Geldelijke voorzieningen raadsleden IVa

brief d.d. 11 maart 2000 aan B&W (verzoek om informatie)
bijlage: regelgeving parkeervergunningen (gedeelte)
faxbericht d.d. 20 april 2000 aan B&W
antwoord van B&W d.d. 27 april 2000 (overzicht vergunningen)
cijfers: 'Gratis' parkerende raadsleden (per partij)

faxbericht d.d. 9 mei 2000 aan B&W
antwoord van B&W d.d. 15 mei 2000
faxbericht d.d. 27 mei 2000 aan B&W

zie ook: Geldelijke voorzieningen raadsleden  I, II, IIa, IIb, III en IV

 
Rob Essers

Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  Nijmegen
(024) 355 81 71
rob@gaypnt.demon.nl

Het college van Burgemeester en Wethouders
van Nijmegen
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP  NIJMEGEN
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
      11 maart 2000
Onderwerp
verzoek om informatie (Wob)



Geacht college,

Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur verzoek ik u om een overzicht van de parkeervergunningen op kenteken die blijkens uw brief aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 7 februari 2000 (kenmerk C351/JdR) aan raadsleden zijn verstrekt.

Daarnaast wil ik u verzoeken om expliciet aan te geven op grond van welke bepalingen van de Parkeerverordening 1991 (GB96-059), de Verordening Parkeerbelastingen 1998 (GB00-008) en/of andere verordeningen de verstrekking heeft plaatsgevonden en welk tarief van toepassing is.

Is mijn veronderstelling juist dat het hier gaat om parkeervergunningen verleend grond van het bepaalde in artikel 3, lid 2 sub b van de Parkeerverordening (zie bijlage)? Bij bestudering van de regelgeving viel het mij overigens op dat koopzondagen nog niet vermeld worden in het Aanwijzingsbesluit locaties en tijdstippen betaald parkeren 1995 (GB96-061).

Naast het overzicht van de verleende vergunningen en de informatie over de van toepassing zijnde bepalingen houd ik mij uiteraard ook aanbevolen voor de toezending van een kopie van het (concept-)raadsvoorstel waarin de parkeerfaciliteiten voor raadsleden conform artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet geregeld worden.

Het spreekt voor zich dat de beslissing op dit verzoek met in achtneming van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur genomen dient te worden.

Met vriendelijke groet en hoogachting,

drs. R.C. Essers

Bijlage(n): 1.
 
Parkeerverordening 1991 met aanvullende regelgeving (GB96-059)
Artikel 3
1.Burgemeester en Wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen.
2.Een vergunning kan worden verleend aan:
a.de eigenaar of houder van een motorvoertuig, wanneer deze woont in een gebied waar vergunninghoudersplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, dan wel
b.een bedrijf of instelling c.a., dat gevestigd is en/of het beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar vergunninghoudersplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van de beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.
3.De eigenaar of houder van een motorvoertuig die voldoet aan beide in het tweede lid gestelde voorwaarden wordt, voor wat betreft de eerst aangevraagde vergunning, geacht te beantwoorden aan de onder a. genoemde voorwaarde.
4.Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.
5.Burgemeester en Wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag aan de bewoners van een gebied als hiervoor bedoeld in lid 2 sub a een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen ten behoeve van het parkeren van hun bezoekers.
6.Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.
7.Burgemeester en Wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden.
 
Aanwijzingsbesluit locaties en tijdstippen betaald parkeren 1995 (GB96-061)
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIJMEGEN;

[..]

BESLUITEN

[..]
 

IIA.aan te wijzen als plaatsen waarop slechts tegen betaling van belasting als bedoeld in artikel 1 onderdeel a van de verordening parkeerbelastingen mag worden geparkeerd:

[..]
 

b.de navolgende parkeergarages van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur:
[..]
4.parkeergarage Nieuwstraat
 
Verordening Parkeerbelastingen 1998 (GB00-008)
Artikel 2   Belastbaar feit
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
a.een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b.een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
 
Artikel 3   Belastingplicht
1.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
2.Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:
a.degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b.zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat
indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
3.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
 
Artikel 4   Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
 
Artikel 7   Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
 
Artikel 9   Kwijtschelding
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
 
TARIEVENTABEL

behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 1998
 

IIHet tarief van een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b bedraagt:
 
[..]
 
c.Indien de parkeervergunning is verleend op grond van het bepaalde in artikel 3, lid 2 sub b van de Parkeerverordening voor het parkeren in een parkeergarage van maandag tot en met zaterdag alsmede koopzondagen en koopfeestdagen van 09.00 uur tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur, geldig voor één kenteken, per kalendermaand of gedeelte daarvan f 50,-;
 
[..]
 
e.Indien de parkeervergunning is verleend op grond van het bepaalde in artikel 3, lid 2 sub b van de Parkeerverordening voor het parkeren in een parkeergarage van maandag tot en met zaterdag alsmede op koopzondagen en koopfeestdagen van 09.00 uur tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur, per kalendermaand of gedeelte daarvan f 75,-.
 
Rob Essers

Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  Nijmegen
(024) 355 81 71
rob@gaypnt.demon.nl

Het college van Burgemeester en Wethouders
van Nijmegen

Fax: (024) 323 59 92

Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
      20 april 2000
Onderwerp
vraag over afhandeling verzoek



Geacht college,

Op 11 maart 2000 heb ik u per brief een verzoek om informatie doen toekomen (zie bijlage). Omdat het zaterdag was, heb ik mijn brief nog diezelfde dag persoonlijk afgegeven in het gemeentelijk informatiecentrum Open Huis met het verzoek om ervoor te zorgen dat de brief per interne post op de juiste plaats terecht zou komen.

Het verbaast mij zeer dat ik tot nu toe nog geen enkele reactie op mijn brief ontvangen heb. Zelfs een ontvangstbevestiging ontbreekt! Zoals u weet had u - op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur - zo spoedig mogelijk op het verzoek moeten beslissen, doch uiterlijk binnen twee weken na de dag waarop het verzoek schrift is ontvangen. Ik zou het zeer op prijs stellen indien u zo willen nagaan wat er in dit geval misgegaan is met de postafhandeling. Ik zie de resultaten van dat onderzoek en de beslissing op mijn verzoek om informatie met belangstelling tegemoet.

Overigens heb ik de koopzondagen die ik in GB96-061 niet kon vinden, inmiddels wel teruggevonden in bijlage 1 bij GB00-008 (Aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 7 van de verordening parkeerbelastingen). Misschien is het verstandig om het aantal gemeentebladen met bepalingen inzake parkeren te reduceren. Dat voorkomt verwarring en misverstanden.

Met vriendelijke groet en hoogachting,

drs. R.C. Essers

Bijlage(n): 1.
 
Directie Grondgebied
Openbare Ruimte
Regulering
Gemeente Nijmegen
  Passage Mariënburg 8b
6511 PM  Nijmegen
Telefoon (024) 329 94 44
Telefax   (024) 3299442
de heer R.C. Essers
Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  NIJMEGEN

Postadres
Postbus 9105
6500 HG  Nijmegen
 
Verzenddatum Datum opgesteld Datum uw brief Doorkiesnummer
04 MEI 2000 27-04-2000 11-03-2000 3299436
Onderwerp Ons kenmerk Aantal bijlagen
verzoek informatie G550/EM  
 


Geachte heer Essers,

Op uw verzoek om op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van
bestuur informatie over parkeervergunningen voor Raadsleden te
verstrekken hebben wij positief beslist. Hieronder is een overzicht
opgenomen van de vergunningen met het daarbij behorende tarief.

De vergunningen zijn inderdaad verstrekt op grond van artikel 3, lid 2b
van de Parkeerverordening 1991.

In het Aanwijzingsbesluit locaties en tijdstippen betaald parkeren 1995
staan, zoals u aangeeft, de koopzon- en feestdagen niet vermeld.
Hierover is op 1 december 1998 een apart besluit genomen. Dit besluit is
gepubliceerd in "De Brug".

Zoals u weet wordt er een nieuwe verordening "Geldelijke voorzieningen
raadsleden" gemaakt. Wij zijn voornemens deze in juni in de commissie
Algemene Zaken te bespreken.
 
 
Directie Grondgebied
Openbare Ruimte
Regulering
Vervolgvel
1


J.A.C. van Hooft sr.NieuwstraatgarageSV-70-NRfl150,00
J.B.A.M. van XantenNieuwstraatgarageSY-21-RHfl150,00
G.W.M. JanssenNieuwstraatgarageLY-46-KVfl150,00
J. EversNieuwstraatgarageHT-TG-11fl150,00
A.G.J. ThieNieuwstraatgarageSF-41-ZHfl150,00
J.H.J. LamersNieuwstraatgarageDL-JS-90/SB-TJ-88fl150,00
P.P. Leferink op ReininkNieuwstraatgarageLD-LD-68fl150,00
P.C.J. BoelensNieuwstraatgaragePF-JG-46fl150,00
S.M. de WindtNieuwstraatgarageDR-DV-35fl150,00
P.J.J. LucassenNieuwstraatgarageNS-HS-82fl150,00
M.W.P.M. UlijnNieuwstraatgarageFZ-DS-49fl150,00
T. hoedemakerNieuwstraatgarageTS-RP-29fl150,00
M.J.I. HulskorteNieuwstraatgarageFT-GZ-53fl150,00
J.W.H. van HooftNieuwstraatgarageTJ-60-JBfl150,00
I. GoedegebureNieuwstraatgarageDG-PZ-17fl150,00
Y.J.M. MaassNieuwstraatgarage88-DR-PR/SN-LL-27fl150,00
P.M. SmalsNieuwstraatgarageZK-48-RTfl150,00
R.B. EsterNieuwstraatgarage83-DH-PLfl150,00
R.R.R. RaghoeNieuwstraatgarageFL-FB-08/FL-LR-44fl150,00
BurgemeesterWegen in beheerRD-NP-35fl150,00
Wethouder Van RumundWegen in beheerNZ-XD-14fl150,00
Wethouder VerdijkWegen in beheerPJ-VR-97fl150,00
Wethouder BrulsWegen in beheerDV-DN-13fl150,00
Wethouder TetteroWegen in beheerHF-GT-35fl150,00
BurgemeesterWegen in beheerTN-ZP-90fl150,00

Wij hopen u hiermee voldoende informatie hebben verstrekt.

Krachtens de Algemene wet bestuursrecht kunt u binnen zes weken na de
verzenddatum van dit besluit een schriftelijk en gemotiveerd
bezwaarschrift indienen bij Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
postbus 9105, 6500 HG Nijmegen.

College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

De Burgemeester,                    De Loco-secretaris,




w.g. mr. E.M. d'Hondt               w.g. drs. A.P.M. Clijsen
 
 
'Gratis' parkerende raadsleden (per partij)
1.CDA100 %(7/7)  
2.D66100 %(2/2)
3.AOV / Unie 55+ etc.100 %(1/1)
4.VVD80 %(4/5)
5.SP67 %(4/6)
6.PvdA50 %(4/8)
7.GroenLinks13 %(1/8)
8.SLN0 %(0/2)
 

 totaal59 %(23/39)
 

 
Rob Essers

Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  Nijmegen
(024) 355 81 71
rob@gaypnt.demon.nl

Het college van Burgemeester en Wethouders
van Nijmegen

Fax: (024) 329 23 78

Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
27-04-2000 G550/EM   9 mei 2000
Onderwerp
afhandeling verzoek om informatie;
intrekking bezwaarschrift



Geacht college,

Pas vandaag ontving ik uw beslissing op mijn verzoek om informatie van 11 maart 2000. Uw reactie is kennelijk op 27 april 2000 opgesteld; als verzenddatum staat vermeld: 04 MEI 2000. Helaas is gebruik gemaakt van een 'Port Betaald'-enveloppe zodat de datum van de frankeermachine ontbreekt. Omdat PTT Post zowel op zaterdag 6 mei als op maandag 8 mei 2000 een normale bestelling uitgevoerd heeft, ga ik er vooralsnog van uit dat uw brief pas op 8 mei 2000 is verzonden.

Op 6 mei 2000 heb ik u in deze zaak een bezwaarschrift ex artikel 6:4 Awb en een klacht ex artikel 9:1 Awb doen toekomen. Hoewel u de in artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde termijn ruimschoots overschreden heeft, trek ik mijn bezwaarschrift tegen uw (fictieve) weigering hierbij in. Dat geldt niet voor mijn klacht over de afhandeling van mijn verzoek om informatie. Het feit dat ik pas op 9 mei 2000 uw eerste en tot nu toe enige reactie ontvangen heb, is voor mij meer dan voldoende reden om mijn klacht te handhaven.

Overigens roept de verstrekte informatie nieuwe vragen op. Bij enkele raadsleden staan twee verschillende kentekens vermeld, terwijl in alle gevallen is het tarief f 150,- is. Uit de tarieventabel maak ik op dat het tarief van een parkeervergunning geldig voor één kenteken per kalendermaand of gedeelte daarvan f 50,- bedraagt. Hoe moet ik dit met elkaar rijmen?
Ook de naam van het voormalige raadslid de heer T. Hoedemaker verbaasde mij; de gemeenteraad heeft reeds op 22 maart 2000 mw. R.C. Bos toegelaten als zijn opvolger.

Tot slot heb ik nog een zeer principiële vraag over de toepassing van artikel 3, lid 2b, van de Parkeerverordening 1991. Op welke wijze heeft het gemeentebestuur aangetoond dat het in het belang van de beroeps- of bedrijfsuitoefening voor 19 raadsleden noodzakelijk is in de Nieuwstraatgarage te parkeren?

Met vriendelijke groet en hoogachting,

drs. R.C. Essers

 
Directie Grondgebied
Openbare Ruimte
Regulering
Gemeente Nijmegen
  Passage Mariënburg 8b
6511 PM  Nijmegen
Telefoon (024) 329 94 44
Telefax   (024) 3299442
De heer R.C. Essers
Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  NIJMEGEN

Postadres
Postbus 9105
6500 HG  Nijmegen
 
Datum Datum uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
15-05-2000 09-05-2000 G550/EM
0.52307/0.51854
3299436
Onderwerp Aantal bijlagen
Afhandeling verzoek om informatie;
intrekking bezwaarschrift
 
 


Geachte heer Essers,

In reactie op uw schrijven van 9 mei j.l. willen wij aangeven dat de
afhandeling van een brief waarbij meerdere afdelingen betrokken zijn
langer kan duren dan twee weken. Helaas was dat in deze situatie ook het
geval. Excuses hiervoor.
Uw schrijven is voor de behandeling van uw klacht doorgestuurd naar de
afdeling Juridische Zaken DGG. U ontvangt hierover t.z.t. nog nader
bericht.

De parkeervergunningen voor raadsleden worden verstrekt op grond van de
volgende redenen.
De vergaderingen worden meestal in de avonduren gehouden en kunnen tot
na beëindiging de dienstregeling van het openbaar vervoer voortduren.
Bovendien hebben veel raadsleden overdag werkzaamheden die niet altijd
in Nijmegen of omgeving plaatsvinden. Om dan toch bij deze vergaderingen
aanwezig te kunnen zijn is het gebruik van de auto noodzakelijk. De
reden is dus niet zozeer het ambulante karakter van de werkzaamheden
maar het ontbreken van een vervoersalternatief.

Uw opmerking omtrent het tarief voor vergunningen waarop twee kentekens
staan vermeld is terecht. Het tarief voor deze vergunningen zal
overeenkomstig de parkeergeldverordening worden opgehoogd tot f 75,00
per maand.

De heer Hoedemaker komt nog op de aan u verstrekte lijst voor omdat ten
tijde van uw verzoek de heer Hoedemaker nog Raadslid was. De informatie
is na binnenkomst van uw verzoek uit het systeem gehaald en tussentijds
niet aangepast. Deze vergunning is inmiddels ingetrokken.
 
 
Directie Grondgebied
Openbare Ruimte
Regulering
Vervolgvel
1


Ik hoop hiermee voldoende informatie te hebben verstrekt.

Met vriendelijke groet,
college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

De Burgemeester,                    De Loco-secretaris,




w.g. mr. E.M. d'Hondt               w.g. drs. A.P.M. Clijsen
 
 
Rob Essers

Niek Engelschmanlaan 129
6532 CR  Nijmegen
(024) 355 81 71
rob@gaypnt.demon.nl

Het college van Burgemeester en Wethouders
van Nijmegen

Fax: (024) 329 94 42

Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
15-05-2000 G550/EM
0.52307/0.51854
  27 mei 2000
Onderwerp
parkeerfaciliteiten voor raadsleden



Geacht college,

Pas vandaag ontving ik uw reactie op mijn faxbericht d.d. 9 mei 2000. Een paar kanttekeningen bij de inhoud van uw brief d.d. 15 mei 2000 wil ik u niet onthouden.

1. Helaas is ook nu weer gebruik gemaakt van een 'Port Betaald'-enveloppe zodat de datum van de frankeermachine ontbreekt. Ik ga ervan uit dat uw brief pas op 26 mei 2000 verzonden is. Kennelijk kost de verzending aanmerkelijk meer tijd dan de beantwoording.

2. Van de zijde van de afdeling Juridische Zaken van de Directie Grondgebied heb ik nog niets gehoord op mijn klacht d.d. 6 mei 2000. De ontvangt daarvan is nog niet conform artikel 9:6 Awb schriftelijk bevestigd. Door uw reactie staat nu in ieder geval vast dat mijn klacht bij de juiste afdeling is aangekomen.

3. De genoemde redenen op grond waarvan de parkeervergunningen voor raadsleden worden verstrekt, zijn niet terug te vinden in het raadsvoorstel Aanpassing verordening geldelijke voorzieningen raadsleden dat op 15 juni 2000 in de commissie Algemene Zaken besproken wordt. In dat raadsvoorstel staat bij 5. Kosten, baten en dekking vermeld: "N.v.t.".

4. Het verbaast mij dat wél de parkeerfaciliteiten geregeld worden, maar dat er geen sprake is van een kilometervergoeding. Indien het gebruik van de auto voor raadsleden noodzakelijk is, ligt het immers voor de hand om niet alleen het parkeren ten laste van de gemeente te laten komen. Als de tegemoetkoming in de kosten ex artikel 95 van de Gemeentewet inclusief autokosten is, mag aangenomen worden dat ook de parkeerbelasting inbegrepen is.

5. Een beperking van de vergunning tot de Nieuwstraatgarage doet geen recht aan het feit dat raadsleden aangewezen zijn op contacten met de gehele Nijmeegse bevolking. De parkeervergunningen voor burgemeester en wethouders kennen deze beperking niet.

6. Het ontbreken van een vervoersalternatief is een weinig overtuigend argument voor raadsleden die op loopafstand van het stadhuis wonen. Zo heeft de heer J.H.J. Lamers (CDA), Parkweg 68, 6511 BJ  Nijmegen, de beschikking heeft over een parkeervergunning voor twee kentekens; de heer P.M. Smals (PvdA), Graafseweg 3, 6512 BM  Nijmegen, heeft een vergunning geldig voor één kenteken.

 
Blad 2.
7. Dat een aantal raadsleden aan een parkeervergunning voor één kenteken kennelijk niet voldoende heeft, betekent niet dat de meerprijs zonder meer ten laste van de gemeente dient te komen.

8. De kosten van de parkeervergunningen voor raadsleden behoren in mindering gebracht te worden op de tegemoetkoming in de kosten ex artikel 95 van de Gemeentewet. Alleen dan kan voorkomen worden dat de voordelen ten laste van de gemeente meer bedragen dan 100% van het bedrag dat jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als tegemoetkoming in de kosten wordt vastgesteld.

9. Het feit dat de heer T. Hoedemaker (PvdA) nog raadslid was op het moment dat ik mijn verzoek deed, rechtvaardigt niet dat zijn naam nog voorkomt in de brief met de beslissing die pas op 27 april 2000 is opgesteld. Ook de naam van de heer J. Evers (CDA) stond nog op de lijst; bij binnenkomst van mijn verzoek om informatie was hij reeds overleden.

10. Het is mij niet duidelijk of er inmiddels nieuwe parkeervergunningen zijn verstrekt ten behoeve van de raadsleden mevrouw T.E.A.M. Speller (PvdA; beëdigd op 22 maart 2000), mevrouw R.C. Bos (PvdA; beëdigd op 10 mei 2000) en/of de heer R.E. Preijers (CDA; beëdigd op 10 mei 2000). Aanvullende informatie hieromtrent zou ik zeer op prijs stellen.

11. Is de veronderstelling juist dat het aantal parkeervergunningen voor raadsleden ten koste gaat van het aantal vergunningen voor de Nieuwstraatgarage dat tegen betaling aan derden kan worden verstrekt?

12. De wijze waarop conform artikel 3, lid 2b, van de Parkeerverordening 1991 is aangetoond dat het in het belang van de beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in de Nieuwstraatgarage te parkeren, komt mij tamelijk summier voor (zie ook punt 6). Komt iedereen die in het stadscentrum werkt op tijdstippen dat hij/zij geen gebruik meer kan maken van het openbaar vervoer in principe voor een parkeervergunning in aanmerking? En zijn er meer bedrijven of instellingen c.a. in het stadscentrum die met een vergelijkbaar aantal parkeervergunningen?

Hopelijk kunt u de schijn weg te nemen dat het gemeentebestuur zich inzake de parkeerfaciliteiten voor raadsleden niet geheel aan de wet houdt.

Met vriendelijke groet en hoogachting,

Rob Essers

 
 

Edited by RE