Rob Essers

  Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  Nijmegen
(024) 355 81 71
rob@gaypnt.demon.nl

De Nationale ombudsman
T.a.v. mevrouw mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt,
substituut-ombudsman

Fax: 070 - 360 75 72

 
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
12-08-2002 2002.02553 004   15 augustus 2002
Onderwerp Bijlage(n)
reactie op verslag van bevindingen -



Geachte mw. Horstink,

Het verslag van bevindingen inzake mijn klacht over een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen (onderwerp: pasparkeren gemeente Nijmegen) munt uit door beknoptheid.

De gemaakte afspraken en/of gesloten overeenkomsten tussen het gemeentebestuur en Interpay Nederland B.V. zijn kennelijk niet onderzocht. Ik betreur deze omissie omdat hierdoor niet duidelijk wordt wie er verantwoordelijk is voor 1) de keuze van de coupures en 2) de volledige doorberekening van de kaartkosten aan de klant, en de informatie hierover.

Tijdens de hoorzitting van 13 februari 2002 en in een van de de bijlagen bij mijn verzoekschrift van 24 maart 2002 aan de Nationale ombudsman heb ik onder meer de volgende informatie afkomstig van www.interpay.nl naar voren gebracht:

"In welke coupures is de Prepaid Chipknip verkrijgbaar?
Er zijn vier verschillende coupures verkrijgbaar: €5, €10, €20, €50. Bij een afname van minder dan 1.000 exemplaren heeft u keuze uit coupures van €10, €50 en €50. Op deze coupures wordt een standaard consumentenprijs in mindering gebracht op de oplaadwaarde van respectievelijk €1, €1,5 en €2,5.Als u voor een Private Label kaart kiest is elke gewenste coupure mogelijk.
[...]
Wat zijn kaartkosten? Hoe bereken ik kaartkosten door aan mijn klant?
Kaartkosten (ook wel genoemd Card fee of consumentenprijs) zijn uw inkoopkosten van de Prepaid Chipknip. U kunt deze kosten volledig of gedeeltelijk doorberekenen aan uw klanten. Indien u coupures van €20 inkoopt, betaalt u bij een afname van 1.000 exemplaren €2,50 aan inkoopkosten per stuk. Indien u deze kosten volledig doorberekent aan uw klanten, kunt u aangeven dat de laadwaarde van uw kaarten €17,50 bedraagt en de Card fee €2,50. Het te besteden bedrag van de Prepaid Chipknip voor de klant bedraagt dan €17,50."

Voorafgaande aan de invoering van het zogeheten 'pasparkeren' is er voor gekozen om alleen de coupures van €10 en €20 te distribueren en de kaartkosten van €2,5 voor beide coupures volledig door te berekenen aan de klant. Voor de kaart van €10 is kennelijk bewust afgeweken van de door Interpay vermelde standaard consumentenprijs.

 

 
Blad 2.
 
In zijn reactie van 4 juli 2002 aan de Nationale ombudsman stelt het college van burgemeester en wethouders "[…] De Prepaid Chipknip is een betaalmiddel, uitgegeven namens de gezamenlijke banken door Interpay. Het is geen door of vanwege de gemeente Nijmegen verstrekte dienst."

Hiermee wordt de suggestie gewekt dat het gemeentebestuur niet verantwoordelijk is voor de keuze van de coupures en de volledige doorberekening van de kaartkosten aan de klant. In het verslag van bevindingen wordt onder C. STANDPUNT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS slechts melding gemaakt van het distributienetwerk dat de gemeente Nijmegen heeft georganiseerd.

De bemoeienis van de gemeente Nijmegen gaat mijns inziens verder dan alleen het organiseren van het distributienetwerk. Het gemeentebestuur is óók verantwoordelijk voor de keuze van de coupures en de volledige doorberekening van de kaartkosten aan de klant. Daarom is het onbegrijpelijk dat als excuus wordt aangevoerd dat "[...] men er bij de voorbereiding van het invoeren van het pasparkeren van uitgegaan dat de inhoudelijke informatie omtrent de Prepaid Chipknip door lnterpay Nederland B.V. werd verstrekt".

Nergens wordt melding gemaakt van de keuze om - ten behoeve van het pasparkeren in Nijmegen - alleen de coupures van €10 en €20 te distribueren en de kaartkosten van €2,5 voor beide coupures volledig door te berekenen aan de klant (en door wie deze keuze is gemaakt). De te laat beschikbaar gekomen folder van Interpay had op dit punt niets toegevoegd aan de brief van 21 december 2001. Deze folder die slechts bijzaak is, dreigt in het onderzoek van de Nationale ombudsman tot hoofdzaak verheven te worden.

Aan het eind van het verslag van bevindingen is het belangrijkste deel uit de volgende zin van het college weggelaten: "Wij erkennen niet dat het verstrekken van de Prepaid Card een gemeentelijke dienst is, doch wij achten ons wel verantwoordelijk voor het niet bijsluiten van de folder van Interpay."

De gemeentelijke bemoeienis met de distributie van de Prepaid Chipknip kan niet los gezien worden van artikel 1a, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, op grond waarvan de belastingplichtige voor de voldoening op aangifte tenminste zal moeten kunnen kiezen tussen een rekening-gebonden chipkaart en een niet-rekening gebonden chipkaart met landelijke dekking.

Burgers zullen redelijkerwijs in staat moeten zijn om aan de betalingsverplichting te voldoen. Zonder voldoende verkooppunten van de van de Prepaid Chipknip is pasparkeren in strijd met de wet. Het college maakt op geen enkele wijze duidelijk waarom de distributie na enige tijd geheel aan marktpartijen overgelaten kan worden. Het belang van de gemeente bij de verkrijgbaarheid van de niet-rekening gebonden chipkaart is veel groter dan die van (andere) marktpartijen. Waarom zouden zij de distributie binnenkort voor hun rekening nemen?

raadsbesluit
Het college van burgemeester en wethouders heeft als bijlage bij zijn reactie van 4 juli 2002 een afschrift van het raadsbesluit d.d. 11 april 2001 gevoegd (onderwerp: Overstap naar elektronisch betalen voor parkeren). Met name de volgende beslispunten zijn in dit kader van belang:

 

 
Blad 3.
 
"2.  Dat alle consequenties van deze beslissing tot invoering van volledig elektronisch betalen alsmede de oplossingen voor knelpunten en overgangssituaties in een nader onderbouwd voorstel aan het college ter beslissing worden voorgelegd;
3. Aan te sluiten bij de bij AmvB vastgestelde voorwaarde dat voorzieningen worden getroffen voor diegenen die niet in het bezit zijn van een chipper, chip/knip of creditkaart en toeristen om indirect met contant geld hun parkeergeld te betalen d.m.v. een makkelijk verkrijgbare prepaid kaart als alternatief;"

Nadere onderbouwde voorstellen en collegebesluiten inzake de distributie van de Prepaid Chipknip, de keuze van de coupures en/of de volledige doorberekening van de kaartkosten aan de klant ontbreken.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat óók het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, voorafgaande aan de invoering van het zogeheten 'pasparkeren' in de gemeente Nijmegen, vanuit de ambtelijke organisatie geen of onvoldoende informatie heeft ontvangen over de kosten die aan de niet-rekening gebonden chipkaart zijn verbonden en welke moeten worden betaald bij de aanschaf van een dergelijke niet-rekening gebonden kaart.

conclusie
Gelet op bovenstaande moet ik concluderen dat er een aantal essentiële feiten in het verslag van bevindingen ontbreekt. Mijn standpunt dat de bemoeienis van de gemeente Nijmegen met de distributie van Prepaid Chipknip kan worden aangemerkt als een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst is in het verslag helemaal niet terug te vinden.

De bevindingen over het wel/niet bijsluiten van een folder van Interpay (waarin de informatie over de keuze van de coupures en de volledige doorberekening van de kaartkosten aan de klant eveneens ontbreekt) zijn niet erg relevant. Hierdoor wordt de aandacht afgeleid van de kern van de zaak.

De principiële vraag of de Card fee op grond van artikel 229 van de Gemeentewet in de Verordening Parkeerbelastingen 2001 (gemeenteblad GB02-034) en de Legesverordening 2000 (gemeenteblad GB02-002) geregeld had kunnen en/of moeten worden, mag mijns inziens niet onbeantwoord blijven. Bij een dergelijke regeling zouden de kosten die moeten worden betaald bij de aanschaf van een niet-rekening gebonden kaart niet onopgemerkt gebleven zijn. Mijn klacht richt zich met name tegen het feit dat dit laatste wél is gebeurd.

Met vriendelijke groet en hoogachting,

Rob Essers

 

 
de nationale ombudsman
Postadres
Postbus 93122
2509 AC Den Haag

Bezoekadres
Bezuidenhoutseweg 151
2594 AG Den Haag
Telefoon
(070) 3 563 563
Telefax
(070) 3 615 072
E-mail
bureau@nationaleombudsman.nl
Doorkiesnummer
070 - 3 563 656
Datum
29 AUG. 2002
Ons nummer
2002.02553 007
Uw brief
15 augustus 2002
Uw kenmerk
 
Bijlagen
1
Behandelend medewerker
Mr. J.A. Prins
Onderwerp
Openbaar rapport
 
De heer drs. R.C. Essers
Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  NIJMEGEN
 
Geachte heer Essers,

Hierbij ontvangt u het openbaar rapport, dat vandaag naar aanleiding van uw klacht is uitgebracht.
In dit rapport vindt u het oordeel van de Nationale ombudsman.

Een exemplaar van dit rapport ligt op de bibliotheek van het Bureau Nationale ombudsman ter inzage en wordt aan belangstellenden (zoals journalisten) verstrekt.
Het merendeel van de rapporten is tevens beschikbaar via internet op www.nationaleombudsman.nl.

Het onderzoek naar aanleiding van uw klacht is hiermee afgesloten.

In uw brief van 15 augustus jl. concludeert u dat een aantal essentiële feiten in het verslag van bevindingen ontbreekt, aangezien uw standpunt dat de bemoeienis van de gemeente Nijmegen met de distributie van de Prepaid Chipknip kan worden aangemerkt als een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst niet in het verslag is terug te vinden en de principiële vraag of de, aan de Prepaid Chipknip verbonden, Card Fee in de Verordening Parkeerbelastingen 2001 en de Legesverordening 2000 geregeld had kunnen en/of moeten worden naar uw mening niet onbeantwoord mag blijven.

In uw brief schrijft u dat het gemeentebestuur naar uw mening ook verantwoordelijk is voor de keuze van de coupures en de volledige doorberekening van de Card Fee aan de klant. Naar uw mening kan de gemeentelijke bemoeienis met de distributie van de Prepaid Chipknip niet los gezien worden van het bepaalde in artikel 1a, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, op grond waarvan de belastingplichtige voor de voldoening op aangifte tenminste zal moeten kunnen kiezen tussen een rekeninggebonden en een niet-rekening gebonden chipkaart.

Naar aanleiding van hetgeen u in uw brief schrijft deel ik u allereerst het volgende mee. Het onderzoek, zoals dat door de Nationale ombudsman op 14 mei 2002 is geopend, had betrekking op uw klacht over de wijze van informatieverstrekking. De klachtformulering is gebaseerd op de conclusie van uw brief van 24 maart 2002, waarin u schrijft dat:

 

 
de nationale ombudsman
Ons nummer
2002.02553 007
 
2
 
"De stelling dat het niet aan enige medewerker van de Directie Grondgebied verweten kan worden dat het kostenaspect niet van begin af aan voor iedere burger geheel duidelijk is geweest, is niet juist. Het college van Burgemeester en Wethouders is als bestuursorgaan verantwoordelijk voor het verschaffen van juiste en volledige informatie over pasparkeren."

Hetgeen u in uw brief van 15 augustus 2002 schrijft over de keuzemogelijkheden die het gemeentebestuur had bij de uitgifte van coupures maakte derhalve geen onderdeel uit van het onderzoek. Dit geldt eveneens voor hetgeen u stelt over het aanmerken van de distributie van de Prepaid Chipknip als gemeentelijke dienst.

Naar aanleiding van beide laatste onderwerpen wil ik u het volgende meedelen.
Het Besluit van 20 juni 2001, houdende wijziging van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen door het stellen van nadere regels over de wijze van heffen van de belasting bedoeld in artikel 225, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet (Stb. 2001, 303) voorziet er, blijkens de nota van toelichting, in dat gemeenten expliciet de mogelijkheid krijgen te bepalen dat betaling van parkeerbelasting uitsluitend nog langs elektronische weg kan geschieden.

Ingevolge het bepaalde in de Gemeentewet wordt parkeerbelasting geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel op andere wijze, en dat als voldoening op aangifte uitsluitend wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeermeter of een parkeerautomaat op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

Gemeenten beslissen zelf of zij gebruik maken van de mogelijkheid om te bepalen dat parkeerbelasting uitsluitend nog langs elektronische weg kan geschieden. Randvoorwaarde daarbij is wel dat burgers redelijkerwijs in staat moeten zijn om op deze wijze aan de betalingsverplichting te voldoen. Behalve met rekening gebonden chipkaarten moet daarom ook betaald kunnen worden met niet-rekening gebonden chipkaarten met landelijke dekking.

Met andere woorden: in artikel 1a van voornoemd besluit is concreet vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders bij het vaststellen van de voorschriften, met betrekking tot de wijze waarop parkeermeters of de parkeerautomaten in werking gesteld moeten worden, kan bepalen dat dit uitsluitend langs elektronische weg kan geschieden. De tweede volzin bepaalt dat het college hiertoe slechts overgaat indien de belastingplichtige voldoende praktische middelen voor de voldoening op aangifte ten dienste staan.
Het tweede lid bepaalt expliciet dat de belastingplichtige voor de voldoening op aangifte tenminste moet kunnen kiezen tussen een rekening gebonden chipkaart of een niet-rekening gebonden chipkaart met landelijke dekking. Daar is vervolgens nog uitdrukkelijk aan toegevoegd dat er in de lokale situatie voldoende oplaadpunten voor de chipknip, en verkooppunten voor de niet-rekening gebonden chipkaart - welke door de banken wordt uitgebracht - zullen moeten zijn.

 

 
de nationale ombudsman
Ons nummer
2002.02553 007
 
3
 
Uit voornoemd besluit blijkt nergens dat de gemeente gehouden zou zijn zorg te dragen voor voldoende verkooppunten voor de niet-rekening gebonden chipkaart. De gemeente kan slechts over gaan tot het uitsluitend elektronisch betalen voor parkeren indien aan alle voorwaarden die daarvoor in het besluit zijn gesteld, waaronder de voldoende beschikbaarheid van verkooppunten voor de niet-rekening gebonden chipkaart.

Gelet op het gestelde in voornoemd besluit kan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen in zijn standpunt gevolgd worden dat de bemoeienis met de distributie van de niet-rekening gebonden chipkaart niet als een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst kan worden aangemerkt en de gemeentelijke bemoeienis zich uitsluitend heeft beperkt tot het organiseren van het distributienetwerk voor de niet-rekening gebonden chipkaart, zodat aan de voorwaarden van voornoemd besluit kon worden voldaan.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet en hoogachting,



DE NATIONALE OMBUDSMAN,



w.g. mr. R. Fernhout

 
 
meer informatie...
 

Edited by RE