Rob Essers | ||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | ||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||
26-04-1999 (2x) | C230/WE | 1 mei 1999 | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||
Onderwerp afhandeling klachten Gemeentelijke Ombudsman | ||||||
Op 26 april 1999 zond u mij twee vrijwel gelijkluidende brieven met de uitspraak van de Gemeentelijke Ombudsman inzake mijn verzoek om voorziening van resp. 13 en 20 december 1997. Daarin deelde u mij onder meer mee:
Helaas kan ik uw brieven niet goed rijmen met beslispunt 3. van het raadsbesluit d.d. 16 december 1998 (raadsvoorstel nr. 222/1998) dat luidt: "De afhandeling van liggende klachten in handen te geven van een 'onafhankelijke' instantie." De toezending van beide uitspraken moet immers worden aangemerkt als een gedraging van uw college die op gespannen voet staat met genoemd beslispunt. Naast bovengenoemd raadsbesluit zijn nog andere zaken met uw beide brieven in tegenspraak. Op 3 december 1998 heeft de Gemeentelijke Ombudsman mij telefonisch meegedeeld dat hij bereid was om alsnog vier klachten af te handelen waarvan de rapporten van bevindingen mij reeds in december 1997 toegezonden waren. In dat telefoongesprek zijn ook de andere 'lopende' zaken aan de orde geweest. De heer De Zeeuw heeft toen met geen woord gerept over het feit dat in twee gevallen de uitspraak alleen nog maar verzonden behoefde te worden. Tijdens de vergadering van de Commissie Algemene Zaken op 3 december 1999 heeft de burgemeester het aanbod van de Gemeentelijke Ombudsman om bovengenoemde vier klachten alsnog af te handelen resoluut van de hand gewezen met de woorden: "Ziek is ziek, en weg is weg!" | ||||||
Blad 2. |
Gezien deze harde opstelling bevreemdt het mij dat bijna vijf maanden later in overleg met de heer De Zeeuw is besloten om mij twee andere uitspraken alsnog toe te sturen. Wordt de stellingname van de burgemeester niet of niet meer door uw college onderschreven?
Hoewel de Gemeentelijke Ombudsman de onderzoeksconclusies op 22 april 1999 kennelijk bevestigd heeft, blijkt uit het feit dat de uitspraken ongedateerd en niet ondertekend zijn, en evenmin - conform artikel 11, derde lid en vierde lid, van de Verordening op de gemeentelijke Ombudsman - bekend gemaakt, dat beide zaken nog niet waren afgerond toen de heer De Zeeuw zich met ingang van 1 november 1998 ziek meldde. Pas nu blijkt dat de uitspraken inzake twee - bijna anderhalf jaar oude - verzoeken al geruime tijd op verzending lagen te wachten. Ik acht dat om verschillende redenen niet behoorlijk. Op 7 oktober 1998 heb ik in een (vertrouwelijke) brief aan wethouder Tettero mijn bezorgdheid uitgesproken over het functioneren van de Gemeentelijke Ombudsman. Daarbij heb ik de wethouder onder meer de vraag gesteld of de faciliteiten die hem geboden worden wel toereikend zijn om de ombudsfunctie naar behoren te vervullen. Voor het feit dat ik op die brief geen enkele reactie ontvangen heb, zou ik wellicht enig begrip op hebben kunnen brengen als er wel anderszins actie ondernomen was. Er is echter niets dat daarop wijst. Zowel na de ziekmelding met ingang van 1 november 1998 als na het raadsbesluit d.d. 16 december 1998 is verzuimd om mij door middel van een tussenbericht nader te informeren over de afhandeling van de 'lopende' zaken. Het bericht "Nijmegen aangesloten bij Nationale ombudsman" op de gemeentelijke pagina in De Brug van 3 februari 1999 is hiervoor geen aanvaardbaar alternatief. Twee van mijn verzoeken aan de Gemeentelijke Ombudsman worden nu met de toezending van ongedateerde en niet ondertekende uitspraken door uw college als afgedaan beschouwd. Over de afhandeling van de overige zaken tast ik nog altijd in het duister. Gelet op bovenstaande zal het duidelijk zijn dat ik niet zonder meer akkoord ga met de afhandeling van de klachten die ik op 13 en 20 december 1997 aan de Gemeentelijke Ombudsman voorgelegd heb. U kunt dan ook niet volstaan met het voor kennisgeving aannemen van de punten die ik hierboven naar voren heb gebracht heb. Ik zie u inhoudelijke reactie met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet en hoogachting, |
Rob Essers | ||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 323 59 92 | ||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||
C230 / C370 | 24 mei 1999 | |||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||
Onderwerp afhandeling openstaande dossiers Gemeentelijke Ombudsman | ||||||
Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur wil ik uw verzoeken om toezending van een afschrift van de documenten met betrekking tot uw besluit d.d. 18 mei 1999 (nummer 1.5) inzake de afhandeling van de nog liggende dossiers van de Gemeentelijke Ombudsman. Het spreekt voor zich dat hierbij het bepaalde in artikel 6 van de wet in acht genomen dient te worden:
Het is een goede zaak dat de Commissie Algemene Zaken over de afhandeling van liggende klachten geïnformeerd wordt. Het laatste beslispunt is mij echter niet helemaal duidelijk. Is hierbij sprake van een concept-raadsvoorstel waarover advies wordt gevraagd, of wordt volstaan met het verzoek aan de commissie om in te stemmen met een alternatief behandelingsvoorstel? Een verzoek aan een vaste commissie van advies die tevens tot taak heeft het college van advies te dienen bij de voorbereiding van de besluitvorming in de raad, kan niet in de plaats komen van die besluitvorming door de raad. Indien een of meer dossiers niet conform het bepaalde in het raadsbesluit 222/1998 kunnen worden afgehandeld, zal ook de raad met het alternatieve behandelingsvoorstel moeten instemmen. Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||||
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bestuur |
Vervolgvel |
1 Wat betreft uw fax van 24 mei j.l. het volgende. Nu u bij dezen onze brief aan de commissie Algemene Zaken krijgt toegestuurd, is daarmee voldaan aan uw verzoek. Volledigheidshalve sturen wij u hierbij ook nog het aan deze brief ten grondslag liggende college-advies toe. We willen hierbij, mede naar aanleiding van uw opmerkingen, nog het volgende aantekenen. Het behoort tot de bevoegdheden van ons college om een raadsbesluit uit te voeren. Indien het college bij de uitvoering stuit op omstandigheden, welke het naar zijn oordeel onmogelijk maken om het raadsbesluit naar de letter uit te voeren, dan raadpleegt het college de commissie Algemene Zaken omtrent de opvattingen die het college heeft over de wijze waarop het raadsbesluit het beste ten uitvoer kan worden gebracht. In het vertrouwen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben, Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, w.g. mr. E.M. d'Hondt w.g. W. Smids |
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 329 23 78 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
25-05-1999 | C230/WE | 31 mei 1999 | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp afhandeling openstaande dossiers Gemeentelijke Ombudsman | |||
Mijn complimenten voor uw snelle reactie op mijn verzoek om informatie d.d. 24 mei 1999 inzake de afhandeling van de nog openstaande dossiers bij de Gemeentelijke Ombudsman. Uw (concept-)brief aan de Commissie Algemene Zaken behoeft echter enige toelichting. Bescherming van de privacy van de betrokken klagers is een goede zaak. Maar met het 'handzame' overzicht van de onderzoeksresultaten kan ik niet goed uit de voeten. Het is mij niet in alle gevallen duidelijk wat er met door mijn dossiers is gebeurd of nog gaat gebeuren. Ter voorkoming van misverstanden wil ik u verzoeken om expliciet aan te geven welke passage in de brief aan de commissie betrekking heeft op de zaken die in bijgevoegd overzicht worden opgesomd (u kunt hierbij volstaan met de vermelding van de zaaknummers in de marge). Bijgevoegd overzicht* heb ik op 3 december 1998 telefonisch met de Gemeentelijke Ombudsman doorgesproken. Kennelijk heeft het onderhoud met de heer De Zeeuw op 22 april 1999 in twee gevallen (nummers 5 en 6) tot een andere uitkomst geleid. In de brief aan de commissie staat op vervolgvel 2 vermeld dat het om twee dossiers gaat waarvan klagers (meervoud) nog niet in kennis gesteld waren. Uiteraard dient de commissie ook geïnformeerd te worden over het feit dat ik als klager niet akkoord ga met deze wijze van afhandeling en de reden daarvan. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
*) Bijgevoegd overzicht was gelijk aan de kolommen 1 t/m 3 in het overzicht 'Lopende' ombudszaken. | |||
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bestuursondersteuning Ombudswek Etnische Groepen |
Vervolgvel |
1 De door u met volgnummers 1 tot en met 4 en met het volgnummer 7 aangeduide ombudszaken (te weten: de resterende 5 zaken in uw overzicht) worden op de volgende plaatsen in de brief aan de commissie AZ behandeld - i.c.: o vervolgvel 3, eerste alineablok, onder het tweede gedachtestreepje; o vervolgvel 4. laatste alinea (doorlopend op vervolgvel 5) betreft de zaak door u aangeduid met het volgnummer 2 (door u ingediend op 14 maart 1997); o vervolgvel 5, tweede alinea, betreft de zaak door u aangeduid met het volgnummer 7 (door u ingediend op 6 februari 1998); o met uitzondering van de laatste alinea op vervolgvel 5 (doorlopend op vervolgvel 6) hebben alle overwegingen onder de paragraaf 'Behandeling resterende zaken' integraal betrekking op deze 5 door u ingediende ombudszaken; o vervolgvel 7, derde aandachtspunt, betreft een samenvatting van de door het college voorgestelde afhandeling van de door u met de volgnummers 1 tot en met 4 en met het volgnummer 7 aangeduide ombudszaken. Tot zover het door u gevraagde overzicht. U schrijft tevens in uw brief, dat u niet akkoord gaat met de wijze van afhandeling en de redenen daarvan. Uiteraard kan ik daar nu niet op ingaan, omdat deze kwestie op donderdag 24 juni a.s. besproken wordt ter vergadering van de commissie Algemene Zaken. Ik zal derhalve uw brief ter attentie brengen van de secretaris van de commissie, de heer J. de Roos, Afdeling Bestuursondersteuning, Kabinet & Veiligheid (afdelingscode: C210). U kunt dan met hem contact opnemen, mocht u hierover nog willen corresponderen met de commissie, c.q. ter vergadering op 24 juni willen inspreken. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, w.g. Wim Engelen |
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Gemeente Nijmegen Ombudswerk Etnische Groepen T.a.v. de heer W. Engelen Fax: (024) 329 23 78 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
31-05-1999 | C230/WE | 3 juni 1999 | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp uw reactie op fax d.d. 31 mei 1999 (Gemeentelijke Ombudsman) | |||
Mijn hartelijke dank voor uw buitengewoon snelle en informatieve reactie op mijn faxbericht van. 31 mei 1999. Dat neemt niet weg dat ik toch nog met een paar aanvullende vragen zit die u wellicht telefonisch kunt beantwoorden. volgnummers 8 en 9 volgnummers 5 en 6 volgnummers 1, 2, 3, 4 en 7 Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bestuursondersteuning Ombudswek Etnische Groepen |
Vervolgvel |
1 gedoeld op de dossiers die het college meent niet aan de onafhankelijke klachtinstantie te kunnen overdragen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, w.g. Wim Engelen |
Edited by RE | vervolg >> |