Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
De voorzitter van de Raad van de gemeente Nijmegen de heer mr. E.M. d'Hondt Fax: (024) 329 22 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
18 maart 2000 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp raadsvergadering d.d. 22 maart 2000 | |||
Op de (concept-)agenda van de vergadering van de raad op woensdag 22 maart 2000 staat bij agendapunt 9. B1 het volgende: 9. B Vallend onder de competentie van de Raad. Deze zullen in de eerstvolgende vergadering van de daarbij vermelde commissie van advies aan de orde worden gesteld en wel zoveel mogelijk aan het begin van de commissievergadering en met vooraf bericht aan de betrokken briefschrijvers. 9. B1 Brief van de Ministerie van BZK d.d. 2 maart 2000 II 2285-2286 betreffende parkeerkaarten raadsleden. ADVIES Het college is niet eens met het standpunt van de minister, maar gaat akkoord met wijziging van de verordening.
Uw 'advies' is opmerkelijk. In plaats van een concreet voorstel inzake de behandeling van deze brief, volstaat u met de weergave van het collegestandpunt. Uit het advies blijkt overigens niet waarom het college het niet eens is met het standpunt van de minister. Het ontbreken van een expliciet behandelingsadvies van burgemeester en wethouders is ook niet in overeenstemming met artikel 12, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad (1996). Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
BESLUITENLIJST
van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen
| ||||||||||||||||||||
9. B Vallend onder de competentie van de Raad. Deze zullen in de eerstvolgende vergadering van de daarbij vermelde commissie van advies aan de orde worden gesteld en wel zoveel mogelijk aan het begin van de commissievergadering en met vooraf bericht aan de betrokken briefschrijvers. 9. B1 Brief van de Ministerie van BZK d.d. 2 maart 2000 II 2285-2286 betreffende parkeerkaarten raadsleden. ADVIES Het college is niet eens met het standpunt van de minister, maar gaat akkoord met wijziging van de verordening. Raadsbesluit d.d. 22 maart 2000 De brief te agenderen voor de commissie AZ. | ||||||||||||||||||||
Directie Bestuur & Organisatie Bestuursondersteuning Kabinet & Veiligheid |
![]() | ||
De heer R. Essers Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen |
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 329 23 78
Postadres | ||
VERZONDEN 19 APR. 2000 | |||
Datum | Datum uw brief | Ons kenmerk | Doorkiesnummer |
18-04-2000 | 18 april 2000 | C210/A. Schlösser | 3292452 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp | Aantal bijlagen | ||
Vergadering Commissie Algemene Zaken |
|||
Geachte heer Essers, Naar aanleiding van uw brief van 18 april jongstleden deel ik u het vol- gende mee. Onlangs heb ik u bericht dat de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de gemeenteraad van Nijmegen van 2 maart 2000 betreffende par- keerkaarten voor raadsleden te agenderen voor de vergadering van de com- missie Algemene Zaken van 15 juni 2000. Het opstellen van de agenda voor de commissie Algemene Zaken is een prerogatief van de voorzitter en ge- schiedt voorzover mogelijk in overleg met de leden van die commissie. Ik ben niet van zins mijn beslissingen daaromtrent met anderen dan de leden van die commissie te bespreken. [..] Hoogachtend, de voorzitter van de commissie Algemene Zaken, w.g. mr. E.M. d'Hondt | |||
Rob Essers | |||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||||||
De commissie Algemene Zaken van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | |||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | ||||
22 april 2000 | |||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | ||||
Onderwerp brief minister van BZK d.d. 2 maart 2000; artikel 99 Gemeentewet | |||||||
In de nog niet formeel vastgestelde Besluitenlijst van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen op woensdag 22 maart 2000 trof ik het volgende besluit aan: 9. B Vallende onder de competentie van de Raad. Deze zullen in de eerstvolgende vergadering van de daarbij vermelde commissie van advies aan de orde worden gesteld en wel zoveel mogelijk aan het begin van de commissievergadering en met vooraf bericht aan de betrokken briefschrijvers. 9. B1 Brief van de Ministerie van BZK d.d. 2 maart 2000 II 2285-2286 betreffende parkeerkaarten raadsleden. ADVIES Het college is niet eens met het standpunt van de minister, maar gaat akkoord met wijziging van de verordening. Raadsbesluit d.d. 22 maart 2000 De brief te agenderen voor de commissie AZ. Op basis van bovenstaand besluit meende ik ervan uit te mogen gaan dat de brief van de minister van BZK d.d. 2 maart 2000 geagendeerd zou worden voor de vergadering van de commissie AZ op donderdag 20 april 2000. Vandaar dat ik ook niets begrijp van de volgende reactie van de voorzitter van uw commissie d.d. 18 april 2000 die ik pas op 21 april 2000 ontving: Onlangs heb ik u bericht dat de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de gemeenteraad van Nijmegen van 2 maart 2000 betreffende par- keerkaarten voor raadsleden te agenderen voor de vergadering van de com- missie Algemene Zaken van 15 juni 2000. Het opstellen van de agenda voor de commissie Algemene Zaken is een prerogatief van de voorzitter en ge- schiedt voorzover mogelijk in overleg met de leden van die commissie. Ik ben niet van zins mijn beslissingen daaromtrent met anderen dan de leden van die commissie te bespreken. Kennelijk kan ik er vanwege een prerogatief van de voorzitter van uw commissie niet zonder meer op vertrouwen dat een raadsbesluit ook in alle opzichten wordt uitgevoerd. Ik zou het zeer op prijs stellen indien - ter voorkoming van misverstanden - in het vervolg de toevoeging "eerstvolgende" in de besluitenlijst van de raad achterwege blijft. Ik betreur het dat de brief van de minister van BZK d.d. 2 maart 2000 niet een eerste maal geagendeerd is zonder een voorstel tot wijziging van de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden (1999). Dan had ik als inspreker nogmaals een poging kunnen wagen om u ervan te overtuigen dat de 'gratis' parkeerkaarten voor raadsleden niet per verordening geregeld, maar geheel afgeschaft dienen te worden. Indien de meerderheid van uw commissie dit standpunt overneemt, had het schrijven van een bij voorbaat omstreden wijzigingsvoorstel achterwege kunnen blijven. bedenkingen
Het principe moge duidelijk zijn: raadsleden ontvangen een 'all-in' vergoeding en een tegemoetkoming waarvan de hoogte door de minister van BZK bepaald wordt. In uitzonderlijke gevallen kunnen andere zaken ten laste van de gemeente komen. Daarbij moet wel aan een aantal eisen voldaan worden. In Administratiefrechtelijke Beslissingen 1984, nr. 278, staat de volgende samenvatting bij een uitspraak van de Kroon (KB van 22 februari 1984, nr. 27) waarin het beroep van de raad van de gemeente Laren ongegrond verklaard:
Bovenstaande geldt onverminderd voor het huidige artikel 99. Om de parkeerbelasting ten laste van de gemeente te laten komen, zal de Raad van de gemeente Nijmegen moeten kunnen aantonen dat er in de praktijk sprake is van een bijzonder geval waarin behoefte bestaat aan een parkeervergunning voor de parkeergarage Nieuwstraat en het bovendien in het belang van de gemeente is om de kosten daarvan voor haar rekening te nemen.
De parkeerfaciliteiten mogen dus niet het karakter hebben van een extra vergoeding en/of dienen ter verhoging van de tegemoetkoming in de onkosten.
De vraag rijst om welk bedrag een raadslid dat per auto naar het stadhuis komt in werkelijkheid kwijt is aan parkeerbelasting in het kader van de uitoefening van zijn/haar taak als raadslid. Ik ben het met de heer Boelens eens dat dit vermoedelijk veel minder is dan de 600 gulden die een parkeervergunning op jaarbasis kost. De kosten staan in ieder geval in geen enkele verhouding tot de vergoeding plus tegemoetkoming van f 35.508,- per jaar die raadsleden op dit moment ontvangen. Ik zie dan ook geen enkele reden om de parkeerbelasting wél ten laste van de gemeente te laten komen. Als in het wijzigingsvoorstel van het college op geen enkele wijze aannemelijk wordt gemaakt waarom 100% van door de minister BZK vastgestelde maximum bedragen voor de vergoeding voor de werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten niet toereikend is om het parkeren te bekostigen, dan is er geen sprake van een deugdelijke motivering. Tot slot nog een opmerking over commissieleden die geen raadslid zijn. Zij ontvangen een vergoeding van f 193,- per vergadering. Een extra vergoeding van parkeergelden lijkt mij ook in dit geval niet terecht. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||||||
![]() ![]() Ontwerp Raadsvoorstel Advies: openbaar | |
Onderwerp aanpassing verordening geldelijke voorzieningen raadsleden | |
Registratienummer 0.15603 Portefeuillehouder mr. E.M. d'Hondt |
Datum ambtelijk voorstel 5 april 2000 |
Korte inhoud De minister van BiZa en KR heeft de raad geadviseerd het recht op een (gratis) parkeerplaats voor raadsleden bij verordening te regelen. Voorstel tot aanpassing van de bestaande "verordening geldelijke voorzieningen raadsleden". |
![]() ![]() Extern advies doelgroepen: ![]() ![]() ![]() ![]() Dienst/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. C351 A. van Bergen 2583 |
Voorstel om te besluiten De raad voor te stellen om middels vaststelling van bijgaand conceptraadsbesluit de faciliteit van een (gratis) parkeerplaats voor raadsleden te regelen. |
|
Besluit B&W d.d. 2 MEI 2000 nummer: 2.5
|
|
Raadscommissie az |
|
Commissievergadering AZ d.d. 15 juni 20007. Aanpassing verordening geldelijke voorzieningen raadsleden De heer Essers spreekt in. Hij zegt moeite te hebben met het raadsvoorstel. Valt de parkeerfaciliteit niet onder de tegemoetkoming van de raadsleden? Bovendien is het raadsvoorstel onvoldoende duidelijk. Er staat bijvoorbeeld niet in voor welke parkeergarage de parkeerfaciliteit geldt. Onthouding van de goedkeuring door Gedeputeerde Staten is op zijn plaats, aldus de heer Essers. De heer Boelens (VVD) zegt zich gestoord te hebben aan de openbaarmaking door de heer Essers van zijn privé e-mail. SP vindt dat dit onderwerp politiek is afgekaart. De voorzitter zegt dat de heer Essers vrijheid van meningsuiting heeft, maar tevens respect van hem voor raadsbeslissingen op prijs te stellen. De commissie adviseert positief over het voorstel en de concept- beantwoording van de brief van de heer Essers.
|
Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Personeel, Organisatie & Informatie Arbeidszaken |
![]() | ||
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 329 22 92 | |||
Aan de heer R.C. Essers Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR NIJMEGEN |
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen | ||
ONTVANGEN 29 AUG. 2000 | |||
Datum | Datum uw brief | Ons kenmerk | Doorkiesnummer |
16 juni 2000 | 22 april 2000 | C351/AvB | 3292583 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp | Aantal bijlagen | ||
parkeerfaciliteiten raadsleden | |||
Geachte heer Essers, Uw bovenaangehaald schrijven inzake de parkeerfaciliteiten voor raadsleden van onze gemeente is gisteren in de commissie Algemene Zaken besproken. Namens de commissie bericht ik u als volgt: De commissie is van mening dat het voor rekening van de gemeente nemen van parkeerfaciliteiten voor raadsleden niet in strijd is met de tekst van artikel 99, tweede lid van de Gemeentewet. Voor wat betreft uw verwijzing naar de uitspraak van de Kroon (KB van 22 februari 1984, nr. 27) inzake het beroep van de gemeente Laren, is de commissie van mening dat daar sprake was van een andere situatie. Immers: bij brief van 15 september 1999 heeft het college van GS van Gelderland de "verordening geldelijke voorzieningen raadsleden" goedgekeurd. Dit college was bekend met het feit dat raadsleden parkeerfaciliteiten genoten. Bovendien: in de door u aangehaalde casus was sprake van andere voorzieningen dan hier aan de orde. In het algemeen geldt trouwens dat voorzichtigheid is geboden bij verwijzing naar oude, en mogelijk zelfs verouderde jurisprudentie. U wijst op een annotatie bij bovenaangehaalde uitspraak van de Kroon. Hoewel annotaties doorgaans interessante opvattingen opleveren, voert het te ver uit deze annotatie de stellige conclusie te trekken dat "de parkeerfaciliteiten dus niet het karakter mogen hebben van een extra vergoeding". Tenslotte: u heeft zich inzake deze aangelegenheid tot de minister van BZK gewend. De minister stelt zich op het standpunt dat de gratis | |||
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Personeel, Organisatie & Informatie Arbeidszaken |
Vervolgvel |
1
parkeerfaciliteiten bij verordening moeten worden geregeld. Als wij het verzoek van de minister honoreren, is daarmee - zo meent de commissie te mogen concluderen - deze zaak naar behoren geregeld. Een tweetal citaten uit de brief van de minister die ook in uw bezit is ondersteunen deze conclusie: "Ik zie overigens niet in waarom het vaststellen van een verordening in dit geval een probleem zou zijn", en: "Ik verzoek u derhalve de huidige praktijk in overeenstemming te brengen met artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet, door genoemde voorziening alsnog bij verordening te regelen". Het bovenstaande in overweging nemende ziet de commissie geen reden om aan uw verzoek tegemoet te komen. Hoogachtend, Namens de commissie Algemene Zaken, w.g. De voorzitter (mr. E.M. d'Hondt) |
1 | Inleiding |
Bij besluit van 27 januari 1999 heeft uw raad een nieuwe "verordening geldelijke voorzieningen raadsleden" vastgesteld. Ter gelegenheid daarvan kwam, naar aanleiding van een schrijven van de heer R. Essers, ook de vraag aan de orde of de faciliteit van een gratis parkeerplaats voor raadsleden in de nieuwe verordening geregeld zou moeten worden. Artikel 99, tweede lid, eerste volzin van de Gemeentewet bepaalt namelijk het volgende: "Voordelen ten laste van de gemeente, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkoming, genieten zij slechts voor zover de raad dit bij verordening bepaalt." Wij waren van mening dat de hierbovenbedoelde faciliteit niet als een voordeel als bedoeld in artikel 99 van de Gemeentewet kon worden aangemerkt. Immers, er is hier sprake van het verstrekken van een voorziening die noodzakelijk is om een goede vervulling van de functie te waarborgen, evenals bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van fractiekamers, verwarming en verlichting, fietsenstalling etc. Uw raad was het met deze opvatting eens. Daarom heeft uw raad besloten deze voorziening niet bij verordening te regelen. Ook het college van Gedeputeerde Staten heeft ons in september 1999 laten weten deze opvatting te delen. Onlangs heeft de heer Essers deze aangelegenheid onder de aandacht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebracht. De minister stelt de heer Essers in het gelijk. Hij is van mening dat op deze voorziening het bepaalde in artikel 99, tweede lid van de Gemeentewet van toepassing is, en verzoekt ons de voorziening alsnog bij verordening te regelen. | |
Voorstel aan de Raad | |
Vervolgvel | |
1 | |
1.1 | Doelstelling en beoogd effect |
De "verordening geldelijke voorzieningen raadsleden" aan te passen op de wijze zoals door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt gewenst. | |
2 | Argumenten |
Op inhoudelijke gronden delen wij de opvatting van de minister niet. Deze zaak vraagt echter om een praktische oplossing. Deze oplossing is gemakkelijk te realiseren door een simpele aanpassing van de verordening. | |
3 | Draagvlak |
Zie onder "argumenten". | |
4 | Aanpak/uitvoering |
Ervan uitgaande dat uw raad akkoord gaat met ons voorstel, hebben wij ter uitvoering van het nieuwe artikel 9 van de verordening, en in overeenstemming met de huidige praktijk, bepaald dat de parkeerfaciliteit zal gelden voor de Nieuwstraatgarage. | |
4.1 | Communicatie |
N.v.t. | |
5 | Kosten, baten en dekking |
N.v.t. | |
6 | Standpunt commissie |
De commissie AZ is unaniem accoord met het voorstel. | |
7 | Reactie College |
Wij stellen u voor de verordening overeenkomstig ons voorstel te wijzigen. | |
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mr. E.M. d'Hondt ir. H.K.W. Bekkers | |
BESLUITENLIJST
van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen
| ||||||||||||||||||||
19. 106/2000 Aanpassing verordening geldelijke voorzieningen II 2163-2165 raadsleden. De bij besluit van 27 januari 1999 vastgestelde "Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden" te wijzigen als volgt: 1. Artikel 9 wordt vernummerd naar 10. 2. Toegevoegd wordt "artikel 9" (nieuw) luidende als volgt: "Burgemeester en wethouders kunnen aan de leden van de raad parkeerfaciliteiten verlenen met het oog op werkzaamheden van de raadsleden als zodanig". Raadsbesluit d.d. 28/29 juni 2000 Conform besloten, SP en SLN tegen. | ||||||||||||||||||||
Rob Essers | ||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||
Het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 323 59 92 | ||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||
20 juli 2000 | ||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||
Onderwerp gemeenteblad GB00-182 | ||||||
In De Brug van woensdag 19 juli 2000 heb ik tevergeefs gezocht naar een rectificatie van gemeenteblad GB00-182 (publicatiedatum 5 juli 2000) waarin staat:
De gewijzigde verordening behoeft - op grond van artikel 99, tweede lid van de Gemeentewet - de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Bij de bekendmaking van een besluit dat aan goedkeuring onderworpen is, wordt de dagtekening vermeld van het besluit waarbij die goedkeuring is verleend (artikel 139, derde lid, Gemeentewet). Het college van Gedeputeerde Staten heeft de gewijzigde verordening kennelijk niet ontvangen en ook nog geen besluit inzake goedkeuring genomen. Juridisch gezien kan de verordening niet werken als de goedkeuring niet is verleend. De publicatie van gemeenteblad GB00-182 met bovengenoemde datum van inwerkingtreding is dus in strijd met de wet. Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||||
N.B. De verordening in het op 5 juli 2000 gepubliceerde gemeenteblad GB00-182 was nog niet aan Gedeputeerde Staten van Gelderland toegezonden. Na goedkeuring door Gedeputeerde Staten vond op 20 september 2000 herpublicatie van gemeenteblad GB00-182 plaats. | |||
column Scherpschutter
Jaloers "Biedt zich aan: Energieke jongeman, als gemeenteraadslid; in bezit van auto en knap uiterlijk". We denken er hard over om maar eens te solliciteren naar een baantje in de gemeenteraad. Zelfs waar wij ervan overtuigd zijn dat het een slechte baan is. Je denkt dat je wat in de melk te brokkelen hebt, want uiteindelijk is toch de gemeenteraad de baas in een stad? In de praktijk maken B en W de dienst uit, of denken dat althans, maar wij hebben zo'n donkerbruin vermoeden dat het in werkelijkheid de ambtenaren zijn die bepalen wat er wel en wat er niet gebeurt in deze stad. Bovendien worden gemeente-raadsleden op verjaardagspartijen altijd gepest met alles wat er fout is gegaan. Het prototype van de bekende pispaal. Nee, tot nog toe hebben wij altijd medelijden gehad met de stakkers die door het volk zijn aangewezen om haar te vertegenwoordigen. Dat hoeft nu niet meer. Ons medelijden is omgeslagen in stinkende jaloezie. Zij mogen namelijk vrij parkeren in de garage onder het gemeentehuis "met het oog op hun werkzaamheden als zodanig". Dat houdt in dat ze er altijd gebruik van kunnen maken. Ook om te gaan winkelen, te stappen, te beunen of wat dies meer zij. Wij vinden dat er in de gemeenteverordening hoognodig een artikeltje moet worden opgenomen, waardoor ook columnisten vrij parkeren krijgen "met oog op hun werkzaamheden als zodanig". Ook al is ex-minister Peper er dan persoonlijk zwaar op tegen omdat er financieel gewin uit voortvloeit, daar hoeven we ons niet al te veel van aan te trekken. Het verdrijven van de auto uit de binnenstad is er natuurlijk niet echt mee gediend, maar een fiets blijft tenslotte maar een fiets. En waarom moeten columnisten met het openbaar vervoer, als zelfs raadsleden dat niet zien zitten? Die zit!
|
Edited by RE | vervolg >> |