 1998
Akn/bw                      BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;
                            De secretaris,          De burgemeester,



                            w.g. W.E. Keurntjes.    F.C.W. Grienberger.


- sector ggz, cluster rog;
- sector ggz, cluster cct;
- politie Gelderland-Zuid, district Tweestromenland, Rayon Rijk van
  nijmegen, Postbus 21, 6560 AA Groesbeek.
 
  GEMEENTE HEUMEN
Correspondentieadres
Postbus 200, 6580 AZ Malden
Bezoekadres
Rijksweg 112, 6581 ER Malden
Telefoon   024-3588300
Telefax     024-3581086




Verslag zoals bedoeld in artikel 3:13, lid 5, van de Algemene wet
bestuursrecht van de op maandag 2 maart 1998 gehouden hoorzitting inzake de
voorgenomen verkeersmaatregelen in De Elshof.

Aanwezig:   de heer drs. R.C. Essers;
            wethouder A.J.H. van den Broek;
            de heer A.C. Kneppers, chef cluster ROG.

De heer Essers. brengt ter toelichting op zijn schriftelijke zienswijze het
volgende naar voren. Zijn bedenkingen richten zich niet zozeer tegen de
voorgenomen verkeersmaatregelen op zich zelf als wel de daarmede verband
houdende verplaatsing van de parkeergelegenheid in De Elshof.De publicaties
in de pers hebben bij hem de indruk gewekt dat hoofdmotief voor de
voorgestelde maatregelen is het weren van homo-recreatie, het zogenaamde
"cruising". Hij pleit er voor ook voor deze vorm van recreatie mogelijkheden
te behouden dan wel te creëren.
Wethouder Van den Broek brengt naar voren dat een belangrijke reden voor de
voorgenomen maatregel is dat er in De Elshof nu dingen gebeuren die het
daglicht niet kunnen verdragen.
De heer Kneppers licht toe dat het opheffen van de bestaande parkeer-
plaatsen en de aanleg van een nieuw parkeerterrein in formele zin geen deel
uitmaken van het ter visie gelegde ontwerp-verkeersbesluit; het is dan ook
de wel van het verkeersbesluit deel uitmakende afsluiting van een aantal
wegen voor motorvoertuigen die aangevochten kan worden en niet de opheffing
van de parkeerplaatsen als zodanig. Voor de aanleg van het geplande nieuwe
parkeerterrein moet nog een planologische procedure worden gevolgd, in welk
kader nog bezwaren naar voren kunnen worden gebracht.
De heer Kneppers licht voorts toe dat een belangrijk motief voor de
maatregelen wordt ingegeven door de wens motorvoertuigen uit natuurgebieden
te weren ter waarborging van de rust en dat de afsluiting in principe niet
eerder zal plaatsvinden dan alvorens de aanleg van de nieuwe parkeerplaats
heeft plaatsgevonden.
Op de opmerking van de heer Essers dat verwacht mag worden dat in de nieuwe
situatie veelvuldig in de berm van de Grootstalseweg geparkeerd zal worden,
zegt wethouder Van den Broek dat dit een punt van aandacht vormt.
De heer Essers merkt op dat de capaciteit van het geplande nieuwe parkeer-
terrein hem erg klein lijkt en dat de ligging, gelet op het gebrek aan 
afschermende beplanting, niet in het landschap past. Over de capaciteit
merkt wethouder Van den Broek op dat hier nog naar gekeken zal worden.
Tot slot vraagt de heer Essers op de hoogte gesteld te worden van de start
van de te volgen planologische procedure. De heer Kneppers zegt dit toe.

GGZ/ROG/Akn/3-3-98.
 

Op de baricade voor homobaan Elshof

Door onze verslaggever
MALDEN/NIJMEGEN - Rob Essers, voormalig lid van de adviescommissie homo-/lesbisch beleid van de gemeente Nijmegen, wil er alles aan doen om een parkeerplaats in de Elshof, het bos ten zuiden van de Nijmeegse wijk, Hatert, te behouden als ontmoetingsplaats voor homoseksuele mannen.
"Nu er in het Goffertpark steeds vaker hekken staan en het Kelfkensbos één bouwput is, wordt de homo-recreatieve functie van de Elshof steeds belangrijker", aldus Essers. "Voor Nijmegen, maar ook voor de wijde omgeving.".

De gemeente Heumen, op wier grondgebied het bos ligt, wil de homo-ontmoetingsplaats alsmede een iets noordelijker gelegen parkeerplaats, die vooral door hondenuitlaters wordt gebruikt, opdoeken. Auto's horen niet in het bos thuis, vindt de gemeente. Bovendien zouden beide parkeerplaatsen gebruikt worden voor'dingen die het daglicht niet kunnen verdragen'. Daarmee worden zaken als handel in gestolen goederen en in drugs bedoeld.

"Ik heb daar nooit iets van gemerkt", zegt Essers, die zelf een regelmatig bezoeker van de parkeer laats is. En ook een woordvoerder van het politiedistrict Tweestromenland ontkent dat deze plek als crimineel bekend staat: "De Elshof is geen plaats waar veel vreemde zaken gebeuren."

De gemeente Heumen wil straks iets noordelijker, aan de Grootstalseweg, een nieuwe, beter verlichte en minder door struiken omzoomde parkeerplaats aanleggen. Buiten het bos dus. Essers verwacht daar alleen maar problemen van.
"Nu heb je nog mooi twee gescheiden plaatsen voor de twee doelgroepen die dat bos bezoeken. Straks krijg je hondenbezitters die gaan klagen over cruisende mannen." Een parkeerplaats aan de verharde weg, denkt Essers, zal bovendien alleen maar méér automobilisten naar het bos lokken. En spoedig zal het daar dan te krap worden om alle blik te stallen, zodat ook de bermen volgeparkeerd worden. Met alle gevolgen van dien voor de verkeersveiligheid.
Essers lichtte zijn bezwaren onlangs toe tijdens een hoorzitting op het gemeentehuis in Malden. Maar hij kreeg nul op het rekest. Heumen gaat nu bij de provincie een verzoek indienen om versneld aan de slag te kunnen in de Elshof Dat wil zeggen: vóór het bestemmingsplan gewijzigd is.

"Een versnelde procedure aanvragen?"
Essers reageert verbaasd.
"Bij zoiets is toch totaal geen spoedeisend belang. Bovendien heeft de provincie eerder al toestemming geweigerd aan Heumen en Nijmegen om daar gezamenlijke sportvelden aan te leggen. En dan zouden ze nu het fiat willen geven aan een nieuwe parkeerplaats, terwijl er al twee, netjes verscholen in het groen, liggen?"
Nee, Essers gelooft er niet in. En ze zijn in Heumen ook nog niet van hem af.
"De gemeente heeft er gewoon niet goed over nagedacht. En er is helemaal geen overleg geweest met Nijmegen waar toch de meeste cruisers vandaan komen. Die ontmoetingsplaats is er gewoon. Die kun je niet zomaar uitbannen."


Bron: De Gelderlander, woensdag 18 maart 1998

 
GEMEENTE HEUMEN

Aan de heer drs. R. Essers
Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  NIJMEGEN
 

Correspondentieadres
Postbus 200
6580 AZ  Malden

Bezoekadres
Gemeentehuis
Rijksweg 112
6581 ER  Malden

Telefoon 024-3588300
Telefax    024-3581086


Uw brief van: 5 april 1998 Malden, 12 augustus 1998
Uw kenmerk:   Ons kenmerk/nr.: 10951/k
Onderwerp: Behandeld door: A. Kneppers
aanleg parkeerplaats nabij de
Hatertseweg te Malden
Doorkiesnr.: 024-35888358
Bijlage(n):  
  VERZONDEN  17 AUG. 1998
Geachte heer Essers,

Bij boven aangehaalde brief heeft u bedenkingen kenbaar gemaakt met
betrekking ons voornemen om ten behoeve van de aanleg van een parkeer-
terrein nabij de aansluiting van de Grootstalseweg op de Hatertseweg een
vrijstelling van het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 19 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening te verlenen.

Aangezien u uw bedenkingen tegen het parkeerterrein reeds tweemaal monde-
ling heeft toegelicht in het kader van de procedure met betrekking tot de
met de aanleg van het parkeerterrein verband houdende verkeersmaatregelen
hebben wij er van af gezien u ook in het kader van de onderhavige vrij-
stellingsprocedure in de gelegenheid te stellen uw bedenkingen mondeling
toe te lichten.

Samengevat heeft u de volgende bezwaren tegen de aanleg van het parkeer-
terrein:
a. er geen is geen sprake van een zodanige urgentie dat niet gewacht kan
   worden op de herziening van het bestemmingsplan voor het buitengebied;
b. het nieuwe parkeerterrein kan niet op verantwoorde wijze landschappe-
   lijk worden ingepast, zonder de veiligheid geweld aan te doen;
c. gezien het beleid m.b.t. het gebied is het twijfelachtig of Gedepu-
   teerde Staten bereid zullen zijn een "verklaring van geen bezwaar" te
   verlenen;
d. de geplande capaciteit van 28 parkeerplaatsen is aanzienlijk kleiner
   dan de capaciteit van de beide bestaande parkeerplaatsen; dat zal op
   topdagen tot parkeerproblemen leiden;
e. de min of meer natuurlijke scheiding tussen de verschillende catego-
   rieën bezoekers verdwijnt-in de nieuwe situatie; de problemen en over-
   last voor mensen die aanstoot nemen aan de homo-recreatieve functie
   zullen hierdoor toenemen;
f. het nieuwe, in het oog springende parkeerterrein zal meer bezoekers
   trekken dan de huidige verscholen parkeerterreinen, die niet of nauwe-
   lijks als zodanig herkenbaar zijn;
g. gezien geringe afstand tussen het nieuwe parkeerterrein en één van de
   huidige parkeerterreinen en het extensieve gebruik van het huidige
   terrein levert de aanleg van een nieuw terrein geen wezenlijke bijdra-
   ge aan de rust in het gebied;
h. gezien de slechtere bereikbaarheid van het bosgebied in de nieuwe
   situatie is aannemelijk dat langs de Grootstalseweg zal worden gepar-
   keerd;
i. fysieke maatregelen om parkeeroverlast langs de Grootstalseweg tegen
   te gaan, zijn niet haalbaar, terwijl een parkeerverbod alleen zin
   heeft als de naleving daarvan ook daadwerkelijk wordt gecontroleerd;
j. de afsluiting van de twee bestaande parkeerterreinen en van het wegge-
   deelte naar één van deze terreinen toe verhoogt de natuurwaarden van
   het gebied niet of nauwelijks; een nieuwe, in het oog springende en
   veel intensiever gebruikte parkeerplaats echter tast het gebied wél
   wezenlijk aan.

Hieronder gaan wij puntsgewijs in op de naar voren gebrachte bezwaren.
ad a.
Erkend moet worden dat van buitengewone spoedeisendheid geen sprake is.
Als echter gewacht moet worden op het van kracht worden van het nieuwe
bestemmingsplan voor het buitengebied kan het nog meerdere jaren duren
voordat tot uitvoering kan worden overgegaan. Het gaat hier niet om een
zodanig ingrijpende verandering dat een zorgvuldige beoordeling van de
aanvaardbaarheid alleen in het kader van een bestemmingsplan kan plaats-
vinden. Uiteraard zou specifiek voor het parkeerterrein een partiële
wijziging van het bestemmingsplan in procedure gebracht kunnen worden.
Een dergelijke partiële wijziging kost echter meer tijd dan een artikel
19-procedure, terwijl de meerwaarde uit een oogpunt van rechtsbescherming
en zorgvuldigheid nihil is. Uit pragmatisch oogpunt is de gekozen proce-
dure dus alleszins te rechtvaardigen. Dit neemt overigens niet weg dat er
rekening mee gehouden moet worden dat het gebrek aan urgentie voor de
provincie toch reden kan vormen zijn de vereiste verklaring van geen
bezwaar te weigeren. Als dat gebeurt zullen wij overwegen alsnog een
partiële wijziging van het bestemmingsplan in procedure te brengen.
ad b.
Door middel van inplanting is het zeker mogelijk het nieuwe parkeerter-
rein landschappelijk in te planten. Gelet op de ligging nabij de relatief
drukke Hatertseweg zal de veiligheid in ieder geval niet kleiner zijn dan
op de huidige parkeerterreinen.
ad c.
De vergelijking met de verplaatsing van sportcomplex De Grootstal waaraan
door Gedeputeerde Staten geen medewerking is verleend, gaat volstrekt
niet op. Toen ging het om de toevoeging van een nieuwe, aan het gebied
wezensvreemde functie. Daarvan is nu geen sprake; de aanleg van het
nieuwe parkeerterrein wordt immers ruimschoots gecompenseerd door de
opheffing van de bestaande terreinen.
ad d.
Gelet op het huidige gebruik van de bestaande terreinen, moet er voorals-
nog van uit worden gegaan dat een capaciteit van 28 auto's toereikend is.
Indien van de noodzaak daartoe blijkt, is een uitbreiding eenvoudig te
realiseren.
ad e.
Er is geen sprake van een "natuurlijke scheiding" tussen de verschillende
categorieën gebruikers zoals u stelt. Het zal eerder zo zijn dat andere
categorieën gebruikers dan waarvoor u opkomt zich slecht op hun gemak
voelen tussen de "recreërende" homo's en dat zij noodgedwongen uitwijken
naar een andere lokatie; geen scheiding, maar verdringing dus.
ad f.
De rust in eigenlijke bos- c.q. natuurgebied wordt wel degelijk bevorderd
door het parkeren te verplaatsen naar de rand van het gebied. Dat er
daardoor meer bezoekers worden getrokken, is onwaarschijnlijk. Zou dat
toch het geval zijn, dan is dat ook niet bezwaarlijk; het gaat er immers
niet om recreanten te weren, het gaat er om het gemotoriseerd verkeer te
weren.
ad g.
Naar onze mening wordt met een concentratie van het parkeren op één plek,
gelegen nabij de hoofdontsluiting, de rust wel degelijk bevorderd.
Daarnaast wordt de fietsroute vanaf de Oprijlaan naar de Hatertseweg
rustiger en veiliger.
ad h.
Mocht blijken dat er inderdaad zodanig veelvuldig langs de Grootstalseweg
geparkeerd gaat worden dat dit tot schade, onveiligheid of overlast
leidt, dan kunnen hiertegen passende maatregelen genomen worden in de
vorm van een parkeerverbod en/of fysieke maatregelen; eventueel zou zelfs
een afsluiting voor gemotoriseerd verkeer overwogen kunnen worden.
ad i.
zie hiervoor onder h.
ad j.
Zie hiervoor onder b.

Gelet op het vorenstaande hebben wij uw bedenkingen ongegrond verklaard
en zullen wij Gedeputeerde Staten om een verklaring van geen bezwaar te
vragen. Zodra deze is verleend, zullen wij een definitief besluit nemen
over de te verlenen vrijstelling. Wij zullen u te zijner tijd op de
hoogte stellen van ons besluit en u dan nader informeren over uw bezwaar-
en beroepsmogelijkheden.

Wij vertrouwen er op u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.



Akn/ll                     BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;
                           Namens dezen,



                           w.g. F.B.A. Stadhouders,
                           hoofd sector grondgebiedzaken.
 

Homo-recreant krijgt nul op het rekest
van de gemeente Heumen

Door onze verslaggever
MALDEN - De gemeente Heumen vindt dat Nijmegenaar Rob Essers te weinig belang heeft bij het eventueel in stand houden van twee parkeerplaatsen in bosgebied de Elshof. En dus zijn zijn bezwaren tegen de geplande opheffing van die parkeerplaatsen van de hand gewezen.
De Elshof, het Maldens bos net onder de Nijmeegse wijk Hatert, is een geliefde ontmoetingsplaats voor homoseksuele mannen. De gemeente Heumen wil echter de rust in dit gebied herstellen en de twee parkeerplaatsen waar deze mannen hun auto stallen opheffen.

Rob Essers heeft daar problemen mee. Als homo-recreant, zo zegt hij, maakt hij regelmatig gebruik van beide parkeerplaatsen. Essers komt echter altijd per fiets of te voet naar de Elshof. En, zo stelt de gemeente Heumen, alleen automobilisten worden getroffen door de maatregel. Essers is dus volgens Heumen geen belanghebbende partij.
Het afwijzen van de bezwaren van Essers houdt overigens niet in dat vandaag of morgen al meteen wordt begonnen met de ontmanteling van de parkeerplaatsen. Eerst moet namelijk nog het bestemmingsplan gewijzigd worden om vervangende parkeergelegenheid aan de Grootstalseweg, net buiten het bos, mogelijk te maken.

De gemeente Heumen heeft hiervoor een zogenaamde artikel 19-procedure gestart. Dat wil zeggen dat het aan de provincie Gelderland toestemming wil vragen om versneld aan de slag te kunnen, nog vóór de bestemmingsplanwijziging rond is. Ook hiertegen heeft Essers bedenkingen laten horen op het gemeentehuis in Malden.
"Zo'n procedure is bedoeld voor zaken van spoedeisend belang", aldus Essers. "Maar wat is in dit geval nou het spoedeisende? Bovendien:die verplaatsing kost ruim zestigduizend gulden. Daarvoor krijg je dan ruimte voor achtentwintig auto's terug, veel minder dan er nu is. Hopelijk dat de politiek zich ook eens gaat afvragen in hoeverre het zinvol is zoveel geld weg te gooien."


Bron: De Gelderlander, vrijdag 21 augustus 1998

 
GEMEENTE HEUMEN

Aan R. Essers
Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  NIJMEGEN
 

Correspondentieadres
Postbus 200
6580 AZ  Malden

Bezoekadres
Gemeentehuis
Rijksweg 112
6581 ER  Malden

Telefoon 024-3588300
Telefax    024-3581086


Uw brief van: 5 april 1998 Malden, 25 augustus 1998
Uw kenmerk:   Ons kenmerk/nr.: 9026
Onderwerp: Behandeld door: A. Altink
bezwaarschrift Doorkiesnr.: 024-3588384
Bijlage(n): 2
VERZONDEN  25 AUG. 1998

Bij brief van 5 april hebt u een bezwaarschrift ingediend tegen ons
besluit van 17 maart 1998 tot het treffen van een verkeersmaatregel in
"De Elshof".
Op 25 mei 1998 heeft de commissie bezwaar- en beroepschriften u gehoord
en vervolgens advies uitgebracht.
Wij hebben, alles overwegende en gelezen het advies van de commissie,
besloten u niet ontvankelijk te verklaren in uw bezwaar omdat de ver-
keersmaatregel het belang van automobilisten raakt. U gebruikt geen auto,
maar u wilt wel mensen ontmoeten die van een auto gebruik maken. Wij zij
van mening dat u daarmee een te verwijderd belang heeft om ontvankelijk
te kunnen worden geacht.

Overigens ligt het ook in onze ogen niet voor de hand dat de zuidelijke
parkeerplaats wordt afgesloten voordat een nieuwe parkeerplaats bij de
Hatertseweg zal zijn aangelegd.

Als u het met dit besluit niet eens bent kunt u daartegen binnen zes
weken na de verzending ervan een beroepschrift indienen bij de rechtbank,
sector bestuursrecht, Postbus 30160, 6803 AD  ARNHEM.



AA/jw                      BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;
                           De secretaris,        De burgemeester,



              w.g.  M.G.B. Hermeling-Busser, wnd.   F.C.W. Grienberger.
 
bijlage 1


Verslag van de zitting van de commissie bezwaar- en beroep-
schriften op 25 mei 1998 in het Gemeentehuis te Malden. 

Aanwezig: alle leden

2.  Bezwaarschrift van de heer R. Essers d.d. 5 april 1998,
    Niek Engelschmanlaan 129, 6532 CR Nijmegen tegen het
    besluit van B&W d.d. 17 maart 1998 tot opheffing van twee
    parkeerplaatsen (onderdeel van Verkeersmaatregel
    "De Elshof"). 

Aanwezig is de heer R. Essers en B&W worden vertegenwoordigd
door de heer A. Kneppers.

De eerste vraag die aan de heer Essers wordt gesteld heeft
betrekking op zijn belang. Hij heeft het bezwaarschrift inge-
diend namens zichzelf. Hij vertegenwoordigt geen groepering.
Zijn belang is gelegen in het feit dat hij als homo-recreant
gebruik maakt van de parkeerplaatsen gelegen in het bosgebied
van 'De Elshof'. Hij komt daar al fietsend of wandelend
naartoe, maar de mensen die hij ontmoet komen met de auto.

Zijn bezwaar is er in gelegen dat de motieven die aan de
besluitvorming ten grondslag liggen niet voldoen aan de eisen
neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht. De voorzitter
constateert dat degenen, die de heer Essers als homo-recreant
wil ontmoeten, zijnde automobilisten, worden getroffen door de
verkeersmaatregel.

De verkeersmaatregel bestaat uit het aanwijzen van enkele weg-
gedeelten in het gebied 'De Elshof' als "onverplicht" fietspad
door het plaatsen van borden en een gedeelte van de oprijlaan
af te sluiten voor motorvoertuigen door het treffen van een
fysieke maatregel (slagbomen). Het gedeelte van de onderhavige
maatregel ten aanzien van de afsluiting door middel van borden
maakt geen deel uit van het bezwaar van de heer Essers. Van de
zijde van de commissie wordt opgemerkt dat de opheffing van de
parkeerplaatsen geen deel uitmaakt van de in het geding zijnde
verkeersmaatregel. De heer Kneppers deelt mede dat het wel de
bedoeling was om de parkeerplaatsen te sluiten, maar dat dat
niet opgenomen is in deze verkeersmaatregel. Vervolgens vraagt
de voorzitter wanneer de gemeente voornemens is dit besluit '
uit te voeren. In zijn antwoord geeft de heer Kneppers toe dat
de gemeente begonnen is met het 'sluitstuk'. Voor de aanleg
van de nieuwe parkeerplaatsen is een artikel 19 Wet Ruimtelij-
ke ordening-procedure in werking gezet. Waarschijnlijk stuit
de gemeente niet op problemen wanneer de effectuering van de
verkeersmaatregel wordt uitgesteld totdat de nieuwe parkeer-
gelegenheid klaar is.

De nieuw aan te leggen parkeerplaats heeft 28 plaatsen. De
heer Essers vermoedt dat er nu ongeveer 100 plaatsen zijn. Dat
is een drastische vermindering. Hij vraagt zich tevens af wat
het nut van deze maatregel is. De nieuwe parkeerplaats gaat
f 50.000,-- kosten en springt tevens veel meer in het oog.
Terwijl de bestaande parkeerhavens keurig verscholen liggen,
zal de nieuwe situatie juist overlast met zich mee brengen
waar niemand op zit te wachten. De heer Kneppers beargumen-
teert de maatregel. De betreffende verkeersmaatregel maakt
onderdeel uit van de plannen die ontwikkeld zijn in het kader
van het Landschapsbeleidsplan. 'De Elshof' vormt hiervan het
kerngebied, aldus de Planologische kernbeslissing. Als gevolg
van deze plannen zijn een aantal plekken in het 'Elshof'
gebied aan het agrarische gebruik onttrokken of zal dit nog
gebeuren waarna de gebieden zullen worden ingeplant. Dit alles
om de ecologische structuur te versterken. Het is namelijk
goed voor dier en plant. Het betreft dus een veel breder kader
dan alleen de verandering van de parkeerplaatsen. In het
geschetste totaalbeeld past de opheffing van de parkeer-
terreinen. Het gaat erom rust in het natuurgebied te bereiken
en daar passen de bedoelde terreinen niet in.

De heer Essers haalt een passage uit het jaarverslag
Recreatieschap Nijmegen 1997 aan. Van de zijde van de gemeente
wordt aangegeven dat het niet de bedoeling is om het bezoek te
ontmoedigen, maar wel de komst van de auto's. Die moeten naar
de rand. Het huidige planologische regime van de bestaande
parkeerhavens is ook natuurgebied.

De heer Essers verwacht dat het naar de rand brengen van de
auto's of chaos tot gevolg zal hebben of de homo-recreatieve
functie van het gebied zal verdringen zodat men op zoek moet
naar een nieuwe plek in verband met de vervallen privacy. B&W
hebben, volgens de heer Kneppers, het zojuist beschreven
belang ondergeschikt gemaakt aan een groter belang:
'De Elshof' omvormen tot een rustiek gebied en derhalve de
auto's weren. Maar tevens geeft de heer Kneppers toe dat er
een voedingsbodem is voor- twijfel aan de redenen voor dit
besluit, want B&W willen over de bestaande homo-functie van
dit gebied geen moreel oordeel uitspreken. In die zin hebben
zij het belang als onvoldoende c.q. helemaal niet meegewogen.

Malden, 25 mei 1998
 
bijlage 2


Advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften

inzake:    bezwaarschrift van de heer R. Essers,
           Niek Engelschmanlaan 129, 6532 CR  Nijmegen
           d.d. 5 april 1998
tegen:     besluit van B&W d.d. 17 maart 1998
houdende:  opheffing van twee parkeerplaatsen
           onderdeel van verkeersmaatregel "de Elshof"


Aan Burgemeester en wethouders,

Ten aanzien van de ontvankelijkheid
Door de commissie is vastgesteld dat het ingediende bezwaar-
schrift tijdig is ingediend en ook overigens aan de wettelijke
vereisten voldoet. De heer Essers kan derhalve om die reden
worden ontvangen in zijn bezwaar.

De commissie betwijfelt of Essers belanghebbende is in de zin
van artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht. Essers maakt geen
deel uit van de verkeersdeelnemers die in het bijzonder door
de verkeersmaatregel in enig eventueel belang worden getrof-
fen.

Essers wenst mensen die per auto naar een parkeerplaats komen
in de omgeving van die parkeerplaats te ontmoeten. Essers gaat
zelf niet per auto naar de betreffende parkeerplaats zodat hij
niet wordt belemmerd in zijn mogelijkheden om te gaan van en
naar die parkeerplaats.

Gezien het voorgaande is de betrokkenheid van Essers bij het
verkeersbesluit niet objectief vast te stellen. De betrokken-
heid komt immers voort uit de wens om op een bepaalde plaats
bepaalde mensen te ontmoeten.

Gezien het voorgaande geeft de commissie uw college in overwe-
ging Essers niet te ontvangen in zijn bezwaar wegens het ont-
breken van belang.
Het is echter eveneens verdedigbaar om Essers als voldoende
belanghebbende aan te merken en hem te ontvangen in zijn be-
zwaren. In verband met dit laatste gaat de commissie eveneens
in op de inhoud van de zaak.

Ten aanzien van de inhoud
Op 25 mei 1998 heeft de commissie bezwaar- en beroepschriften
zowel reclamant als de vertegenwoordiger van B&W gehoord. Van
het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt dat als
bijlage aan dit advies is gehecht.

Het besluit d.d. 17 maart 1998 behelst de aanwijzing van be-
paalde - op een bij het besluit behorende tekening aangewezen
- weggedeelten als onverplicht fietspad en de afsluiting van
een deel van de als oprijlaan aangeduide weg voor motorvoer-
tuigen door middel van slagbomen. In samenhang met deze maat-
regel zullen twee parkeerplaatsen, hierna aan te duiden als
een noordelijke en een zuidelijke worden opgeheven. Direct aan
de Hatertseweg zal een nieuwe parkeerplaats worden aangelegd.
Het bezwaar van reclamant is niet gericht tegen de maatregelen
die de als Oprijlaan aangeduide weg betreffen.
Reclamant verzet zich tegen tegen de aanwijzing van de wegen
naar het noordelijke en zuidelijke parkeerterrein als onver-
plicht fietspad omdat de twee bedoelde parkeerterreinen daar-
mee niet bereikbaar meer zijn voor auto's.

Het bezwaar voor zover betreffende de weg naar de noordelijke
parkeerplaats is niet aan de orde. Op de bij het besluit beho-
rende tekening is bij dit stuk weg geen aanduiding fietspad
geplaatst. Ter zitting is gebleken dat dit weliswaar een abuis
is, maar voor het besluit betekent dit dat het betreffende
stuk weg niet als onverplicht fietspad is aangeduid.

Derhalve blijft over reclamants bezwaar tegen de aanwijzing
van de weg naar de zuidelijke parkeerplaats als onverplicht
fietspad. De aanwijzing betekent feitelijk dat de bedoelde
parkeerplaats niet langer bereikbaar zal zijn voor auto's en
dus ook niet voor een groep homo-recreanten die op gebruik van
auto's op de betreffende parkeerplaats is aangewezen en met
wie reclamant ter plekke ontmoetingen heeft. In het besluit is
niet terug te vinden dat dit aspect in de afweging van belan-
gen aan de orde is geweest.

Voorts is de commissie gebleken dat nog niet bekend is op wel-
ke termijn de nieuwe parkeerplaats aan de Hatertseweg gereali-
seerd zal kunnen zijn. De realisering daarvan is onder andere
afhankelijk van de wijziging van het bestenuningsplan. Nu de
verkeersmaatregel is genomen vooruitlopend op een alternatief
waarvan niet zeker is of het ooit zal kunnen worden gereali-
seerd, kan het besluit tot gevolg hebben dat elke mogelijkheid
tot parkeren vervalt. In de beslissing op het bezwaarschrift
zal dan ook mede dienen te worden afgewogen of de effectuering
van de verkeersmaatregel dient te worden opgeschort dan wel
afhankelijk te worden gemaakt van het al of niet beschikbaar
komen van een alternatief.

De commissie adviseert daarom het bezwaar gegrond te verklaren
en opnieuw beslissend het besluit zodanig te wijzigen dat een
voorwaarde wordt opgenomen die de uitvoering van het besluit
koppelt aan aan de realisering van de elders nieuw aan te leg-
gen parkeerplaats.

Malden, 25 mei 1998


De commissie bezwaar- en beroepschriften,

De voorzitter,              de plaatsvervangend secretaris,


mr E.M. Vos                 mr M. van den Oosterkamp.

 
Provincie Gelderland
Het college van Burgemeester en
Wethouders van de gemeente Heumen
Postbus 200
6580 AZ  MALDEN


Arnhem, 6 oktober 1998 - nr. RE98.75877

Artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke
ordening voor de aanleg van een parkeer-
terrein aan de Grootstalseweg te Heumen


Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het op 19 augustus
1998 verzonden verzoek van het college van Burgemeester en wethouders van
de gemeente Heumen om afgifte van verklaringen van geen bezwaar als be-
doeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke ordening en artikel 50,
lid 5, van de Woningwet voor de aanleg van een parkeerterrein (ter ver-
vanging van twee bestaande) aan de Grootstalseweg (nabij de aansluiting
met de Hatertseweg) te Malden.

JURIDISCHE BASIS

De voorgenomen locatie maakt deel uit van het ontwerpbestemmingsplan
Buitengebied 1997. Op 29 oktober 1997 is een voorbereidingsbesluit in
werking getreden om ongewenste ontwikkelingen in het buitengebied tegen
te gaan. De aanleg van een parkeergelegenheid is in overeenstemming met
de toekomstige bestemming zoals die ook in het ontwerpplan is opgenomen.

URGENTIE

Een vervroegde uitvoering van de reeds in het voorontwerp Buitengebied
vastgelegde ontwikkeling stuit niet op planologische bezwaren. De gemeente
acht anticipatie gerechtvaardigd ter bescherming van de belangen van na-
tuur en landschap.

BEDENKINGENPROCEDURE

Het bouwplan heeft met ingang van 1 april 1998 gedurende twee weken voor
eenieder ter inzage gelegen. Hiervan heeft vooraf publicatie plaatsgevon-
den. van de mogelijkheid om bedenkingen in te dienen bij het college van
burgemeester en wethouders is gebruikgemaakt door:

1    de heer R. Essers, Niek Engelschmanlaan 129, 6532 CR Nijmegen

Degene die bedenkingen heeft ingediend (hierna te noemen: reclamant), is
door het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid gesteld
zijn bedenkingen mondeling toe te lichten. Deze kunnen als volgt worden
samengevat.

SAMENVATTING

1    Er is geen sprake van een zodanige urgentie dat niet gewacht kan
     worden op de herziening van het bestemmingsplan voor het buitenge-
     bied.
2    Het nieuwe parkeerterrein kan niet op verantwoorde wijze landschap-
     pelijk worden ingepast, zonder de veiligheid geweld aan te doen.
3    Gezien het beleid met betrekking tot het gebied is het twijfelachtig
     of Gedeputeerde Staten bereid zullen zijn een verklaring van geen
     bezwaar te verlenen.
4    De geplande capaciteit van 28 parkeerplaatsen is aanzienlijk kleiner
     dan de capaciteit van de beide bestaande parkeerterreinen; dat zal
     op topdagen tot parkeerproblemen leiden.
5    De min of meer natuurlijke scheiding tussen de verschillende ca-
     tegorieën bezoekers verdwijnt in de nieuwe situatie; de problemen en
     overlast voor mensen die aanstoot nemen aan de homo-recreatieve
     functie zullen hierdoor toenemen.
6    Het nieuwe, in het oog springende parkeerterrein zal meer bezoekers
     trekken dan de huidige verscholen gelegen parkeerterreinen, die niet
     of nauwelijks als zodanig herkenbaar zijn.
7    Gezien de geringe afstand tussen het nieuwe parkeerterrein en één
     van de huidige parkeerterreinen en het extensieve gebruik van het
     huidige terrein levert de aanleg van een nieuw terrein geen wezen-
     lijke bijdrage aan de rust in het gebied.
8    Gezien de slechtere bereikbaarheid van het bosgebied in de nieuwe
     situatie is aannemelijk dat langs de Grootstalseweg zal worden ge-
     parkeerd.
9    Fysieke maatregelen om parkeeroverlast langs de Grootstalseweg tegen
     te gaan, zijn niet haalbaar, terwijl een parkeerverbod alleen zin
     heeft als de naleving daarvan ook daadwerkelijk wordt gecontroleerd.
10   De afsluiting van de twee bestaande parkeerplaatsen en van het weg-
     gedeelte naar één van deze parkeerplaatsen toe, verhoogt de natuur-
     waarden van het gebied niet of nauwelijks; een nieuwe, in het oog
     springende en veel intensiever gebruikte parkeerlocatie echter tast
     het gebied wezenlijk aan.

Het college van burgemeester en wethouders heeft deze bedenkingen beoor-
deeld. Met de door dat college gegeven weerlegging, waarvan reclamant
schriftelijk in kennis is gesteld, kunnen wij instemmen.
Wij voegen daaraan nog het volgende toe.
Net als het college van Burgemeester en Wethouders van Heumen zijn wij van
mening dat de belangrijkste reden van de samenvoeging van de parkeerplaat-
sen vooral het doel van bescherming van natuurwaarden dient. Deze bescher-
ming is in het voorliggende plan op een juiste wijze gewaarborgd door de
gelijktijdige afsluiting van een deel van de oprijlaan. De verdere exten-
sivering van verkeer in natuurgebieden, zoals het Elshof, is een belang-
rijk onderdeel van het provinciaal beleid. De aanleg van dit parkeerter-
rein draagt daartoe bij en vindt als zodanig in het voorliggende plan uit-
drukking.

PLANBEOORDELING

Gezien de motivatie van de gemeente en het feit dat voorliggende plan ook
deel uitmaakt van het Voorontwerpplan Buitengebied zien wij geen reden om
op grond van de ingediende bedenkingen de gevraagde verklaring te weige-
ren.

BESLISSING

Gelet op het vorenstaande hebben wij besloten - gehoord de inspecteur van
de Ruimtelijke ordening - de gevraagde verklaringen van geen bezwaar te
verlenen.

Gedeputeerde Staten an Gelderland



w.g. Commissaris         griffier
van de Koningin

coll. afd./jw
code: EP/98B08084-1



kopie:
-    inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in de provincies Overijssel
     en Gelderland, Postbus 9013, 6800 DR Arnhem, advies d.d. 23 septem-
     ber 1998
-    Inspectie Volkshuisvesting, Postbus 9013, 6800 DR Arnhem
-    De heer R. Essers, Niek Engelschmanlaan 129, 6532 CR Nijmegen
-    REW/RO/GP, I. Smeenk, H. Janssen
-    MW/GEO/RV, de heer B. van Moerkerk
-    REW/RO/GP, SZ-medewerker
-    REW/BW, de heer J. Henst
verzonden   12 OKT. 1998

 
  GEMEENTE HEUMEN
Correspondentieadres
Postbus 200, 6580 AZ Malden
Bezoekadres
Rijksweg 112, 6581 ER Malden
Telefoon   024-3588300
Telefax     024-3581086
  VERZONDEN  10 NOV. 1998



Vrijstelling ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke ordening

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen;

gezien het op 15 oktober 1992 door de gemeenteraad vastgestelde
Landschapsbeleidsplan;

gezien de voorstellen die ter uitwerking van het Landschapsbeleidsplan
zijn uitgewerkt voor het bosgebied "De Elshof" zijn omgeving;

overwegende dat deze voorstellen ondermeer behelzen het opheffen van een
tweetal in het bosgebied van "De Elshof" gelegen parkeerterreinen en de
aanleg van een vervangend terrein nabij de aansluiting van de
Grootstalseweg op de Hatertseweg;

dat de aanleg van een parkeerterrein niet in overeenstemming is met het
ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Heumen";

dat de aanleg van een parkeergelegenheid wel in overeenstemming is met de
toekomstige bestemming zoals die in het voorontwerp van het
bestemmingsplan "Buitengebied 1997" is opgenomen;

dat de voorgenomen locatie deel uitmaakt van het gebied waarvoor de raad
op 15 oktober 1998 een voorbereidingsbesluit heeft genomen;

dat een vervroegde uitvoering van de in het voorontwerp "Buitengebied
1997" vastgelegde ontwikkeling niet op planologische bezwaren stuit en
uit een oogpunt van bescherming van de belangen van natuur en landschap
ook gerechtvaardigd is;

dat het plan voor de aanleg van een nieuw parkeerterrein voor een ieder
ter inzage heeft gelegen van 1 t/m 14 april 1998 en dat het voornemen om
voor de uitvoering daarvan een vrijstelling zoals bedoeld in artikel 19
van de Wet op de Ruimtelijke ordening (WRO) te verlenen daaraan
voorafgaand publiekelijk bekend is gemaakt d.m.v. een publicatie in de
huis-aan-huisbladen "Regiodiek" en "De Brug" van 31 maart 1998;

dat van de mogelijkheid om een zienswijze naar voren te brengen tegen het
voornemen om een vrijstelling te verlenen gebruik is gemaakt door de heer
R. Essers, Niek Engelschmanlaan 129 te Nijmegen;

dat voor de becommentariëring c.q. weerlegging van de ingebrachte
zienswijzen kan worden verwezen naar de aan de heer Essers verzonden
brief d.d. 12 augustus 1998, kenmerk 10951/k;

gelet op de door Gedeputeerde staten van Gelderland op 6 oktober 1998,
onder nummer RE98.75877, verleende verklaring van geen bezwaar;

                           b e s l u i t e n :

op grond van artikel 19 WRO vrijstelling te verlenen aan het college van
burgmeester en wethouders van de gemeente Heumen van het bestemmingsplan
"Buitengebied Heumen" voor de aanleg van een parkeerterrein zoals dat is
aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte
tekening.



                             Malden, 3 november 1998
AKn                        BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;
                           De secretaris,        De burgemeester,




                           w.g. W.E. Keurntjes.  w.g. F.C.W. Grienberger.



Afschrift ter kennisneming gezonden aan:
-  sector ggz, cluster bowoto;
-  sector ggz, cluster cct;
-  sector ggz, cluster rovg;
-  B&M (t.a.v. Adri Altink i.v.m. lijst van beschikkingen);
-  de heer R. Essers.

 

Parkeerplaats bij Elshof mag snel verplaatst

Door onze verslaggever
MALDEN - De gemeente Heumen begint mogelijk nog voor de winter met het aanleggen van een nieuwe parkeerplaats aan de Grootstalseweg tussen Malden en de Nijmeegse wijk Hatert. Twee bestaande parkeerplaatsen, middenin het bos van de Elshof, worden daarvoor opgedoekt.
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben de gemeente onlangs toestemming gegeven met het werk te beginnen nog voor de noodzakelijke bestemmingsplanwijziging rond is.

Tegen het opheffen van de parkeergelegenheid in het bos is fel geageerd door Nijmegenaar Rob Essers. Deze wees er de gemeente Heumen op dat de Elshof een populaire ontmoetingsplaats voor homoseksuele mannen uit de regio Nijmegen is. Heumen wees de bezwaren van Essers eerder dit jaar al van de hand.
Met het verplaatsen van de parkeerplaatsen wil Heumen de rust in het bosgebied herstellen.


Bron: De Gelderlander, woensdag 4 november 1998

 
 

Edited by RE vervolg >>